GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
33
IMeGKOXEN STI'KKGS.
N°. 68. Leiden, 22 Februari 1910.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat wij in openbare
veiling ten behoeve van de gemeente Leiden hebben aange
kocht de drie perceelen aan de Hooigracht, kad. bekend onder
Sectie I, n°. 2190, te zamen groot 3 A. 90 cA., voor de som
van f 11.200.
Het is u bekend, dat commissarissen der stedelijke fabrieken
van gas en electriciteit reeds lang hebben uitgezien naar een
geschikt pandwaarheen het magazijndat thans in de
Pieterskerk-Choorsteeg gevestigd is, zou kunnen worden
overgebracht. Het perceel in de Pieterskerk-Choorsteeg toch
is langzamerhand te klein geworden en bovendien niet be
hoorlijk voor het doel geschikt. Daarbij is het de bedoeling,
dat naar het nieuwe perceel ook een deel van de administratie
der fabrieken zal worden overgebracht.
Zoo zullen, naar het plan van commissarissen, in de aan
gekochte perceelen de volgende dienstvertrekken moeten
worden ondergebracht
1°. een lokaal waarin, evenals thans in de P.K.-Choorsteeg,
gaskachels, komioren, gasbranders enz. ter bezichtiging zullen
worden gesteld;
2°. een lokaal, waarin electrische toestellen zullen worden
opgesteld en in werking aan het publiek zullen kunnen
worden vertoond
3°. een lokaal, waarin de lantaarnopstekers zullen samen
komen voor het in ontvangst nemen van kousjes, glazen, enz.
en voor de geregelde inspectie;
4°. een kantoor, waarin aan het publiek inlichtingen zullen
worden verstrekt, klachten zullen worden in ontvangst ge
nomen, bestellingen aangenomen, enz.;
5°. een afzonderlijk lokaaltje, waar geregeld gelegenheid zal
bestaan om 2A-cent-stukken in te wisselen; en
6°. een zolder, waarop in den zomer gaskachels kunnen
worden opgeborgen.
Voorts zal in dat perceel de woning van den magazijn
houder worden gevestigd en zal daarin ook een kamer worden
ingericht, waar commissarissen eventueel kunnen vergaderen
en ook de Directie voor het publiek zal te spreken zijn.
Aan al deze bestemmingen zullen de perceelen, die voldoende
ruimte aanbieden, zeer behoorlijk kunnen worden dienstbaar
gemaakt. Bovendien eigenen zij zich, door hun ligging in het
centrum van de stad, uitnemend voor die verschillende doel
einden.
Het komt ons dan ook met commissarissen voor, dat een
koopprijs van 11200.voor dit- drieledig pand niet te
hoog kan worden geacht. Wel zal natuurlijk voor de ver
bouwing van de perceelen nog een vrij belangrijke som moeten
worden uitgegeven, maar dat zou bij iederen anderen aankoop
evenzeer het geval zijn.
De kosten op den aankoop vallende, bedragen f 896.
Mitsdien geven wij U in overweging den door ons gedanen
aankoop te bekrachtigen en mitsdien te besluiten tot den
aankoop ten behoeve van de gemeente, van de perceelen
Hooigracht, kad. bek. onder Sectie I No. 2190, gem. Leiden,
groot tezamen 3.90 A. voor de som van f 11200.benevens
de kosten van overdracht.
Tegelijkertijd bieden wij bijgaanden suppletoiren be-
grootingsstaat, groot f 12096.— ter vaststelling aan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
N°. 64. Leiden, 22 Februari 1910.
De eigenaar van het perceel Breestraat 92, dat onmiddellijk
aan het Raadhuis grenst, heeft dit perceel voor de som van
f 11500.aan de gemeente te koop aangeboden. Het komt
ons voor, dat van dit aanbod behoort te worden gebruik ge
maakt. De gewone motieven voor den aankoop van aan het
Raadhuis belendende perceelen gelden ook hier weer. Het is
van belang dat de gemeente mede zeggingschap hebbe, waar
het de vraag geldt, wie de buren van het Raadhuis zullen
zijn, en het is wenschelijk dat de gemeente zich tijdig van
de gelegenheid verzekere om in een eventueel later noodige
uitbreiding van de administratie te voorzien. Voor een winkel
pand, zeer gunstig in Leiden's eerste winkelstraat gelegen,
is bovendien de prijs niet bovenmatig hoog.
De door den eigenaar bedongen voorwaarden, dat hij het
perceel tot en met 1 Juli 1910 kosteloos zal mogen blijven
bewonen en dat in het perceel geen boter- en kaashandel zal
worden gevestigd, kunnen o. i. tegen den aankoop geen
bezwaar zijn.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten tot don
aankoop, ten behoeve van de gemeente, van het perceel
Breestraat 92, voor de som van f 11 500.en over te gaan
tot de vaststelling van bijgaanden suppletoiren begrootings-
staat, groot, met inbegrip van de kosten van overdracht,
f 11845.—
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
N°. 65. Leiden, 22 Februari 1910.
De salarisregeling voor den ingenieur van Gemeentewerken,
vastgesteld bij verordening van 6 Februari 1908, Gem. BI.
n°. 4, hoewel in het algemeen juist, kan toch niet geacht
worden aan den tegenwoordigen functionaris een behoorlijke
wedde te verzekeren. Houdt men toch rekening, eenerzijds
met de zeer belangrijke werken, welke inzonderheid in den
laatsten tijd moeten worden uitgevoerd en anderzijds met de
uitnemende wijze, waarop de ingenieur van gemeentewerken
zich van zijne taak kwijt, dan kan een salaris van 2000.
met drie verhoogingen, telkens na drie jaren dienst als zoo
danig, van f 200.geen voldoende belooning worden geacht.
Onder die werken willen wij de volgende noemende
vernieuwing van de Blaauwpoortsbrug, de overdekking van
het Kort Rapenburg, de vernieuwing van de school Gorte
straat, den bouw van een gesticht voor idioten bij Endegeest,
de vernieuwing van de Piet Gijzenbrug, enz. enz.
Met de uitvoering van al deze werken zal, onder toezicht
van den Directeur van Gemeentewerken, de ingenieur worden
belast. En bedenkt men nu, dat met de uitvoering van al
deze werken een bedrag van niet minder dan f 500.000.--
zal gemoeid zijn, dan moet voor iemand die de capaciteiten
moet bezitten om die taak naar behooren te verrichten, en
op wien voor een groot deel de verantwoordelijkheid voor een
richtige uitvoering zal rusten, een bezoldiging van f 2000.
bepaald onvoldoende worden geacht.
Maar ook afgescheiden van deze tijdelijke verzwaring van
zijn dienst, kwijt de heer Ruckert zich in het algemeen op
zoo uitstekende wijze en met zooveel toewijding van zijn ge
wone, reeds zooveel omvattende taak, dat alleen daarom reeds
een buitengewone belooning van zijn diensten volkomen zou
gerechtvaardigd zijn.
Met de commissie van fabricage komt het ons daarom
voor, dat er alleszins reden bestaat om aan den heer Ruckert
een personeele toelage te verleenen van f 400.'sjaars.
Wij geven u mitsdien in overweging in dezen zin te be
sluiten en die toelage te doen ingaan op 1 Maart a.s.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.