DONDERDAG 10 FEBRUARI 1910. 21 Zitting van Donderdag ÏO Februari 1910. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer J. A. VAN HAMEL, Wethouder, Loco- Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van een lid der Plaatselijke Schoolcom missie. (38) 2° Benoeming van een leeraar in de Aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (37). 3° Verzoek van Mej. A. M. van der Zanden om eervol ont slag als onderwijzeres aan de school 3e klasse n°. 1.(50) 4° Verzoek van Mevr. E. J. Kindermann—Klinkhamer om ontslag als Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (49) 5° Verzoek van Mej. H. J. C. Hartevelt om ontslag als Re gentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (49) 6° Verzoek van het bestuur der Zondagsschool »de Graan korrel" om het gebruik van een 4e lokaal der school 3e klasse n°. 2. (48) 7° Voorstel tot bestendiging van de verhuring van het bo venhuis Oude Heerengracht n°. 1 aan A. de Mooy. (41) 8° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de op hooging van het weiland aan den Zoeterwoudschen Singel. (46) 9° Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1910, ter voorziening in de behoefte aan kasgeld. (42) '10° Verzoek van W. Goosen om een standplaats voor een ge bakkraam op de kermis ondershands te mogen pachten. (39) 11° Verzoek van N. Mooyman ter bekoming in huur vaneen gedeelte berm nabij de Piet Gijzenbrug. (51) 12° Voorstel tot wijziging der begrootingen, dienst 1909 en 1910, ten behoeve van de kosten van herstelling van den Raadhuistoren en van den Lode wij kstoren. (52) 13° Voorstel tot wijziging der verordening regelende de hef fing van plaatselijke directe belasting te Leiden. (43) 14° Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaatse lijke directe belasting, dienst 1909. (47) 15° Voortzetting van de behandeling der verordening, rege lende de voorwaarden, waaronder aan bijzondere be waarscholen subsidie uit de gemeentekas kan worden verleend. (300, 341 van 1909 en 15). 16° Verordening, houdende wijziging der verordening van 10 April 1902 (Gemeenteblad n°. 8), voor de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. (22) 17° Verordening, houdende wijziging der verordening van. 19 April 1900 (Gemeenteblad n°. 8), regelende de hef fing van schoolgeld aan de gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. (23) 18° Verordening betreffende de samenstelling en de bezoldi ging van het personeel, verbonden aan het hoofdkantoor en aan de hulpkantoren van de Bank van Leening te Leiden. (30) 19° Voorstel tot wijziging van de verordening van 14 Oc tober 1880 voor de Plaatselijke Schoolcommissie te Leiden. (Gem. bl. n°. 8). (40) 20° Verzoek van het Ned. Verbond van Vakvereenigingen om wijziging der verordening, regelende den door de gemeente te verleenen steun ter bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werk loosheid. (44) 21° Voorstel tot onderhandsche verpachting van de buffetten in de Stadsgehoorzaal aan Th, J. Heins. (45). 22° Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke di recte belasting, dienst 1909. (53) Tegenwoordig zijn alle (31) leden, als de heeren: Bots, Timp, de Boer, Vergouwen, Wildeboer, van Hoeken, Briët, Fockema Andreae, van Tol, A. Mulder, van der Eist, P. J. Mulder, Sijtsma, Bosch, Corts, Carpentier Alting, Zwiers, Hoogenboom, Meuleman, Driessen, de Vries, van Hamel, Kerstens, Korevaar, van der Lip, van Gruting, Fokker, Pera, Aalberse, Roem en Reimeringer. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 27 Januari 1910 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit tot verhuring van het perceel Aalmarkt 6 aan de Wed. G. W. KargDoornaar. 2°. Dankbetuiging van de afd. loeiden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers voor de gunstige regeling van het ziekteverlof van onderwijzers. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Voorstel van den heer K. Sijtsma inzake de uitbreiding van het getal leden der Plaatselijke Schoolcommissie. Dit stuk luidt als volgt Ondergeteekende stelt voor nu de Schoolcommissie zelf op een uitbreiding van het getal harer leden aandringt om inderdaad het aantal leden van twaalf op zestien te brengen doch tevens te bepalen dat vier leden »vrouwen" moeten zijn. Hij is van oordeel dat, waar het handwerkonderwijs een niet onbelangrijk deel van het lager onderwijs uitmaakt en dit onderwijs zich op een terrein beweegt waar de man over 't algemeen slecht thuis is, terwijl de vrouw daarover veel beter bevoegd is te oordeelen, de uitbreiding der Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager onderwijs met vier vrouwelijke leden alleszins aanbeveling verdient. K. Sijtsma. Aan Burg. en Wethouders der gemeente Leiden. De Voorzitter. Ik stel voor dit voorstel te behandelen bij punt 19 van de agenda. Aangezien wij echter wellicht tot zoover niet komen, zal ik eerst vragen, of het voorstel on dersteund wordt. Het voorstel wordt voldoende ondersteund en zal mitsdien worden behandeld bij punt 19 der agenda. 2°. Verzoek van de firma Rijsewijk Co. om bij werken ten behoeve van de gemeente uitsluitend Nederlandsche cement te gebruiken. Dit stuk luidt als volgt: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Requestante Rijsewijk Co. Dat zij is Hoofd-vertegenwoordigster der Nederlandsche Portland Cementfabriek te Vijlen-Vaals- Dat voor zoover haar bekend, deze fabriek de eenige van dien aard hier te lande is. Dat de kwaliteit dezer cement voldoet aan de allerhoogste eischen, welke verklaring gestaafd wordt onder verwijzing naar bijlage A., B. en C., zoomede naar bijgevoegde attesten Koning Bienfait en Dr. Heintzel. Dat de prijs niet hooger is dan van andere soorten kunst matige cement, in normale omstandigheden daarentegen bedui dend lager. Dat de omstandigheden echter door toedoen van het Ne- derlandsch Cement Syndicaat, welk Syndicaat ten onrechte zijn naam draagt, aangezien hierbij geene Nederlandsche, doch uitsluitend buitenlandsche fabrieken zijn aangesloten, momenteel als abnormaal mogen worden betiteld. Dat genoemd Syndicaat de prijzen noodeloos opvoert, echter somtijds, om de concureerende fabrièken, waartoe in de allereerste plaats de Nederlandsche Portland Cementfa briek moet worden genoemd, tot aansluiting te dwingen, de prijzen sterk drukt, in welk gev^l van slagen de cement- markt buitensporig hoog zoude worden. Dat deze prijspolitiek plaats vindt zeer ten nadeele der verbruikers, aangezien stabiliteit der prijzen eene eerste voorwaarde is bij het maken van zuivere begrootingen. Dat het daarom op den weg ligt allereerst van officiëele lichamen, de Nederlandsche industrie in dezen te bevor deren, hetgeen van verschillende zijden dan ook reeds werd ingezien, waartoe eerbiediglijk verwezen wordt naar bijlage A., terwijl overeenkomstige bepalingen eveneens door de Departementen van Oorlog en Waterstaat zijn uitgevaardigd. Dat requestante gaarne zoude zien plaatsvinden, dat ook de Gemeente Leiden hiertoe zoude besluiten. Dat requestante van oordeel is, dat het geen doel heeft, de buitenlandsche industrie te bevoordeelen ten koste der Hollanasche, wat echter door de Gemeente Leiden, waar deze inplaats Hollandsche cement uitsluitend buitenlandsch fabrikaat verwerkt, wel degelijk het geval is. Redenen waarom Requestante eerbiediglijk verzoekt, dat het Uw College moge behagen het besluit te nemen, dat voor werken, uitge voerd onder beheer van of namens de Gemeente Leiden uitsluitend Nederlandsche cement zal worden verwerkt, in dien nl. de prijs en de kwaliteit daartoe geen beletsel blijkt te zijn. Hetwelk doende, Zutphen. 7 Februari 1910. Rijsewijk Co. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 1