DONDERDAG 23 DECEMBER 1909. 193 Zitting van Donderdag 23 December 1909. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer J. A. VAN HAMEL, Wethouder, Loco- Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van twee leden van den Gemeenteraad, respec tievelijk tot. Voorzitter en plaatsvervangend Voorzitter van het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs (aftredend: de H.H. Dr. H. J. Zwiers en A. Mulder). 2° Benoeming van leden en plaatsvervangende leden van het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs. (347) 3° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 1. (342) 4° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 1. (342) 5° Benoeming van twee onderwijzers aan de school der 3e klasse No. 5. (342) 6° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 5. (342) 7° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 6. (342) 8° Voorstel tot bestendiging van T. van Lohuizen in de betrekking van tijdelijk leeraar in de Natuurkunde aan het Gymnasium. («348) 9° Verzoek van C. J. Leendertz om eervol ontslag als leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (343) 10° Voorstel tot bestendiging van de verpachting van het gras gewas van het Plantsoen, het Park, de kleine Plantsoentjes, de Jan van Houtkade en de singelkanten aan J. Belt. (345) 11° Voorstel: a. tot vaststelling van de concessie-voorwaarden waarbij aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tramwegmaatschappij ver gunning wordt verleend tot het hebben en exploiteeren van een tramverbinding met bovengrondsche electrische beweegkracht in deze gemeente; b. tot goedkeuring van de overdracht der aan de Rijn- landsche Stoomtramweg-Maatschappij verleende con cessie voor den aanleg en de exploitatie van een stoomtram van Katwijk naar Leiden, aan de Noord- Zuid-Hollandsche Tramwegmaatschappij c. tot goedkeuring van de overdracht der aan de Rctter- damsche Tramwegmaatschappij verleende concessie tot den aanleg en de exploitatie van paardenspoorwegen te Leiden, aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg maatschappij. (318 en 334) 12° Voorstel tot aanvulling van het Uitbreidings- en Ver nieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek en vaststelling van den desbetrelïenden begrootingsstaat. (320 en 335) 13° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de over- wulving van het Kort Rapenburg en de vernieuwing van de Blauwpoortsbrug. (346) 14° Verordening, regelende de voorwaarden, waaronder aan bijzondere bewaarscholen subsidie uit de gemeentekas kan worden verleend. (300 en 341) Tegenwoordig zijn alle (31) leden, als de heeren: Fockema Andreae, Wildeboer, Timp, Bots, Vergouwen, de Boer, Reime- ringer, van Tol, Driessen, Sijtsma, van der Eist, Hoogenboom, Carpentier Alting, A. Mulder, van Hoeken, P. J. Mulder, Briët, Bosch, Meuleman, Kerstens, Korevaar, van der Lip, Fokker, Roem, Zwiers, Pera, van Hamel, de Vries, van Gruting, Corts en Aalberse. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 16 December 1909 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurde raadsbesluit tot verhooging van volgn. 111 der begrooting, dienst 1909, «Kosten ter voorkoming en bestrijding van epidemische ziekten". 2°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot kostelooze overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van eenige straten gelegen aan en nabij den Maresingel, tot aanvaarding van de rechten der gemeente Haarlem op het penceel onder Noord wij kerhout Sectie B No. 1091 en tot afstand van die rechten aan Mevr. van Lijndenvan Pallandt, tot verkoop van een gedeelte van het perceel onder Oegstgeest Sectie 1) No. 303 aan P. de Boer en tot verkoop van een strook grond aan de zuidzijde van de Groenesteeg te Oegstgeest, Sectie B No. 409 ged. aan de N.-Z.-Hollandsche Tramwegmaatschappij. 3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde gemeentebegrooting, dienst 1910. 4°. Mededeeling van A. de Poorte dat hij de benoeming tot opzichter bij Gemeentewerken aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van de Vereeniging van Nederl. Baksteen fabrikanten te Arnhem om wijziging van bestek 4, dienst 1910 »het leveren van straatklinkers en metselklinkers in 6 perceelen". 2°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond om maat regelen te nemen dat door aannemers van gemeentewerken niet wordt afgeweken van de bepalingen van art. 1638 c en d van het Burgerlijk Wetboek. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Alvorens tot de behandeling van de agenda over te gaan, moet ik eerst de goedkeuring vragen van den Raad voor een handeling, die Burgemeester en Wethouders gedaan hebben met het oog op het vaceeren van de betrekking van leerares bij het gymnastiekonderwijs, van Mej. Risseeuw. Burgemeester en Wethouders hebben vrijheid gevonden, om gedurende de bestaande vacature te benoemen tot tijdelijk onderwijzeres in de gymnastiek Mej. Konings, en die tijdelijk te belasten met de gymnastieklessen aan de Meisjesschool 2e klasse en Mej. van Lokhorst met 7 lessen aan de Kweek school en 5 lessen aan de Meisjeschool le klasse. Mej. Risseeuw heeft zich bereid verklaard tot aan de Paasch- vacantie het onderwijs in de gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te blijven geven. Zij zal dus tijde lijk belast zijn met de betrekking van leerares in de gymnastiek. Er zijn plannen aanhangig tot reorganisatie van het gym nastiekonderwijs, maar in de gegeven omstandigheden is er geen gelegenheid geweest, daarvoor een nieuwe leerares te zoeken en nu meenden Burgemeester en Wethouders dat het het beste was deze tijdelijke oplossing te vinden. Dan loopt men niet vooruit op latere beslissingen. Ik vraag daarop de sanctie van den Raad. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt dien overeenkomstig besloten. Aan de orde is alsnu I. Benoeming van twee leden van den Gemeenteraad, res pectievelijk tot Voorzitter en plaatsvervangend Voorzitter van het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs (aftredend: de H.H. Dr. H. J. Zwiers en A. Mulder). De Voorzitter. Mag ik de heeren Fockema Andreae, Meuleman, Bosch en Hoogenboom uitnoodigen het stembureau te willen vormen Ik hoop, dat de heeren er zich mee zullen kunnen ver eenigen bij de benoeming sub II 3 namen op elk briefje te zetten. Bij de twee eerste benoemingen zijn maar twee aftredenden. Er moeten echter drie personen benoemd worden. No. 1 was aftredend, maar heeft zich niet meer verkiesbaar gesteld, zoodat op elk briefje drie personen moeten worden ingevuld. Alleen bij de le benoeming voor de arbeidsbeurs moet maar één persoon genoemd worden voor een Voorzitter en daarna voor een plaatsvervangend Voorzitter. Tot Voorzitter wordt benoemd de heer Dr. H. J. Zwiers met 29 stemmen terwijl 1 stem in blanco is uitgebracht. Tot plaatsvervangend Voorzitter wordt benoemd de heer A. Mulder, met 27 stemmen, terwijl 2 stemmen van onwaarde zijn en 1 in blanco is uitgebracht. II. Benoeming van leden en plaatsvervangende leden van het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs. (Zie Ing. St. No. 347). Tot leden-werkgevers worden benoemd de heeren P. F. C. Marks met 29 stemmen, A. Ruigrok met 27 stommen en A. J. den Hollander met 18 stemmen, terwijl verder uitgebracht zijn op den heer J. P. Creyghton 11 stemmen en op de heeren N. de Zwart, 0. Wassenaar en L. A. Werner ieder 1 stem. Tot plaatsvervangende leden-werkgevers worden benoemd de heeren N. de Zwart met 29 stemmen, J. P. Creyghton met 22 stemmen en A. Th. Cahen met 19stemmen, terwijl 12 stemmen zijn uitgebracht op den heer L. A. Werner, 4 stemmen op den heer C. Wassenaar en 1 stem op de heeren P. F. C. Marks en A. Ruigrok. Tot leden-werklieden worden benoemd de heeren C. H. Kouw met 29 stemmen, A. Koppier met 29 stemmen en H. J. v. Kerkhoff met 28 stemmen, terwijl 1 stem is uitgebracht op den heer J. E. v. d. Ouweelen en 1 stem in blanco.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 1