162
tweede plaats is er ook geen sprake van een slootdemping
die aan den aanleg van een straat zou bevorderlijk zijn.
Immers de Formosastraat is er reeds en de demping van de
sloot in de Sieboldstraat kan dus op het tot stand komen
dier straat geen invloed meer uitoefenen. Voor het verleenen
van een tegemoetkoming tot de helft der dempingskosten
voor het gedeelte der sloot, dat vóór de Formosastraat gelegen
is, kunnen dus in deze geen termen aanwezig zijn. Veeleer
zou dit, gelijk de commissie van fabricage terecht opmerkt,
een verkeerd antecedent scheppen.
Dit neemt intusschen niet weg, dat bij die slootdemping
eenige werken zullen moeten worden uitgevoerd, die uitslui
tend in het belang zijn van de gemeente Wij bedoelen het
aanbrengen van een ruimdamkast vóór de Formosastraat, tot
aansluiting van het riool in de Sieboldstraat aan het gemeente
riool in die straat, en het maken van eenige straatkolken ten
behoeve van de aan de gemeente toebehoorende straten. Het
is natuurlijk niet meer dan billijk, dat de kosten dier werken,
die uitsluitend in het belang van de gemeente bij de door
ons college te verleenen vergunning tot slootdemping zullen
moeten worden voorgeschreven, en welke kosten geraamd
worden op 250.—, door de gemeente zullen moeten
worden gedragen. Deze gelden behoeven echter niet expres
selij k door Uwe Vergadering te worden toegestaan, aangezien
zij uit het bij de begrooting voor 1910 voor rioolwerk be
schikbaar gestelde bedrag zullen kunnen worden gevonden.
Wij geven U mitsdien in overweging ons te machtigen
aan adressant te berichten, dat voor inwilliging van zijn
verzoek geen termen aanwezig zijn, maar dat de gemeente
bereid is de kosten te dragen van met de slootdemping in
verband staande werken, die uitsluitend in het belang van
de gemeente zelve bij de te verleenen vergunning tot sloot
demping zullen worden voorgeschreven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Leiden, 25 November 1909.
Aan den Raad van de Gemeente Leiden.
EdelAchtb. Heeren.
Ondergeteekende Jan Botermans, wonende aan de Middelste
gracht n°. 26, geeft met verschuldigden eerbied te kennen
mede namens acht andere mede-eigenaren, dat zij het plan
hebben gevormd tot de uitvoering van het dempen, rioleeren
en bestraten van de sloot, gelegen midden in de Siebold
straat, waardoor een straat zal worden verkregen van 15 meter
breedte; de aanleiding tot dit plan vindt zijne oorzaak in
de voortdurende baldadigheid van de jeugdige bewoners van
de Formosastraat en omliggende straten, welke steeds die
sloot door het ingooien van steenen en ander vuil veront
reinigen, dat door deze verontreiniging zij als eigenaren op
kosten worden gejaagd en om dit in den toekomst te voor
komen zijn zij tot het besluit der demping gekomen, doch
de hooge kosten aan de demping en rioleering verbonden
geeft hen aanleiding zich tot Uw College te wenden met
het verzoek tot het verstrekken van eene tegemoetkoming
in de kosten in een door den Raad te bepalen vorm.
Zij gronden dit verzoek mede op het feit dat dit stads
gedeelte dan eene tot algemeene strekking blijvende verbete
ring ondergaat en tevens dat dit stadsgedeelte (de Formosa
straat) gemeente-eigendom is en deze straat er zeer zeker
mede worde gebaat en verder dat de Gemeente door dit
voorgenomen werk in het vervolg ontheven wordt van het
steeds weder keerende onderhoud tot herstelling van de
vernielingen in de bestrating van de Formosastraat.
't Welk doende
de requestrant
J. Botermans
N°. 338. Leiden, 10 December 1909.
De Directeur van de Stedelijke fabrieken van gas- en elec-
triciteit heeft ons gewezen op de wenschelijkheid om, nu op het
onlangs van den heer Bots aangekochte terrein weldra een maga
zijn zal worden gebouwd, het daaraan en aan het terrein
van de gasfabriek grenzende, doodloopende, achterste gedeelte
van de 3e Binnenvestgracht aan de terreinen van de fabriek
te verheelen. Het bedoelde gedeelte straat heeft slechts een
oppervlakte van 30 M2., maar aangezien het juist in het ver
lengde ligt van het van den heer Bots aangekochte terrein,
kan, gelijk een enkele blik op de in de Leeskamer ter inzage
liggende situatieteekening aantoont, de beschikking daarover
voor de fabriek van groot nut zijn. Omgekeerd wordt door
de onttrekking daarvan aan den publieken dienst geen enkel
belang geschaad.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten het op
de situatie met roode arceering aangegeven gedeelte van de
3e Binnenvestgracht aan den openbaren dienst te onttrekken
en dat terrein te verheelen aan de bij de Stedelijke fabrieken
van G. en E. in gebruik zijnde terreinen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 339. Leiden, 10 December 1909..
In uwe vergadering van den Hen November 1.1. werd
besloten een gedeelte van den berm langs den Haarlemmer-
trekvaartweg te verkoopen aan C. Immerzeel tegen den prijs
van 1.80 per M2.
Immerzeel heeft ons evenwel bericht niet bereid te zijn
den koop tegen dien prijs te aanvaarden.
Thans zou dus aan de orde kunnen komen het in uwe
vergadering van 21 October 1.1. ingekomen en hierbij over
gelegd verzoek van A. Meyer te Noordwijkerhout, die datzelfde
gedeelte van den berm in eigendom wenschte te bekomen.
Wij hebben echter gemeend aan Meyer vooraf de vraag
te moeten stellen of hij c. q. bereid zou zijn een prijs van
1.80 te betalen en ontvingen daarop ten antwoord, dat ook
hij wegens het vergevorderde seizoen van den koop afziet.
Onder deze omstandigheden meenen wij u dus in overwe
ging te mogen geven het verzoek van A. Meyer verder voor
kennisgeving aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad v/d Gemeente Leijden
Ondergeteekende A. Meijer Tuinder te Noordwijkerhout
geeft met verschuldigde eerbied te kennen
Dat Hij van den berm langs de Leidsche trekvaart in de
onmiddelijke nabijheid van Piet Gyzenbrug en in Zuid Weste
lijke rigting grenzende aan den Uitweg van het land van
Gebrs. Immexseel. en gedeelte in eigendom wenscht te ver
krijgen ter grootte van pl. m. 250 Vierkante Meter en wel
tegen den prijs van ƒ1.30 p. Meter alles in begrepen behalve
overdrachtskosten Landmeten etc
Hetwelk doende
UEd dw dienaar
A Meijer
Noordwijkerhout 7 October 09.
N°. 340. Leiden, 10 December 1909.
Wij hebben de eer U voor te stellen gunstig te beschikken
op het hierbij overgelegd verzoek van de vereeniging «Open
bare Leeszaal en Bibliotheek te Leiden" om een bijdrage voor
eens van 1000 in de kosten van verbouwing van het ter be
schikking van de vereeniging gestelde huis aan de Breestraat
N°. 27 alhier.
De vereeniging stelt zich blijkens art. 1 harer statuten ten
doel «door het oprichten en in stand houden van een open
bare leeszaal en bibliotheek, mede te werken aan de geeste
lijke ontwikkeling en ontspanning van volwassenen zonder
aanzien van geslacht, geloof of staatkundige richting."
Het nut van dit streven behoeft hier zeker niet naderte wor
den aangetoond en evenmin kan het o. i. worden ontkend
dat ook het algemeen gemeente-belang, in ruimeren zin ge
nomen, door dit streven zal worden gediend. En wanneer
wij dan ook zien, dat in andere gemeenten als Dordrecht,
Groningen, Alkmaar, Leeuwarden en Utrecht, jaarlijks bijdra
gen, afwisselende tusschen 150 en ƒ1000 uit de gemeente
kas ten behoeve der openbare leeszaal worden verstrekt, dan
kan een bijdrage voor eens van 1000 voor onze gemeente
zeker geen groot bezwaar ontmoeten.
Een der leden van ons college kan zich echter met dit prae-
advies niet vereenigen. En waar deze minderheid niet slechts
om redenen van utiliteit, maar tevens uit beginsel tegen het
verleenen dezer subsidie gekant is, stelt zij er prijs op ook
van haar afwijkende meening in deze te doen blijken.
In de eerste plaats dan wil zij er op wijzen dat, blijkens
de nader door or.s college ingewonnen inlichtingen naar de
finantieele omstandigheden der vereeniging, deze de gevraagde
subsidie niet noodig heeft. Immers uit die inlichtingen blijkt,
dat de vereeniging behalve over het haar in eigendom toe
behoorende huis en over een bedrag aan jaarlijksche contri
buties van 1200, nog bovendien over een kapitaal van
5000 beschikt, dat door haar tot dekking van jaarlijksche
tekorten kan worden aangewend. En het Bestuur toont aan,
dat de vereeniging door van dit kapitaal gebruik te maken,