Ch. van Spall,
van den Wall Bake.
161
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met versehuldigden eerbied te kennen de Leidsche
Duinwater Maatschappij, gevestigd te Leiden:
dat in Uwe Vergadering dd. 20 April 1905 werd goedge
keurd eene overeenkomst met de gemeente Üegstgeest aan te
gaan, waarin aan ingezetenen dier Gemeente het duinwater
zou geleverd worden per kubieken meter en onder de bepa
lingen van het aan die overeenkomst gehechte prospectus 1904;
dat dit prospectus in hoofdzaak de voorwaarden voor water
levering per abonnement bevat en het haar daarom nu wen-
schelijk voorkwam die voorwaarden zoodanig te wijzigen dat
ze méér in overeenstemming gebracht werden met eene
leverantie per watermeter.
Redenen waarom requestrante, onder overlegging van een
prospectus 1904 en een in bovenstaanden geest gewijzigd
prospectus 1909, Uwen Raad eerbiedig verzoekt goed te willen
keuren dat de waterlevering aan de ingezetenen van Oegst-
geest voortaan zal geschieden onder de voorwaarden als in
laatstgenoemd prospectus zijn omschreven.
't Welk doende enz.,
De Leidsche Duinwater Maatschappij,
Leiden, den 3en December 1909.
N°. 832. Leiden, 2 December 1909.
Met 31 December a. s. eindigt de huur van perceel I van
het Raamland aan den Hoogen Rijndijk, krachtens raads
besluit van den 22en October 1908 voor den tijd van één jaar
verhuurd aan de Vereeniging »Volksspeeltuinen" voor ƒ139.
per jaar.
Aangezien de huurster den wensch heeft te kennen gegeven
de huur weder voor den tijd van één jaar te verlengen en
daartegen bij ons college geen bezwaar bestaat, geven wij U
in overweging perceel 1 van het Raamland aan den Hoogen
Rijndijk opnieuw voor den tijd van één jaar, ingaande 1
Januari 1910, te verhuren aan de Vereeniging »Volksspeel-
tuinen-' alhier, tegen den huurprijs van 139. per jaar
en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 333. Leiden, 9 December 1909.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
het 2e suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting
dienst 1909.
De proefdrukken van dit kohier zullen aan de Raadsleden
worden toegezonden.
Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 334. Leiden, den 9en December 1909.
De Commissie van Financien heeft de eer U mede te deelen,
dat zij zich vereenigt met de voorstellen van Burgemeester
en Wethouders, opgenomen onder N°. 318 der Ingekomen
Stukken.
Zij adviseert U derhalve overeenkomstig die voorstellen te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 335. Leiden, den 9en December 1909.
De Commissie van Financien heeft de eer U mede te deelen,
dat indien de Raad besluit tot de door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde aanvulling van het Uitbreidings-
en Vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek met 300 000
(Ing. St. No. 320), zij tegen den daartoe betrekkelijken be-
grootingsstaat geene bedenking heeft en U tot vaststelling
van dien staat adviseert.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 336. Leiden, 10 December 1909.
Nadat in uwe vergadering van 28 October 1.1. (Zie Ingek.
Stukk. n°. 233) afwijzend was beschikt op een verzoek van
H. Oostdam Ezn. te Noordwijkerhout om een uitweg over
den berm langs den Haarlemmertrekvaartweg, deel uitmakende
van het kadastrale perceel Sectie B n°. 810, Gem. Noord
wijkerhout, ten zijnen name doen overschrijven, kwam in uwe
vergadering van 2 dezer nevensgaand verzoek van genoemden
Oostdam in, om hem dat gedeelte van den berm tegen den
prijs van 1.per M2. te verkoopen.
Noch bij de commissie van fabricage noch bij ons college
bestaat tegen de inwilliging van dit verzoek bezwaar. De prijs
van 1.kan voor grond, welke te ver van bebouwde gedeelten
berm gelegen is, dan dat hij als bouwgrond zou kunnen
worden aangemerkt, nifct te laag worden geacht. Die prijs is
dan ook trouwens gelijk aan dien, welke bij uw besluit van
25 Februari van dit jaar voor den verkoop van een ander
gedeelte berm, dat evenmin als bouwgrond kon worden aan
gemerkt, aan Mevr. de douairière van Lijnden werd vast
gesteld.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten het gedeelte
van den berm langs den Haarlemmertrekvaartweg, kadastraal
bekend onder Sectie B. n°. 810, gem. Noordwijkerhout, thans
dienst doende als uitweg ten behoeve van het perceel Sectie B.
n°. 544, groot 33 M2, tegen den prijs van 1.per M2
benevens de kosten van overdracht te verkoopen aan H. Oost
dam Ezn. te Noordwijkerhout.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Aan den Raad der Gemeente Leiden
Geeft eerbiedig te kennen:
Hendrik Oostdam Engelbertuszoon, bouwman en Wethouder,
wonende te Noordwijkerhout, ten deze woonplaats kiezende
ten kantore van Mr. H W. C. J. de Jong, Advocaat en Pro
cureur, te Leiden aan de Langebrug N°. 6c;
dat hij voor eenige weken aan Uw college heeft ingediend
een verzoekschrift, waarbij hij Uwe medewerking verzocht
om een gedeelte van het perceel berm gemeente Noordwijker
hout Sectie B n° 810, welk perceel kadastraal staat geboekt
ten name van de gemeente Leiden ten zijnen name over te
brengen
dat Uw College gemeend heeft, dit verzoek te moeten wijzen
van de hand daar Uw College de gemeente Leiden, als uit
sluitend eigenares van dien berm beschouwde;
dat requestrant, hoewel van meening, dat hij eigenaar is
geworden door verjaring van het bewuste deel van
den berm, zich bij de opvatting van Uw College wil neerleggen
dat het voor requestrant van het grootste belang is, dat
hij van zijn perceel land sectie B n°. 544 op den weg langs
de Haai lemmertrekvaart kan komen;
dat hij zulks tot nog toe steeds heeft gedaan over een weg
loopende dwars over de voorschreven Berm Sectie B No. 810
dat hij als eigenaar van perceel Sectie B N°. 544 echter
groot belang er bij heeft, dat hij dien uitweg rechtens bezit,
en een behoorlijke titel van zijn recht ten deze voorhanden is
Redenen, waarom hij, onder verwijzing naar de bijlagen,
overgelegd bij het eerste verzoekschrift, zich wendt tot Uwen
Raad met eerbiedig verzoek, dat het Uw College behage,
hein het deel van den berm bekend gemeente Noordwijker
hout Sectie B N°. 810, en wel dat deel dat thans gevormd
wordt door den meergenoemden uitweg, te verkoopen, tegen
den prijs van een gulden per centiare.
Noordwijkerhout, November 1909.
't Welk doende enz.
H. Oostdam.
Nü. 337. Leiden, 10 December 1909.
Bij nevensgaand adres wordt door J Botermans een tegemoet
koming gevraagd in de kosten van demping en rioleering van
de sloot, gelegen midden in de Sieboldstraat.
Met de Commissie van fabricage komt het ons voor, dat
voor inwilliging van dit verzoek geen termen aanwezig zijn.
Ten onrechte toch doet de Directeur van Gemeentewerken
het in het door hem uitgebracht rapport voorkomen, als zou
het hier een geval gelden, analoog aan die, waarin in den
laatsten tijd een tegemoetkoming van wege de gemeente in
de dempingskosten verleend werd.
Dan toch gold het steeds slootgedeelten, in eigendom toe-
behoorende aan de gemeente, welke particulieren voor hunne
rekening zouden dempen, en dan nog alleen die stukjes van
het te dempen gedeelte, waarover een straat op den singel zou
uitloopen. Hier echter hebben wij in de eerste plaats te doen
met een sloot, welke geheel particulier eigendom is, en in de