132
Wij wenschen hier slechts aan toe te voegen dat er o. i.
geen reden bestaat om in dit geval al' te wijken van den ge
wonen regel om den door demping verkregen grond geheel
kosteloos bij de gemeente in eigendom over te nemen. Indien
dus adressant mocht volharden bij zijn besluit om den door
demping verkregen grond, die zijn eigendom zal worden, alleen
dan aan de gemeente af te staan, wanneer deze de kosten
van overdracht voor hare rekening wil nemen, zoo komt het
ons met de commissie van fabricage voor, dat dan niet
tot de overneming moet worden overgegaan. In dat ge
val zal dus, overeenkomstig de gebruikelijke voorwaarde, aan
dergelijke vergunningen verbonden, en thans ook weer sub 6°
opgenomen, adressants terrein op zijn kosten door een ijzeren
hek op steenen voet van het grondgebied der gemeente moeten
worden afgescheiden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Zaandam, 21 September 1909.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen:
H. Blans Kz., fabrikant te Zaandam, dat adressant is eigenaar
van de perceelen Kad. Sectie M. N°. 918, 922 en 923 aan de
Hooge Rijndijk te Leiden,
dat adressant de slooten vóór die perceelen, voor zooverre
die nog niet gedempt zijn, wenscht te dempen en te rioleeren
voor zijne rekening,
dat adressant zich bereid verklaart de hem behoorende
grond voor zooverre die buiten de rooilijn ligt, met uitzon
dering van het reeds gedempte gedeelte vóór het kantoor,
vroeger Heerenhuis, genaamd »Giardini" en het buiten de
rooilijn springende gedeelte van den koepel, kosteloos aan de
Gemeente Leiden al' te staan, indien de kosten van overdracht
en het hard maken van den weg door die Gemeente zullen
worden gedragen.
Redenen waarom adressant verzoekt vergunning en mede
werking tot het bovenstaande te willen verleenen.
't Welk doende enz.
H. Blans Kz.
N°. 296. Leiden, 5 November 1909.
Door de Noord-Zuid Hollandsche Tramweg Maatschappij
worden bij nevensgaand adres de volgende vergunningen
gevraagd:
1°. om de sloot langs de noordzijde van den Aoortweg onder
de gemeente Oegstgeest te mogen dempen en rioleeren;
2°. om een tweetal slooten, op de overgelegde situatie-tee-
kening aangeduid met de cijfers in rood 1 en 2, welke ten
gevolge van de demping van de Zandsloot niet langer met
elkander in verbinding zouden staan, door het graven van een
dwarsslootje weder met elkander in verbinding te brengenen
3o. om het stukje sloot langs de zuidzijde van den Voortweg
tusschen den meest oostelijken dam in die sloot en den Rijns
burger weg te mogen dempen en rioleeren.
Noch bij de commissie van beheer over de gestichten
«Endegeest" en «Rhijngeest", noch bij ons college bestaan
tegen het verleenen dezer drié vergunningen bezwaren, wan
neer daaraan de door den Directeur van Gemeentewerken
noodig geachte voorwaarden worden verbonden.
Dienovereenkomstig geven wij U dus in overweging aan
de Noord-Zuid Hollandsche Tramweg Maatschappij, behou
dens rechten van derden, vergunning te verleenen:
a. tot het dempen van de op de overgelegde situatie-tee-
kening nader aangeduide sloot tusschen den Hoogevoortscheweg
en het villapark te Oegstgeest, onder voorwaarde:
1°. dat de te dempen sloot worde ontdaan van bodem- en
drijfvuil, aangevuld met zuiver zand en voorzien van een rio-
leering ten behoeve der waterloozing, in aansluiting aan de
bestaande rioleering in het reeds vroeger gedempte slootge-
deelte
2°. dat het door demping verkregen terrein worde opge
hoogd in verband met de hoogte van den Voortweg en van
de noordelijk gelegen terreinen en worde verhard met steen
slag, koolasch en grind;
3°. dat tot afvoer van het hemelwater van den Voortweg
tegen het sub. 4° te noemen ijzeren hek in de gedempte
sloot, op onderlinge afstanden van 25 M. volgens nadere
aanwijzing worden geplaatst ijzeren kolken (model Gemeente
Leiden), en deze door middel van verglaasde Engelsch aarden
buizen, inwendig wijd 20 cM. en de noodige bemetseling
met het riool worden verbonden;
4°. dat op den grens van den aan de gemeente Leiden toe
behoorenden grond ten genoegen van ons college een ijzeren
hek worde geplaatst, waarvan teekening en constructie vooraf
door ons college moeten zijn goedgekeurd;
5°. dat adressante zorge voor het behoorlijk schoonhouden
van het in de gedempte sloot gelegde riool en van de te
plaatsen kolken met aansluitingen;
6°. dat alle werken ten genoegen van ons college worden
uitgevoerd en onderhouden;
7°. dat daags vóór den aanvang der werkzaamheden daar
van worde kennis gegeven op het Bureau van Gemeente
werken
8°. dat deze vergunning vervalt, wanneer daarvan op 4
Januari 1910 geen gebruik is gemaakt;
9°. dat bij niet behoorlijke naleving der gestelde voor
waarden, daarin door de Gemeente Leiden ten koste van adres
sante zal worden voorzien.
b. tot het graven van een verbindingsslootje tusschen de
op de overgelegde situatieteekening met roode cijfers 1 en 2
aangeduide slooten, tegenover het Huis «de Pen", onder
voorwaarde
1°. dat alle daarvoor noodige werken in overleg met den
Directeur van Gemeentewerken en ten genoegen van ons col
lege worden uitgevoerd; en
2°. dat daags vóór den aanvang der werkzaamheden daar
van worde kennis gegeven op het Bureau van Gemeente
werken;
c. tot het dempen van 'het op de overgelegde situatietee
kening nader met de roode letter A aangeduide gedeelte
sloot aan de zuidzijde van den Hoogevoortschen weg, nabij
den Rijnsburger straatweg, onder voorwaarde:
1°. dat het te dempen gedeelte sloot worde ontdaan van
bodem- en drijfvuil en aangevuld met zuiver zand;
2°. dat het door de demping verkregen terrein worde
opgehoogd in verband met de hoogte van den Voortweg en
van de terreinen van Endegeest, en worde verhard met steen
slag, koolasch en grind;
3°. dat het terrein van «Endegeest", overal waar dit door
de demping, hetzij van de Zandsloot, hetzij van dit gedeelte
sloot aan den openbaren weg zal komen te liggen, daarvan
worde afgescheiden door een ijzeren hek op steenen voet van
ten minste 2 M. hoogte, waarin ten minste 3 beweegbare
deelen, en waarvan de teekening vooraf moet worden goed
gekeurd door ons college;
4°. dat de greppel op de landen van Endegeest, thans uit
komende op de Zandsloot, ten genoegen van ons college,
zoover met zuiver zand worde aangevuld, dat een droge
greppel wordt verkregen; aan het einde daarvan nabij het
sub 3°. genoemde ijzeren* hek moet een ijzeren kolk (model
Gemeente Leiden) worden geplaatst, welke door middel van
verglaasde Engelsch aarden buizen, inwendig wijd 20 cM.,
en de noodige bemetseling met het te leggen riool in de
Zandsloot moet worden verbonden;
5°. dat alle werken moeten worden uitgevoerd en onder
houden ten genoegen van ons college;
6°. dat daags vóór den aanvang der werkzaamheden daar
van worde kennis gegeven op het Bureau van Gemeente
werken;
7°. dat de sub 3° en 4° vermelde werkzaamheden worden
aangevangen uiterlijk één week, nadat het terrein van Ende
geest door de slootdemping niet meer van den openbaren weg
zal zijn afgescheiden en uiterlijk drie weken later zullen zijn
voltooid
8°. dat tijdens de werkzaamheden, zoowel van de sloot-
demping, als die, vermeld sub 3° en 4°, de grens van Ende
geest door adressante behoorlijk ten genoegen van ons college
zal worden bewaakt;
9°. dat bij het niet behoorlijk naleven der gestelde voor
waarden daarin door deGemeente Leiden ten koste van
adressante zal worden voorzien.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Amsterdam, 21 September '1909.
De ondergeteekenden, uitmakende het Bestuur der Noord-
Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappijhebben de eer Uw
College het volgende te verzoeken
Om te kunnen voldoen aan den door Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland te kennen gegeven wensch, dat bij dubbel
spoor tusschen wagenbak en vast voorwerp een vrije ruimte
zal blijven van 3,50 M., stellen ondergeteekenden zich voor
de demping van de Zandsloot van het Huis de Pen tot aan
de Schoolstraat in de Gemeente Oegstgeest in hunne plannen
op te nemen.
De Gemeente Oegstgeest, eigenaresse van die Zandsloot,
vonden zij ten zeerste bereid tot de verwezenlijking van die
plannen mede te werken, zoodat ondergeteekenden eerstdaags
de benoodigde vergunning zullen kunnen tegemoet zien.