DINSDAG 7 SEPTEMBER 1909.
113
Sitting van Dinsdag 7 September 19#9.
Geopend des namiddags te halfdrie uur.
Voorzitter: de Heer J. A. VAN HAMEL, Wethouder,
Loco-Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Beëediging en installatie van de nieuw benoemde leden
van den Gemeenteraad.
2° Benoeming van een Wethouder, jaar van aftreding 1911
(aftredend: de heer Mr. J. C. van der Lip).
3° Benoeming van een Wethouder, jaar van altreding 1914
(aftredend: de Heer J. Korevaar P.Azn.).
4" Benoeming van de leden der vaste Commissiën uit den Ge
meenteraad, als:
a. drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen
van den Voorzitter, (aftredende leden: de H.H. A. L.
Reimeringer, Voorzitter, J. P.Vergouwen, lid, 1 vacature);
b. drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke ver
ordeningen en uit dezen van den Voorzitter, (aftredende
leden: de H.H. Mr. A. van der Eist, Voorzitter, W.
Pera en Mr. P. E. Briët, leden);
c. twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen,
(aftredende leden: de H.H. Mr. S. J. Fockema Andreae
en Mr. A. J. Fokker);
d. twee leden van de Commissie van Fabricage, (aftredend
lid de Heer J. Roem, 1 vacature);
e. twee leden van de Commissie voor het Openbaar Slacht
huis, (aftredende leden: de H.H. Dr. H. J. Zwiers en
J. A. Bots);
f. twee leden van de Commissie voor het Marktwezen,
(aftredende leden: de H.H. D. van Gruting en S. de
Boer Azn.);
g. twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, (af
tredende leden: de H.H. Mr. S. J. Fockema Andreae en
Dr. G. Wildeboer);
h. twee leden van de Commissie voor de Stedelijke fabrieken
van gas en electriciteit, (aftredende leden: de H.H. Mr.
P. J. M. Aalberse en J. P. J. Driessen); (223)
i. drie leden der Commissie van Beheer over het Krank
zinnigengesticht »Endegeest" en het Sanatorium voor
zenuwlijders »Rhijngeest", (aftredende leden: de H.H.
Dr. C. F. Th. J. Meuleman, W. Pera en Mr. A, van
Eist). (225)
5° Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stede
lijk Museum »de Lakenhal", (aftredende ledende H.H. Mr.
P. J. M. Aalberse, Mr. J. A. F. Coebergh en J. Korevaar
P.Az.). (224)
6° Benoeming van drie leden van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting, uit de leden van Raad, (aftredende
leden: de H.H. J. A. Bots en P. J. Mulder, 1 vacature).
7° Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting, buiten de leden van den Raad. (229)
8° Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van
de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het
Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente
Leiden, (aftredende ledende H.H. Mr. A. van der Eist en
Mr. P. E. Briët).
9° Benoeming van een lid van het bestuur der vereeniging
«Kennis is Macht." (222)
10° Benoeming van een onderwijzer-plaatsvervangend hoofd
der school 3e klasse No. 2. (227)
11° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte
aan de Jongensschool 2e klasse. (226)
12° Verzoek van Mej. J. van der Stel om eervol ontslag als 3e
onderwijzeres in de handwerken aan de school 4e klasse
No. 2. (221)
13° Voorstel tot beschikbaarstelling van een bedrag van f 9750
voor de oprichting van een gemeentelijke desinfectie-inrich
ting in een der lokalen van het voormalig Caeciliagasthuis.
(228)
14° Verdeeling van den Raad in Sectiën.
Tegenwoordig zijn 29 leden, als de heerenvan Hoeken,
Vergouwen, A. Mulder, Briët, Wildeboer, Zwiers, Timp, Hoogen-
boom, Corts, Sijtsma, Aalberse, Fokker, van Hamel, de Boer,
van Tol, Bots, Roem, Reimeringer, Kerstens, Korevaar, van
der Lip, P. J. Mulder, Carpentier Alting, Pera, Meuleman, van
der Eist, Driessen, van Gruting en Bosch.
Afwezig zijn de heerenFockema Andreae en de Vries,
wegens uitstedigheid.
De notulen van de vorige vergadering van 49 Augustus
1909 worden goedgekeurd.
Aan de orde is allereerst:
I. Beëediging en installatie van de nieuw benoemde leden
van den Gemeenteraad.
De Voorzitter. De nieuw gekozen leden van den Raad
zijn in de Leeskamer aanwezig en ik verzoek den heer Secre
taris hen wel te willen binnenleiden.
De heeren J. Korevaar, Mr. J. C. van der Lip, P. J. Mulder,
Dr. C. F. Th. J. Meuleman, J. P. J. Driessen, J. A. Bots,
A. Corts, Mr A. van der Eist, Mr. J. H. Carpentier Alting,
P. Hoogenboom en Mr. P. E. Briët, worden door den Secre
taris binnengeleid en plaatsen zich voor den Voorzitter.
De Voorzitter. Mijne heeren. De bij de wet gestelde ter
mijn is verloopen zonder dat tegen uwe toelating als Raads
lid bezwaren zijn ingebracht. Alvorens echter uwe betrekking
te aanvaarden, verzoek ik u de bij de wet gevorderde eeden of
beloften te willen afleggen.
Al de heeren leggen achtereenvolgens de bij de wet ge
vorderde eeden (belofte) af.
De Voorzitter. Herbenoemde en nieuw benoemde leden
van den Raad! Hartelijk wensch ik u geluk met uwe be
noeming en met het vertrouwen, dat de kiezers bij hernieu
wing of voor de eerste maal in u hebben gesteld. U heeren
herbenoemden, die reeds meerdere jaren zitting hebt in den
Raad, die bij al de leden van den Raad bekend zijt, wij
verheugen ons u weder in ons midden terug te zien. Wij
weten, dat gij uwe gewichtige betrekking met denzelfden
ijver en met dezelfde toewijding als gij tot dusverre betoond
hebt, zult blijven waarnemen en wij vertrouwen ook daarop.
En u heeren, die voor de eerste maal hier zitting krijgt in
dit college, u wensch ik toe de noodige opgewektheid en
kracht om de belangen der gemeente met al uw vermogen
te kunnen behartigen, en ook dat gij die betrekking zult be-
kleeden tot eigen voldoening en tot heil van de ons zoo
dierbare gemeente Leiden. En hiermede verklaar ik u wettig
te zijn geïnstalleerd en verzoek ik u om uwe zetels in te
nemen en aan onze werkzaamheden deel te nemen.
De Voorzitter deelt hierop mede dat zijn ingekomen:
1°. Beschikking van den Commissaris der Koningin waarbij
aan den Burgemeester verlof wordt verleend om zich van 6
tot 27 September a.s. buiten de gemeente op te houden.
2°. Mededeeling van den Minister van Binnenlandsche Zaken
dat hij berust in het raadsbesluit, waarbij Mej. J. M. Oort
benoemd wordt tot tijdelijk leerares in de Hoogduitsche taal
aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens.
3°. Mededeeling van B. de Vries dat hij zijne benoeming tot
onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 4e
klasse No. 2 niet aanneemt.
4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot verhooging van de begrooting, dienst
1909, tot voorziening in de behoefte aan kasgeld.
5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten, tot verhuring van het weiland aan
den Zoeterwoudschen Singel aan P. P. de Jong en van het
perceel Dolhuissteeg No. 48 aan B. Neuteboom.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1909.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Begrooting van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
voor het jaar 1910.
De Voorzitter. De toezending der begrooting, welke op
30 Augustus j.l. ter visie is gelegd, heeft dit jaar zeer tijdig
plaats gehad, zoodat het den heeren niet moet verwonderen,
wanneer zij zeer spoedig, wellicht reeds den löden van deze
maand, zullen worden opgeroepen voor de behandeling der
begrooting in de secties.
Alsvorens nu over te gaan tot de behandeling van de
agenda, zal het den heeren wellicht aangenaam zijn eenige
mededeeling te ontvangen omtrent hetgeen Burgemeester en
Wethouders hebben verricht met het oog op het dreigend
gevaar van de cholera, die zooals den heeren bekend is van uit
Rotterdam of van uit Vlaardingen haar intrede hier te lande
heeft gedaan.
Burgemeester en Wethouders hebben dadelijk, op initiatief
en in overleg met de Gezondheidscommissie, voorzorgsmaat
regelen genomen. Burgemeester en Wethouders kunnen de
verklaring afleggen, dat, voor zoover het van hen afhangt,