113 Burgerschool voor Jongens en aan Lagere Scholen, om eervol ontslag uit zijne betrekking tegen 1 October 1909 heb ik de eer IJ te berichten, dat er van mijne zijde niet het minste bezwaar bestaat om zijn verzoek in te willigen. Het hoofd der openb. Jongensschool 2e kl. te Leiden. W. Cramer. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Het hoofd der Meisjesschool le klasse, kennisgenomen hebbende van de ontslagaanvrage van den Heer C. A. Bader, verklaart, dat harerzijds tegen het verleenen van genoemd ontslag geen bezwaar bestaat. Leiden, 25 Aug. 1909. C. Bruintjes. Aan H. H. Burg. en Weths. der gemeente Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden geeft met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekende Bader, Christiaan Arie, Leeraar in de Gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en aan Lagere scholen dat hij op grond van lichaamsgebreken in en door den dienst verkregen, waardoor het hem onmogelijk is zijn betrek king naar behooren waar te nemenbeleefd verzoekt om eervol ontslag uit zijn betrekking tegen 1 October 1909. Hetwelk doende C. A. Bader. Leiden, 10 Juli 1909. N°. 244. Leiden, 24 September 1909. Aangezien zich in de nieuwe straat, bij de Decimastraat, waar de nieuwe 3e klasse school wordt gebouwd, reeds eenige woonhuizen bevinden, zal aan deze straat een naam moeten worden gegeven. Wij stellen u voor deze straat, welke in het Japansche kwartier is gelegen, (nabij de Formosa-, Nippon-, Üecima- en Sieboldstraten) te noemen Medusastraat, naar den naam van het Nederlandsche schip, dat in 1863 de straat van der Ca- pellen in de Japansche wateren forceerde. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 245. Leiden, 24 September 1909. Wij hebben de eer U te berichten dat wij ons voorstel tot oprichting van een desinfectieinrichting in het gebouw van het voormalig Caeciliagasthuis voorloopig terugnemen. In hoofdzaak bestaan daarvoor twee redenen. In de eerste plaats omdat, nu het choleragevaar gelukkig weder als ge weken mag worden beschouwd, dat voorstel zijn urgent karakter heeft verloren. En in de tweede plaats, omdat het raadzaam schijnt thans de behandeling af te wachten van het aanhangige wetsontwerp tot wijziging van de wet op de besmettelijke ziekten, krachtens hetwelk onder nader vast te stellen voorwaarden van rijkswege een bijdrage zou kunnen worden verleend in de kosten van oprichting en uitbreiding van een gemeentelijken ontsmettingsdienst. Onder deze omstandigheden schijnt uitstel van de behandeling van ons voorstel gewenscht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 246. Leiden, 24 September 1909. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de gemeente in de gelegenheid gesteld is zich voor niet te hoogen prijs den eigendom te verzekeren van een tweetal perceeltjes in de Haverstraat (nis 73 en 75) tegenover de gemeenteschool in de Gortestraat. Deze perceeltjes grenzen aan een reeds aan de gemeente toebehoorend perceeltje, dat thans voor het bewaren van plantsoengereedschappen en dergelijke ge bruikt wordt, maar bij de voorgenomen verbouwing van de school in de Gortestraat bestemd was om tot gymnastiek- locaal te worden ingericht. Heeft nu echter deze aankoop plaats, dan behoeft dat perceeltje niet geheel aan zijn tegen woordige bestemming te worden onttrokken, maar kan voor het gymnastieklocaal ook van het terrein van de nieuw aan te koopen perceeltjes worden gebruik gemaakt. Wij geven U mitsdien in overweging 1°. te besluiten tot den aankoop, ten behoeve van de ge meente a. van het perceel Haverstraat No. 73, voor de som van f 400.en b. van het perceel Haverstraat No 75, voor de som van f 475.— een en ander benevens de kosten van overdracht. 2°. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij overgeleg- den suppletoiren begrootingsstaat, groot, met inbegrip van de kosten van overdracht, f 940. Van deze som zal echter V* gedeelte door het Rijk worden vergoed. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 247. Leiden, 24 September 1909. De bij nevensgaand adres door de Leidsche Duinwater- maatschappij aan uwe goedkeuring onderworpen overeenkomst met de gemeente Rijnsburg ontmoet, gelijk zij thans nader overeenkomstig ons verlangen is aangevuld, noch bij den commissaris der gemeente, noch bij ons college bezwaar. Op ons verzoek werd toch art. 9 der overeenkomst alsnog aan gevuld met een bepaling, krachtens welke de rechten, welke bij deze overeenkomst aan de maatschappij worden toegekend, na afloop der concessie aan de gemeente zullen overgaan, bijaldien de gemeente alsdan zelf de exploitatie ter hand mocht nemen en tegenover de gemeente Rijnsburg dezelfde verplich tingen aanvaardt, welke de maatschappij bij deze overeen komst op zich neemt. Overigens is die overeenkomst geheel gelijk aan die, welke in 1907 door de maatschappij rnet uwe goedkeuring met de gemeente Katwijk gesloten werd (Zie Ingek. Stukken no. 122 van dat jaar). Ook hier zal dus weer om dezelfde redenen aan de goedkeuring de voorwaarde moeten worden verbonden»dat op de plaats of plaatsen, welke daarvoor in aanmerking zullen komen, non-return kleppen in het buizennet worden aange bracht, die zullen verhinderen, dat water uit het door Rijns burg beheerde net terugvloeit in het voor Leiden bestemde net." Wij geven U mitsdien in overweging de concept-overeen komst onder deze voorwaarde goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De Directie der Leidsche Duinwater-Maatschappij heeft, ingevolge art 12 der concessie, de eer hierbij aan de goed keuring van Uwen Raad te onderwerpen eene met de ge meente Rijnsburg te sluiten overeenkomst voor de levering van water in die Gemeente. Tot nu toe geschiedde de levering aan de ingezetenen krachtens de vergunning ons verleend bij Uw Besluit dd 31 Januari 1895 't Welk doende enz. De Leidsche Duinwater-Maatschappij, Ch. van Spall Dz. Leiden, den 3n Juli 1909. N°. 248. Leiden, 24 September 1909. Tegen de in hare handen gestelde rekening van het H.-G. of Arme Wees- en Kinderhuis, dienst 1908, heeft de Com missie van Financiën geene bedenkingen. Zij stelt U voor die rekening goed te keuren in ontvangst opf 30988.03® in uitgaaf op 31391.59® sluitende met een nadeelig slot van f 403.56 Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën. N°. 249. Leiden, 24 September 1909. De Commissie van Financiën heeft tegen den in hare han den gestelden staat van af- en overschrijving op de begroo ting van het College van Vrouwen-Kraammoeders, het dienstjaar 1908 betreffende, geen bezwaar. Zij adviseert U derhalve dien staat goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.- N°. 250. Leiden, 24 September 1909. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het le suppletoir en het forensen kohier der plaatselijke directe belastingdienst 1909, met een belastbaar inkomen respectievelijk van f 168585 en van f 233069.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 7