GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
103
INttEKONEN STUKKEN.
N°. 217. Leiden, 12 Augustus 1909.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening van de
Stads-Bank van Leening, over het dienstjaar 1908, geene be
denkingen heeft.
Zij stelt O derhalve voor die rekening goed te keuren:
in ontvangst opf 270893.736
in uitgaaf op260799.68
sluitende met een voordeelig kas
saldo vanf 10094.05®
De exploitatie leverde een nadeelig slot van f 608.695 op.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën
N°. 218. Leiden, 13 Augustus 1909.
Ter vervulling van de vacature, welke sinds 1 Juli bestaat
in het college van commissarissen der Stads Bank van
•Leening, tengevolge van de periodieke aftreding van den heer
A. Corts, hebben wij de eer U krachtens art. 1 van het
Reglement der Bank de volgende alphabetische voordracht
aan te bieden, met verzoek tot eene benoeming over te gaan
1°. A. CORTS.
2°. J. J. VAN HOEKEN.
3°. A. L. RELMERINGER.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 219. Leiden, 14 Augustus 1909.
Naar aanleiding van de door Burgemeester en Wethouders
ingediende voordrachten tot verhooging van volgn. 188 der
begrooting, ten behoeve van de uitvoering van eenige werken
langs de Haarlemmertrekvaart (Ing. St. no. 206), en van
volgn. 187 der begrooting, ten behoeve van de verbouwing
van de hulpbank van Leening aan de Lammermarkt (Ing. St.
no. 211), heeft de Commissie van Financiën de eer te
berichten, dat, indien de Raad de aangevraagde gelden be
schikbaar wenscht te stellen, zij tegen de overgelegde begroo-
tingsstaten geene bedenking heeft.
Evenmin heelt de commissie bezwaar tegen de bij Ing. St.
no. 210 voorgestelde verhooging van den begrootingspost
volgn. 60 «Tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte
aan kasgeld" met ƒ110000.zoodat zij U tot vaststelling
van den daarop betrekking hebbenden begrootingsstaat,
adviseert.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 220. Leiden, 14 Augustus 1909.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat het onderzoek der rekening van de ont
vangsten en uitgaven der gemeente, over het jaar 1908, haar
tot geene bedenkingen aanleiding heeft gegeven.
Zij stelt U derhalve voor die rekening goed te keuren, door
vaststelling van het besluit, opgenomen onder no. 216 der
Ingekomen Stukken.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 221. Leiden, 20 Augustus 1909.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
Mej. J. van der Stel, om eervol ontslag uit hare betrekking
van 2e onderwijzeres in de handwerken aan de openbare
lagere school der 4e klasse No. 2, alhier, bestaat bij ons geen
bezwaar.
Onder overlegging van het daaromtrent, uitgebracht advies
van het hoofd der school, geven wij Uwe Vergadering mitsdien
in overweging aan Mej. J. van der Stel, op haar verzoek, met
ingang van 1 October a.s. eervol ontslag uit hare betrekking
te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 18 Aug. 09.
Omtrent bijgaand verzoek van Mej. J. v. d. Stel, 3de onder
wijzeres in handwerken, deel ik U mede, dat mijnerzijds geen
bezwaar bestaat, haar 't gevraagde eervol ontslag te verleenen
met ingang van 1 Oct. 1909.
't Hoofd der School IV kl. no. 2
J. Broeze.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gem. Leiden.
Zoeterwoude, 13 Aug. 1909.
Edelachtbare Heeren,
Ondergeteekende, 3e onderwijzeres in de handwerken aan de
O. L. S. der 4e klasse no. 2, heeft hierbij de eer, U te ver
zoeken, haar wegens huwelijk, met ingang van 1 October 1909
eervol ontslag uit haar betrekking te willen verleenen.
't Welk doende, enz.
Uw dw.
J. van der Stel.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 222. Leiden, 27 Augustus 1909.
Naar aanleiding van nevensgaand schrijven van den heer
J. Hartevelt Azn. hebben wij de eer u mede te deelen, dat
hij, die als lid van den gemeenteraad deel uitmaakt van het
bestuur der vereeniging «Kennis is Macht", tegelijk met het
ophouden van zijn Raadslidmaatschap tevens van rechtswege
ophoudt lid te zijn van dat bestuur, zoodat van het verleenen
van ontslag in zoodanig geval geen sprake kan zijn.
Mitsdien geven wij U in overweging over te gaan tot de
benoeming van een lid uit uw midden tot lid van het bestuur
der vereeniging «Kennis is Macht", en den heer Hartevelt dank
te zeggen voor de door hem als zoodanig bewezen diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de Raad der gemeente Leiden.
Mijne Heeren
Ten gevolge van mijne niet herbenoeming als lid uwer Raad
gelieve U mij met ingang van één September aanstaande te
ontslaan als bestuurslid der Vereeniging Kennis is Macht,
waartoe U mij uit uw midden wel hebt willen aanwijzen.
Tevens deel ik U mede, dat ik gelijktijdig aan het Bestuur
der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmans
woningen mede ter dezer stede het verzoek richtte mijn mandaat
wel in uwe handen te willen stellen.
Hetwelk doende etc.
Leiden, 18 Augustus 1909.
J. Hartevelt Azn.
N°. 223. Leiden, 31 Augustus 1909.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij overteleggen
de voordrachten van Commissarissen der Stedelijke fabrieken
van gas en electriciteit ter vervulling der vacatures, ontstaan
door de periodieke aftreding van den heer Mr. P J. M.
Aalberse als commissaris, en van den heer J. P. J. Driessen
als raadslid.
Ter voldoening aan art. 3 van het Reglement op het beheer
en bestuur der Stedelijke fabrieken van gas en electriciteit
worden door ons aan de door Commissarissen voorgedragen
dubbeltallen, toegevoegd de heeren:
Vacature Mr. P. J. M. Aalberse):
J. BOSCH,
Mr. A. VAN DER ELST.
Vacature J. P. J. Driessen):
J. A. BOTS,
A. MULDER.
Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden.
Leiden, 28 Augustus 1909.
De ondergeteekenden, Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit hebben de eer U ingevolge art. 3