DONDERDAG 29 JULI 1909.
103
Xilting van Koudertlag 29 Juli 1909.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de Heer J. A. VAN HAMEL, Wethouder
Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van de Voorzitters, leden en plaatsvervangende
leden van de stembureaux in het 3e kiesdistrict voor de
eventueele stemming en herstemming ter benoeming van
een lid van den Gemeenteraad.
2° Benoeming van een lid der commissie van toezicht op het
Middelbaar Onderwijs. (193)
3° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdacte
aan de school 4e klasse, no. 2. (202)
4° Verzoek van Dr. P. C. T. van der Hoeven om continuatie
in de betrekking van Stadsvroedmeester. (200)
5° Verzoek van Mej. A. Risseeuw om eervol ontslag als
leerares in de gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes, de Kweekschool voor Onderwijzers en Onder
wijzeressen en de Meisjesscholen le en 2e klasse. (201)
6° Verzoek van de Gymnastiek- en Schermvereeniging «Excel
sior" om het gymnastieklokaal der school 3e klasse no. 2,
op een anderen dag te mogen geBruiken. (194)
7° Voorstel tot bestendiging van de huur van het bovenhuis
aan de Nieuwsteeg no. 10a. (199)
8° Verordening regelende de heffing van belastingen voor
het gebruik van het Openbaar Slachthuis. (198)
9° Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1908 op dat
van 1909 van de benoodigde gelden voor de voldoening
van eenige onbetaald gebleven vorderingen en tot vol
doening van gelden uit den post voor onvoorziene uit
gaven van 1909. (197)
10° Verzoek van den eervol ontslagen concierge aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens W. E. N. Koster om toekenning
van hooger pensioen of van eene personeele toelage.
(164 en 195)
Tegenwoordig zijn 25 leden, als de heeren: A. Mulder, Timp,
Driessen, van Hoeken, Vergouwen, Hartevelt, Reimeringer,
Bosch, P. J. Mulder, YVildeboer, van Tol, Corts, Bots, de Boer,
Roem, Sijtsma, Fokker, Kerstens, Korevaar, Meuteman, Zwiers,
Pera, van Gruting, van Hamel, en de Vries.
Afwezig zijn de heeren: van der Eist, Briët, van der Lip,
Fockema Andreae en Aalberse, allen wegens uitstedigheid.
Er is één vacature.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 15 Juli 1909 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Mededeeling van M. J. Krop dat hij de benoeming tot Hoofd
der school aan den Heerenstraat aanneemt.
2°. Mededeeling van Mej. A. S. A. van Kaathoven dat zij
de opdracht tot het geven van zangonderwijs aan het onder
wijzend personeel aanneemt.
3°. Mededeeling van H. J. Noordegraaf dat hij de benoeming
tot Hoof4 der school 3e kl. no. 2 aanneemt.
4°. Mededeeling van M. van Zwieten de Blom dat hij. de
benoeming tot onderwijzer aan de school 3e klasse no. 7
aanneemt.
5°. Mededeeling van Mr. H. M. G. Kloppenburg dat hij de
benoeming tot Regent van het Geref. Minne- of Arme ()ude
Mannen- en Vrouwenhuis aanneemt.
6°. Missive van Gedeputeerde Staten ten geleide van een
extract uit het Kon. Besluit van 9 Juli j.l. no. 67. houdende
goedkeuring van de verordening van 13 Mei 1909 tot wijzi
ging van de verordening op de heffing van belastingen voor
het gebruik van het Openbaar Slachthuis.
7°. Mededeeling van A. T. Cahen dat hij de benoeming
tot plaatsvervangend lid-werkgever van het bestuur der
Gemeentelijke Arbeidsbeurs aanneemt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van de vereeniging van bezoldigde agenten
van politie «Door Eendracht Saamgebracht" om herziening,
van de jaarwedden van het agentenpersoneel.
2°. Verzoek van den eervol ontslagen boomsnoeier W. Mul
der om toekenning van pensioen tot. een bedrag van zijner
jaarwedde.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekende,
Willem Mulder, oud 58 jaar, eervol ontslagen boomsnoeier in
dienst der gemeente Leiden
dat hem, bij schrijven van den llden Juli 1909 door Burge
meester en Wethouders van Leiden is medegedeeld, dat hem
een pensioen is toegekend van ƒ263 per jaar.
dat hij volgens zijn bescheiden meening aanspraak meent
te mogen maken op vol pensioen zijnde 2/3 der laatst ge
noten wedde
dat hij bovenstaande meening grondt op het navolgende:
dat hij in het voorjaar van 1893, terwijl hij behulpzaam
was bij het planten van een boom, en nat bezweet was, kou
heeft gevat, waardoor hij eene maagscheuring heeft gekregen
en geruimen tijd onder behandeling is geweest van Dr. D.
Stigter, thans te 's Gravenhage, van welke behandeling een
door genoemden geneeskundige geteekende verklaring, hier
nevens gaat.
dat hij verder te Leiden, terwijl hij werkzaamheden verrichtte
in dienst der gemeente Leiden op 11 Mei 1904, bij het be
klimmen van een boom aan de Zoeterwoudsche Singel,.plotseling,
terwijl hij zich in dien boom bevond, dermate ongesteld is
geworden, dat het hem eenige dagen onmogelijk is geweest,
zijn werkzaamheden te verrichten; dat bij dit voorval tegen
woordig was, de boomsnoeier in dienst der gemeente Leiden,-
Hendrik Blok, welke hieromtrent getuigenis zal kunnen afleggen
dat hij toen zich oogenblikkelijk onder behandeling heeft
gesteld van Dr. Th van Wijk te Leiden, van welke genees
kundige' eene geteekende verklaring hiernevens gaat, welke
verklaring op het bureau van Gemeentewerken voor «Gezien"
is gestempeld;
na dien tijd heelt hij steeds pijn gevoeld in zijn borst en was
het verrichten van zwaren arbeid hem onmogelijk .geworden
dat hij op 5 en 6 April 1909 heeft medegehoïpen schuiten
met rioolspecie te lossen, tengevolge waarvan hij Woensdag 7
April, in tegenwoordigheid van den gemeentewerkman P.
Kuiters, bloed heeft opgegeven;
dat hem op 13 April d.a.v. door den tuinbaas Hemerik is
opgedragen alleen een schuit met rioolspecie te lossen dat hij
toen aan Pijnaaker op de Stads-Hulpwerf heeft medegedeeld,
dat hij zulks niet zou kunnen doen, omreden hij een week te
voren, tengevolge van die zelfde werkzaamheden, bloed had
opgegeven;
dat een en ander tengevolge heeft gehad, dat hij door de
Dm. Blöte en Schreuder geneeskundig is onderzocht en hem
later is medegedeeld, dat hij zijn ontslag moest vragen;
redenen, waarom ondergeteekende zich beleefd tot Uw
College wendt met het eerbiedig verzoek, hem alsnog een
vol pensioen, zijnde het 2I& zijner jaarwedde, toe te kennen.
't Welk doende:
Leiden, 20 Juli 1909. W. Mulder.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Verslag van de vereeniging «Schoolkindervoeding" over
het jaar 1908.
Wordt in de Leeskamer nedergelegd.
4°. Begrooting, dienst 1910, van de Stedelijke fabrieken van
gas en electriciteit.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Rekening, dienst 1908, van het Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financien.
Aan de orde is alsnu
1. Benoeming van de Voorzitters, leden en plaatsvervangende
leden van de stembureaux in het 3e kiesdistrict voor de even
tueele stemming.en herstemming ter benoeming van een lid
van den Gemeenteraad.
De Voorzitter. Mag ik den heeren Wildeboer, de Boer,
Zwiers en van Tol verzoeken het stembureau te willen vormen
voor de benoemingen.
Benoemd worden met algemeene (25) stemmen de heeren
Stemdistrict VI.
HoofdstembureauSchool aan de Van der Werffstraat.
Tot Voorzitter: Mr. L. M. J. H. Kerstens.
Tot ledeh: Mr. A. J. Fokker en L. G. van Dorp.
Tot plaatvervangende leden: J. Bosch, J. H. Berkeljon en
F. A. M. Straatsburg.
Stemdistrict VII.
(Bewaarschool aande Groenesteeg).
Tot Voorzitter: J. A. van Hamel.
Tot ledenW. Pera en J. J. P. de Graaf.
Tot plaatsvervangende leden: Dr. C. F. Th. J. Meuleman,
J. van Steenbergen en C. Th. Breebaart.