60 antwoord. Tegelijk met dat antwoord bereikte ons evenwel een adres van het bestuur der Zondagsschoölvereeniging «Johannes" om (je bij besluit van 2 Juli 1903 aan den heer van Dam persoonlijk verleende vergunning ten name dier vereeniging te willen overschrijven. Er waren dus nu twee verzoeken om over de lokalen van de schoof in de Paul K rugerstraat te mogen beschikken, een van de vereeniging »Immanuël" en een van de vereeniging Johannes" en de vraag moest dus rijzen, op welk dier ver zoeken een gunstige beschikking behoorde te worden genomen. En dan komt het ons voor, dat er in dit geval alleszins reden bestaat om het verzoek van de vereeniging »lmmanuël" in te willigen. En dit wel om twee redenen. In de eerste plaats omdat het van de beide verzoeken het eerst is ingediend, maar in de tweede plaats ook, omdat de vereeniging »Tmmanuel", naar het ons voorkomt, oudere aanspraken heeft. Die vereeniging toch bestaat uit de overgroote meerderheid van het onderwijzend personeel der oude Zondagsschool »Immanuël", die die Zondagsschool in de oude lokaliteit wil blijven voortzetten, terwijl de Zondags schoölvereeniging «Johannes" eeri geheel nieuwe vereeniging is waarvan de heer van Dam thans als voorzitter is opgetreden. Wij geven U mitsdien in overweging aan het Bestuur der Zondagsschool-vereeniging «Immanuel" tot wederopzeggens toe vergunning te verleenen om de zes lokalen van de school aan de Paul Krugerstraat kosteloos te gebruiken des Zondags middags van half, twee tot half drie tot het geven van Zondagsschoolonderwijs, onder voorwaarde dat de kosten van verwarming, verlichting, schoonhouden en bediening en die van herstel van aan het gebouw of het meubilair eventueel toegebrachte schade door het bestuur zullen worden vergoed en dat alle ter zake van het gebruik door ons college te geven voorschriften zullen worden nagekomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge- teekenden, Gerrit Cornelis van Dam als Voorzitter, en Meindert Huibert Laman als waarnSecretaris van, en vertegenwoor digende het Bestuur der Zondagschool-vereeniging «Johannes" te dezer stede; dat aan deze Vereeniging is overgedragen de Zondagschool van bovengenoemden Heer G. C. van Dam genaamd «Imma- nuël" gehouden in de Openb: school aan de Paul Krugerstraat, dat het daarom Uw geacht College beleefd verzoekt de persoonlijke vergunning, bij schrijven van den tweeden April 1900 en drie, onder No. 10/104 aan meer genoemden Heer G. C. van Dam verleend, ten haren name te willen doen overgaan en wèl op de bestaande voorwaarden, dat het Uw geacht College beleefd verwijst naar de mede- deelingen van den Heer G. C van Dam, ter nadere toelich- lichting, bij dit adres ingesloten, dat het in het belang van het zondagschool onderwijs in dat gedeelte onzer stad, U Edelachtbaren beleefd verzoekt, gunstig hierop te willen beschikken. 't welk doende. namens het Bestuur der Zondagschool- vereeniging «Johannes". G. C. van Dam, Voorzitter. M. H. Laman, waarn. Secretaris. Leiden 13 April 1909. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennenJilles Johannes Korswagen, Marinus Willem Lodewijk van Doornen respectie velijk voorzitter en secretaris der nieuw opgerichte Zondags schoölvereeniging «Immanuel"; dat zij hiermede Uw College berichten, dat de Heer G. C. van Dam, voorheen godsdienst onderwijzer der Ned. Herv. Gemeente te Leidende Zondags school heeft overgedragen aan de Geref. Zondagsschoölvereeni ging «Johannes"; dat zij om die reden gezamenlijk hun ontslag als onderwijzers genomen hebben en daarom eene nieuwe Zondagsschoölver eeniging hebben opgericht; dat zij op grond van eerstgemelde mededeeling vermenen dat de vergunning aan den Heer van Dam verleendtot het houden van Zondagsschool in de School Paul Krugerstraat te Leidennu niet meer van kracht is •dat zij daarom de vrijheid nemen zich tot >Uw College te wenden met het beleefd verzoek de localiteiten van genoemden Paul Krugerschoolonder dezelfde voorwaarden als den Heer van Dam verleend, in gebruik te mogen nemen; dat zij zich tot het Hoofd der Paul Krugerschool gewend hebben en hierbij tevens vermelden, dat bij genoemd Hoofd der School geenerlei bezwaren daaromtrent bestaan; Redenen, waarom zij zich tot Uw College wenden met het verzoek aan de Zondagsschoolvereeniging «Immanuel" vergun ning te verleenen, de localiteiten van Paul Krugerschool in gebruik te mogen nemen; 't Welk doende enz. J. J. Korswagen, Noorderstraat 12. M. v. Doornen, Haarlemmerweg 52. Leiden, 27 Maart 1909. N°. 119. Leiden, 4 Mei 1909. In uwe vergadering van 15 April 1 1. werd besloten den aan A. van der Poel wegens zijn verpleging in het gesticht «Endegeest' verleenden onderstand, voor zoover de gemeente dien niet voor eigen rekening genomen heeft, in rechte op zijn bloed- en aanverwanten te verhalen. Sedert is intus- schen uit een inmiddels ingesteld nader onderzoek ge bleken, dat deze verpleegde over voldoende eigen middelen beschikt om daaruit het te zijnen laste blijvend aandeel zijner verpleegkosten te kunnen voldoen. Het is dus ons voornemen de noodige maatregelen te treffen, waardoor de gemeente zich uit de eigen middelen van den verpleegde zal kunnen schade loos stellen. Onder deze omstandigheden zou echter een rechtsvordering tegen de bloed- of aanverwanten niet alleen geen doel kunnen treffen, maar ook geen zin hebben. En het is daarom dat wij LJ in overweging geven uw besluit van den !5en April 1.1. tot het instellen van een rechtsvordering tot verhaal van de kosten van verpleging van A. van der Poel in het gesticht «Endègeest" weer in te trekken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 120. Leiden, 4 Mei 1909. Wij geven IJ in overweging gunstig te beschikken op het hierbij overgelegd verzoek van W. F. N. Koster, concierge der Hoogere Burgerschool voor Jongens, alhier, om eervol ontslag uit zijne betrekking met ingang van 1 Juni as. Overigens kunnen wij, waar adressant aan het slot van zijn adres, met het oog op het hem te verleenen pensioen, op de mogelijkheid zinspeelt, dat hij alsnog aan een herkeuring zou kunnen worden onderworpen, U nog het volgende meedee- len. Overeenkomstig het bepaalde bij de artt. 6 en 3 van de ver ordening van 20 Maart 1902, is adressant door twee door ons college aangewezen geneeskundigen onderzocht. Deze hebben van dat onderzoek aan ons verslag gedaan en op grond van dat verslag is door ons beslist, dat het geval, bedoeld sub. litt. d van art. 3 der bovengenoemde verordening hier niet aanwezig is, en dat dus het toe te kennen pensioen c.q. zal moeten worden berekend naar het aantal dienstjaren. Van den uitslag van dat onderzoek is door ons mededeeling gedaan aan adressant, omdat de mogelijkheid niet was uitgesloten dat deze, die zich aanvankelijk ten onrechte met zijn verzoek om ontslag tot ons college had gewend, dat verzoek niet weder bij Uwe Vergadering zou indiehen, wanneer hem bekend was, dat hij geen pensioen zou kunnen erlangen op grond van onge schiktheid wegens gebreken, in en door den dienst verkregen, gelijk hij blijkbaar had ondersteld. Nu adressant echter zijn ontslagaanvrage niettemin bij- Uwe Vergadering heeft inge diend willen wij alleen nog opmerken, dat de verordening geen tweede of herkeuring kent, maar dat, ook al ware dit wel zoo, er toch naar onze meening geen enkele reden zou bestaan om de gelegenheid daartoe te openen. Hoe dit echter zij, het pensioen zal uit den aard der zaak eerst kunnen worden toegekend, nadat het ontslag zal zijn verleend, en dan zal adressant op grond van art. 19 der pen sioen verordening nog gedurend 3 maanden tijd hebben om van onze beslissing bij Uwe Vergadering in beroep te komen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Leden der Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigde eerbied de ondergeteekende, W, F. N. Koster, sedert 1884 Concierge der H. B. School voor Jongens, te kennen, dat hij op advies van de Heeren Doctoren Bruining en de Bruine Groeneveldt tot zijn groot leedwezen verplicht is aan U mijne Heeren zijn eervol ontslag zoo rnoog- lijk tegen begin Juni a. s. aan te vragen. Volgens de verklaring dezer beide Heeren Doctoren, welke i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 2