GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
15
UfGEKOMEX STUKKEN.
N°. 29. Leiden. 29 Januari 1909.
In overleg met den Arrondissements- Schoolopziener, na
ingewonnen bericht van het Hoofd der school, hebben wij de
eer U de navolgende voordracht aan te bieden voor de benoe
ming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de
openbare school der 4e klasse N°. 1, ter vervanging van den
heer II. Bremer, aan wien met ingang van 1 April a. s. eervol
ontslag is verleend:
1°. L. VAN ASPEREN', onderwijzer aan de openbare
school der 4e klasse N°< 1
2°. A. WATERLAN DERonderwijzer te Nieuw-Vennep
(gemt. Haarlemmermeer);
3°. A. SJOllW, onderwijzer aan de openbare school
der 3e klasse N°. 3.
Onder mededeeling, dat het advies van den Arrondissements-
Schoolopziener en het bericht van het Hoofd der school in de
Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U thans tot de
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 30. Leiden, 29 Januari 1909.
Onder overlegging van nevensgaand schrijven van het Be
stuur der Vereeniging tot instandhouding van het Leidsch
Muziekcorps, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot
de benoeming van een lid van den Gemeenteraad tot lid van
dat bestuur over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 27 Januari 1909.
Wij hebben de eer te Uwer kennis te brengen dat van ons
bestuur op 1 Maart a. s. moet aftreden de Heer J. C. Zaal
berg Jzn., gekozen uit en door den gemeenteraad. Aangenaam
zou het ons zijn, indien uw college aan den gemeenteraad
een voorstel wilde doen om in de vacature te voorzien, waarbij
wij opmerken dat de Heer Zaalberg terstond herkiesbaar is.
Het Bestuur der Vereeniging
J. A. van Hamel,
1e Voorzitter.
Van Waveeen,
1e Secretaris.
N°. 31. Leiden, 25 Januarri 1909.
Met referte aan de missive van het college van Burge
meester en Wethouders van 12 December j.l. n°. 10/537 heb
ben wij, ter voldoening aan artikel 2 der Verordening voor
de Plaatselijke Schoolcommissie (Gemeenteblad 1880 n°. 8)
de eer voor de vervulling der vacature ontstaan door de af
treding van den heer Prof. Dr. M. J. de Goeje aan te bevelen
de heeren:
I. H. C. VAN DER HEYDE.
II. Dr. J. P. KIJENEN.
De Plaatselijke Schoolcommissie,
H. G. v. d. Sande Bakhuizen,
Voorzitter-
J. H. Carpentier Alting,
Secretaris.
N°. 32. Leiden, 29 Januari 1909.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat met uit0 Februari
de huur eindigt van het bovenhuis aan de Oude Heerengracht
no. 1, krachtens raadsbesluit van 5 Maart 1908 voor één
jaar verhuurd aan A. de Mooy, voor 117.per jaar.
Aangezien de huurder de huur niet vóór 1 December 1.1.
heeft opgzegd, is hij krachtens het loopende huurcontract weder
voor één jaar gebonden. En waar nu ook bij ons college geen
bezwaar bestaat de huur voor een jaar te verlengen, geven
wij U in overweging te besluiten het bovenhuis aan de Oude
Heerengracht no. 1 opnieuw voor den tijd van één jaar,
ingaande 1 Maart a.s., te verhuren aan A. de Mooy voor ƒ117,
per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 33. Leiden, 29 Januari 1909.
Met ulto Maart e. k. eindigt de huur van het winkelhuis
in de Nieuwsteeg no. 10, krachtens raadsbesluit van 26 Maart
1908 voor één jaar verhuurd aan M. J. van den Bosch,
weduwe van J. Blansjaar, voor ƒ225 per jaar.
Aangezien de huurster de huur niet vóór t Januari 1.1.
heeft opgezegd, is zij krachtens het loopende huurcontract
weder voor één jaar gebonden en waar nu ook onzerzijds
tegen eene verlenging der huur voor den tijd van een jaar geen
bezwaar bestaat, geven wij U in overweging te besluiten,
het winkelhuis in de Nieuwsteeg no. 10 opnieuw voor den
tijd van één jaar, ingaande 1 April a.s. te verhuren aan M. J.
van den Bosch, weduwe van J. Blansjaar, tegen een huur
prijs van ƒ225.per jaar en verder onder de bestaande
voorwaarden
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 34. Leiden, 29 Januari 1909.
Aangezien voor de aanstaande kermis noch in de aanwijzing
van de standplaatsen voor de verschillende kermisinrichtingen,
noch in de voorwaarden der verpachting eenige wijziging
behoeft te worden gebracht, geven wij U in overweging tot
de onttrekking dier standplaatsen aan den openbaren dienst
en de openbare verpachting daarvan te besluiten geheel over
eenkomstig ons voorstel van 18 Februari 1908, opgenomen
onder n°. 56 der Ingek. Stukken van dat jaar, met dit ver
schil alleen dat daarin zal worden gelezen 23 Juli in plaats
van 17 Juli en 4 Augustus in plaats van 29 Juli.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 35. Leiden, 29 Januari 1909.
Naar aanleiding van de adressen, eenerzijds van de drie
Rijnsburgsche melkverkoopers en anderzijds van het bestuur
der vereeniging van melkverkoopers «Eensgezindheid zij ons
doel" alhier, alsmede van het aan deleden Uwer Vergadering
gericht schrijven van de Gezondheidscommissie te Katwijk,
van al welke stukken de inhoud in extenso te uwer kennis
werd gebracht, is het ons aangenaam u te kunnen mededee-
len, dat de Gezondheidscommissie voornoemd, na omtrent
dit onderwerp een onderhoud met ons college te hebben gehad,
zich alsnog bereid verklaard heeft hare medewerking tot de
uitvoering van art. 14 der Melkverordening te verleenen.
Met voldoening werd door ons van het ter zake betrekke
lijke, in de Leeskamer ter inzage liggende schrijven van de
Gezondheidscommissie kennis genomen en wij twijfelen niet
of ook Uwe Vergadering zal deze gewijzigde houding dier
commissie zeer op prijs stellen.
Onder deze omstandigheden kan er dan echter ook geen
bezwaar meer bestaan om het adres der Rijnsburgsche
melkverkoopers voor kennisgeving aan te nemen, weshalve
wij U in overweging geven in dien zin te beslissen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.