DONDERDAG 21 JANUARI 1909. 3 tot vereeniging van de school 1e klasse voor jongens en die voor meisjes. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, Ondergeteekenden, allen ouders of voogden van kinderen, welke de openbare school der Ie klasse voor meisjes, zooge naamd de school van Mejuffrouw Maclaine Pont, bezoeken: dat zij met belangstelling hebben kennis genomen van de in de Vergadering van Uwen Raad van 19 November j 1. gehouden beraadslagingen, naar aanleiding van de door de heeren Fokker, Sijtsma en van der Eist ingediende motie, in zake de vereeniging van de openbare scholen der le klasse voor jongens en voor meisjes, welke beraadslagingen als gevolg hebben gehad, dat met 18 tegen 9 stemmen werd aangenomen een gewijzigde motie van genoemde drie Heeren, luidende als volgt: »De Raad noodigt Burgemeester en Wet- »houders uit een technisch en een financieel rapport uit te «brengen omtrent de wijze, waarop een eventueele vereeni- »ging van de Jongens- en Meisjesschool eerste Klasse tot «stand kan komen"; dat na het uitbrengen van bedoeld rapport door Burge meester en Wethouders, opnieuw de vraag in Uwen Raad ter sprake zal worden gebracht of al dan niet tot een ver eeniging dier beide scholen kan en dient te worden over gegaan dat het bun voorkomt, dat zoowel in het belang van Uwe gemeente zelve als in dat van ouders en kinderen bij de beantwoording dier vraag in de allereerste plaats zal dienen te worden uitgemaakt of de vereeniging dier beide scholen mogelijk is zonder schade te doen aan goed ondervyijs, ook in paedagogischen zinen slechts enkel in het geval, dat de mogelijkheid daarvan mocht worden aangenomen, op de beantwoording van die vraag van invloed zal mogen zijn de overweging of een vereeniging dier beide scholen technisch mogelijk en financieel voordeelig voor de gemeente is te achten dat zij meenen daarom vooral de aandacht van Uwen Raad hierop te mogen vestigen, omdat het hen voorkomt, dat bij de voorstellers der motie in de allereerste plaats de bedoeling heeft voorgezeten een geldelijk voordeel aan de gemeente te bezorgen, terwijl door hen op de belangen van het onderwijs en dat der daarbij betrokken ouders en kin deren eerst in de tweede plaats is gelet; dat, waar verder uit de gehouden besprekingen in Uwen Raad is gebleken, dat het leerstuk der coëducatie onder deszelfs leden zijn voor- en tegenstanders heeft, onderge teekenden meenen, dat het van belang kan zijn het inzicht van meerdere ouders van kinderen, die een der beide scholen bezoeken, dienaangaande te leeren kennen dat ondergeteekenden nu het allen ten zeerste tegen het belang van hunne kinderen zouden achten, indien tot een vereeniging van de openbare scholen der 1e klasse voor jongens en voor meisjes werd besloten en het ten hoogste zouden betreuren, zoo daardoor in Uwe gemeente niet meer de gele heid zou bestaan om meisjes een openbare school der le klasse uitsluitend voor meisjes te doen bezoeken, daar toch naar hunne meening het bestaan eener dergelijke school een dringende en noodzakelijke behoefte is te achten voor eene gemeente als de Uwe, van ongeveer 58000 ingezetenen; Redenen waarom ondergeteekenden zich met gepasten eer bied tot Uwen Raad wenden met het dringend verzoek niet te willen besluiten tot vereeniging van de openbare scholen der le klasse voor jongens en voor meisjes. 't Welk doende. P. A. Pijnacker Hordijk. (Volgen de namen van nog 64 adressanten). Leiden, 16 December 1908. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 10°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond om het kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal op 2 Februari a. s. Dit stuk luidt als volgt Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Geven met verschuldigden eerbied te kennen Nicolaas, Adrianus Molenaar en Willem, Coenraad Hemerik, voorzitter en secretaris van den Leidschen Bestuurdersbond, dat deze organisatie van plan is een Kunstavond te orga- niseeren ten bate der werkloozen hier ter stede en het batig saldo af te dragen aan het comité tot bestrijding der werk loosheid (seer. Mr. Draayer) dat zich op dezen avond zullen doen hooren Mevr. Truus Post tooneelspeelster te Amsterdam, declamatie, Mej. Betsy Vos sopraanvan Leiden. De heer J. Jongmans baryton A. Korevaar le viool L. Brerider a Brandis 2e viool A. K. W. Artzenius alt J. W. G. Pels Rijcken violoncel zang. kwartet. welke allen bereidwillig hunne medewerking hebben toe gezegd. Om nu het batig saldo van dien avond zoo groot mogelijk te doen zijn, verzoeken ondergeteekenden om, zoo mogelijk op Dinsdag 2 Februari a. s. kosteloos gebruik te mogen maken van de groote Stadsgehoorzaal. Ons vleiende, dat ter wille van het goede doel, Uwen Raad ons beleefd verzoek wel zult willen inwilligen, voor den L. B B. N. A. Molenaar, Voorzitter. W. C. Hemerik, Secretaris. De Voorzitter. Adressant wenscht de uitvoering te doen plaats hebben 2 Februari, en aangezien het nu in het voor nemen van mij ligt om niet eerder dan den 4den Februari eene vergadering van den Raad te beleggen, is eene behandeling van dit adres thans urgent. Heeft niemand er bezwaar tegen om dit verzoek dadelijk te behandelen Zoo niet, dan wordt daar toe besloten. Burgemeester en Wethouders kunnen tothunspijtopditadres niet gunstig adviseeren. Zij hebben reeds meermalen gezegd, dat het scheppen van precedenten op dit terrein moeielijkheden teweeg brengt en Burgemeester en Wethouders stellen daarom den Raad voor om op dit verzoek niet in te gaan. Zoo hebben wij ook afwijzend geadviseerd op het tot ons gericht verzoek door een Vereeniging in welks Bestuur zitten de heeren Kouw en Kerkhof, die ook de groote zaal wenscht te gebruiken voor eene uitvoering evenzeer ten bate van de werkloozen. Hun is medegedeeld, dat zij de zaal kunnen krijgen tegen het laagste tarief. Nu zou het onder die omstandigheid alreeds allerminst aangaan om op dit adres van den Leidschen Bestuurdersbond, die voor hetzelfde doel de zaal vraagt en dat wel gratis, gunstig te adviseeren. En ook al hadden wij het gratis gebruik niet eerst onlangs aan de andere vereeni ging geweigerd, dan nog zou het ons niet wenschelijk voor komen in deze een precedent te scheppen. Men weet wel waar men begint, maar niet waar men eindigt. Een som van 24 is bovendien betrekkelijk gering, zoodat als de uitvoe ring een eenigszins belangrijk bedrag opbrengt, dit niet van veel invloed kan zijn. Wij meenen dus te moeten voorstellen afwijzend op het verzoek te beschikken, en aan adressant te berichten, dat hij de Stadsgehoorzaal kan verkrijgen tegen betaling van het laagste tarief. De heer Fokker. M. d. V. Persoonlijk gevoel ik wel iets voor de inwilliging van het verzoek. Wanneer de gemeente er geld moest bijleggen was het iets anders, maar de zaal wordt wellicht toch niet gebruikt en ligt dus renteloos, en dan vind ik het véél beter om ze gratis in gebruik te geven, mits natuurlijk de kosten van vuur, licht enz. komen ten laste der vereeniging. Waar de zaal wordt gevraagd voor dit doel, n.l. ondersteuning van de werkloozen, acht ik het beter de zaal gratis te geven, dan daarvoor geld te vragen, zij het 't minste tarief. De Voorzitter, fk heb reeds gezegd, dat Burgemeester en Wethouders meenen het gratis geven niet te moeten aan raden. Eenmaal is de Raad ingegaan op een dergelijk verzoek en toen is er ook een stroom van requesten gevolgd om eveneens de zaal gratis te mogen gebruiken. En dan wordt het moeielijk den een te weigeren wat men den ander heeft toegestaan. De heer Fokker zegt nu wel, dat de zaal dien avond toch niet gebruikt wordt. Dat weet men echter niet vooruit. Het zou best kunnen zijn dat iemand eenige dagen vóór den 2den Februari de zaal nog wenscht te huren, en dan zou eene verhuring niet meer mogelijk zijn. Wij exploi- teeren de Stadsgehoorzaal niet als eene philanthropische in richting, maar als eene instelling die hare kosten moet goed maken en zoo mogelijk een bate opleveren moet. De beraadslaging wordt gesloten en op het verzoek zonder hoofdelijke stemming afwijzend beschikt. 11°. Verzoek van het Bestuur der Zondagsschool „de Graan korrel" om het kosteloos gebruik van een derde lokaal der school 3e kl. No. 2. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter deelt alsnog mede: 1°. dat aan L. Webbers, eervol ontslagen metselaar aan de Stedelijke fabrieken van gas- en electriciteit, met ingang van 1 Januari 1909, een jaarlijksch pensioen van 249 is toegekend. 2°. dat op Dinsdag 26 Januari a. s. des middags van 24 uur ten Raadhuize eene verkiezing zal plaats hebben vaneen lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, en dat in het stembureau zitting zullen hebben de heeren J. P. Ver gouwen en D. van Gruting met den Burgemeester of wien hem vervangt. Alle overige raadsleden kunnen als plaatsver vangers optreden van de heeren Vergouwen en van Gruting. Aan de orde is I. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde raadsleden A. Corts en G. Wildeboer,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 3