12 werd overgegaan. Eindelijk zal in de nieuwe school ook op een vertrek voor den schoolarts moeten worden gerekend. De schoolcommissie beperkt zich echter niet tot het uitspreken van haar oordeel, in welke richting de samen voeging der beide scholen zou moeten worden gezocht, maar zij meent ook omtrent de wenschelijkheid zelve dier samen voeging alsnog van haar gevoelen te moeten doen blijken. En dan verklaart zij zich met het denkbeeld der voorstanders van de vereeniging in geenen deele te kunnen vereenigen. Niet omdat zij als zoodanig bezwaar zou hebben tegen coëdu- catie. Over de voor- en nadeelen van coëducatie laat de schoolcommissie zich niet uit, omdat daarover ook in den boezem der commissie niet eenstemmig wordt gedacht. Maar haar bezwaar wortelt dieper. Het is rechtstreeks gegrond op het belang der gemeente, dat naar het oordeel der com missie door een samensmelting der beide scholen niet zou worden gediend. De schoolcommissie meent als vaststaande te mogen aannemen, dat vele ouders van de tegenwoordige leerlingen der meisjesschool in beginsel tegen een gemengde school gekant zijn. Wat zal dan het gevolg zijn als de samen voeging toch wordt doorgevoerd? Dat vele ouders hunne meisjes van de le klasse school zullen afnemen en voor de meisjesschool 2e klasse als leerlingen zullen doen inschrijven. Nog afgescheiden evenwel van de mogelijkheid, dat die school dan spoedig overbevolkt zou worden en dus tot uitbreiding dier school zou moeten worden overgegaan, zou dan bovendien de opbrengst van het schoolgeld een niet onbelangrijke ver mindering ondergaan. Maar een nog grooter gevaar zou de gemeente dreigen. Niet ten onrechte noemt men een van de aantrekkelijkheden onzer stad, dat hier aan de behoefte van onderwijs in elke richting kan worden voldaan. Is nu inderdaad de vrees denk beeldig, dat vele families zich niet meer in onze gemeente zouden vestigen, wanneer de gelegenheid om afzonderlijk onderwijs voor meisjes te ontvangen in Leiden niet meer bestaan zou Maar wat heeft dan de voorstellers der motie tot het in dienen daarvan bewogen? Slechts de zucht om te bezuinigen. Maar ook dat doel, zegt de schoolcommissie, zullen zij niet bereiken. Immers bij de tegenwoordige samenstelling dei- scholen. zou behalve één schoolhoofd nog slechts een onder wijzer kunnen worden uitgespaard. En ook dat voordeel zou bij een eenigszins andere samenstelling der leerlingen nog verloren gaan. Zoo blijft dus slechts de bezuiniging van één schoolhoofd over en tegenover dat kleine voordeel zouden de financieele nadeelen staan van de stichting eener nieuwe school en van eventueele vermindering van schoolgeld. Tot zoover de schoolcommissie. Thans zou het woord zijn aan den Directeur vau Gemeente werken en de Commissie van Fabricage. Den 15en Januarij.l. kwam het rapport van den Directeur van Gemeentewerken met bijbehoorende plannen bij ons college in. Wij zullen dat rapport thans niet op den voet volgen. Hen, die daarvan in bijzonderheden wenschen kennis te nemen, meenen wij naai de Leeskamer te mogen verwijzen; hier kan met een korte mededeeling worden volstaan, welke bezwaren aan een even tueele uitbreiding der bestaande scholen zouden verbonden zijn. Wat dan in de eerste plaats uitbreiding van de meisjes school aan de Boommarkt betreft, deze acht de Directeur van Gemeentewerken volstrekt onuitvoerbaar. Ook met een ver dieping zou deze school ten hoogste 18 leerlokalen kunnen bevatten, terwijl de schoolcommissie er ten minste 19 noodig acht. Bovendien zou dan nog een spreekkamer voor het Hoofd, een kamer voor den schoolarts en een berglokaal voor leer middelen ontbreken. Een gymnastieklokaal is er niet en de speelplaatsen zouden te klein zijn en wat alles afdoet, het aantal privaten zou niet met de wettelijke voorschriften in overeenstemming kunnen worden gebracht. De Directeur heeft dan ook een nadere uitwerking van dit plan niet noodig geacht. Daarentegen zou de school op de Aalmarkt op tweeërlei wijze zóó kunnen worden vergroot, dat zij de vereischte ruimte voor de gecombineerde schoolbevolking zou aanbieden. Men zou namelijk een verdieping op de school kunnen zetten en men zou de naast de school liggende gemeente-apotheek kunnen afbreken en de daardoor vrijkomende ruimte aan de school kunnen dienstbaar maken. Volgens het eerste plan krijgt men 19 lokalen, dat is dus juist het minimum, dat de schoolcommissie noodig acht. Toch acht de Directeur van Gemeentewerken ook dit plan niet voor uitvoering vatbaar. Afgescheiden toch van het be zwaar, dat een gebouw met 2 verdiepingen reeds in het algemeen voor een lagere school oplevert, zou deze school bovendien het euvel aankleven, dat de grootste lokalen juist op de bovenste verdieping zouden gelegen zijn, zoodat juist de kinderen der laagste klassen, die in grooteren getale in één klasse mogen worden vereenigd, de meeste trappen zouden moeten klimmen. Bovendien biedt de school reeds thans, afgescheiden van de leerlokalen, te weinig ruimte. De portalen zijn klein en verbindingsgangen ontbreken geheel, zoodat de vier uiterste lokalen, zoowel boven als beneden, slechts door andere lokalen toegankelijk zijn. Laat een dergelijke toestand reeds thans te wenschen over, bij een eventueele samenvoe ging zou hij natuurlijk niet mogen worden bestendigd. Boven dien zou door het dan noodzakelijke gebruik van de beide toegangen tot de school de controle voor het schoolhoofd bemoeilijkt worden. Maar wat ook hier weer een overwegend bezwaar zou opleverenhet aantal privaten gelijkvloersch zou niet voldoende kunnen worden uitgebreid. Let men dan nog op het gemis van een gymnastieklokaal, de te geringe ruimte op de speelplaats, de minder gunstige verlichting van de lokalen aan de zijde van de gehoorzaal en het geraas op straat aan de voorzijde van de school, dan mag zeker ook dit plan als volstrekt onuitvoerbaar worden terzijde gesteld. De kosten der verbouwing zouden, het meubilair niet medegerekend, f 20,000.bedragen. Verschillende der hier geopperde bezwaren zouden zich niet doen gelden tegen een uitbreiding van de school, waar bij het terrein van de gemeente-apotheek bij de nieuwe school zou worden getrokken. In de eerste plaats zouden er niet twee, maar slechts ééne verdieping behoeven te zijn, privaten zouden in voldoend aantal kunnen worden aangebracht en er zou over het geheel wat meer ruimte buiten de eigenlijke leerlokalen kunnen worden verkregen. Toch, hoewel niet volstrekt onuitvoerbaar, zouden zich ook tegen dit plan nog al de overige zooeven opgenoemde bezwaren blijven verzetten en de Directeur van Gemeentewerken acht die bezwaren groot genoeg om ook de uitvoering van dit plan, als niet aan redelijke eischen beantwoordende, te ontraden. De kosten van uitvoering worden, zonder de stichting van een nieuwe ge meente-apotheek met, apothekers-woning mede te rekenen, geschat op ongeveer 27000. Eindelijk is ook nog demogelijkheid om de gemengde school in het gebouw der Hoogere Burgerschool voor Meisjes onder te brengen, door den Directeur van Gemeentewerken onder de oogen gezien. Maai ook dit denkbeeld bleek al evenmin voor ver wezenlijking vatbaar. Het aantal leerlokalen zou te klein, het aantal privaten onvoldoende zijn. En aangezien de Hoogere Burgerschool in geene der dan vrijkomende scholen zou kun nen worden gehuisvest, zou nog bovendien tot de stichting van een geheel nieuwe Hoogeie Burgerschool moeten worden overgegaan. Zoo komt dan de Directeur van Gemeentewerken met de Schoolcommissie tot de conclusie, dat alleen door den bouw van een geheel nieuwe school een behoorlijke oplossing zou kunnen worden gevonden. Dan echter doet zich weer een andere moeielijkheid voor. Geen der beide vrijkomende scholen zou, indien afgebroken, ruimte genoeg opleveren om een aan behoorlijke eischen be antwoordende nieuwe school te stichten, en over ander ter rein in het centrum van de stad kan de gemeente niet be schikken. Toch is door den Directeur van Gemeentewerken een plan voor een dergelijke school ontworpen, aannemende voor een oogenblik, datj die school op het terrein aan de Duiven- bodestraat zou kunnen worden opgericht. De kosten van zulk een nieuwe school, terrein, meubilair, leermiddelen, enz. niet mede gerekend, worden dan door hem geraamd op ƒ90,000. Ten slotte blijft dan echter nog de vraag over, wat met de beide verlaten schoolgebouwen zou moeten geschieden, aan gezien deze scholen door ligging en indeeling noch voor een 2e, noch voor een 3e. noch voor een 4e klasse school zouden kunnen worden ingericht. De commissie van fabricage sluit zich in haar op 20 dezer aan ons uitgebracht rapport volkomen bij de beschouwingen van den Directeur van Gemeentewerken aan. Toen nu het onderzoek in dit stadium was gekomen, zou het rationeel geweest zijn, alvorens Uwe Vergadering onze eigen zienswijze in deze bloot te leggen, andermaal het advies van de schoolcommissie omtrent de door den Directeur van Ge meentewerken ontworpen plannen tot verbouwing van de Jongensschool in te winnen, alsmede het gevoelen daarom trent van den Districts-Schoolopziener te vragen. Immers, de mogelijkheid was niet uitgesloten, dat Uwe Vergadering, de daartegen door den Directeur aangevoerde bezwaren niet dee- lende, toch tot een verbouwing dier school met bijtrek king van de Gemeente-Apotheek zou kunnen besluiten. Dan echter ware het wenschelijk, dat vooruit zekerheid bestond, dat dat plan ook de goedkeuring van den Districts-School- opziener zou verwerven. En dit te eer waar bij de nog onlangs door ons opgedane ervaring, dat ook een plan tot verbouwing van een school door den Schoolopziener gestrengelijk aan alle wettelijke voorschriften wordt getoetst, het gevaar geens zins denkbeeldig kon worden geacht, dat het die goedkeuring niet zou mogen verwerven. Om dus Uwe Vergaderiug te be hoeden voor het nemen van een besluit, dat later toch weer niet voor uitvoering vatbaar zou kunnen blijken te zijn, ware het wenschelijk geweest, ook om vertraging eener definitieve

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 6