GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 7 mOEKOMËN STMEEX. N°. 19. Leiden, 18 Januari 1909. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij, indien de Raad besluit tot de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde uitgaven voor: a. de eerste inrichting der administratie van het Gemeen lijk Werkloozenfonds (Ing. St. n°. 11), ft. de op- en inrichting der nieuwe school aan de Decima- straat (Ing. St. n°. 14), c. het uitvoeren van eenige werken ter voorziening van kunstwerken in de Haarlemmertrekvaart (Ing. St, n°. 12) en d het uitvoeren van eenige werken in het hoofdkantoor en het hulpkantoor A der Stads Bank van Leening (Ing. St. n°. 7). geene bedenking heeft tegen de wijze waarop Burgemeester en Wethouders voorstellen de benoodigde gelden te vinden en U adviseert tot vaststelling van de overgelegde begrootings- regelingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën N°. 20. Leiden, 19 Januari 4909. De Commissie voor de Huishoudelijke verordeningen heeft de eer U te berichten dat bij haar geen bedenking bestaat tegen de door uw College voorgestelde wijziging van de ver ordening van 43 October 4898, houdende Reglement voor de hulpkantoren van de Bank van Leening. Namens de Commissie, J. C. van der Lip, Voorzitter. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. N° 21. Leiden, 46 Januari 1909. Art. 38 van de verordening van 10 April 1902 (Gem. BI. n°. 8) voor de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijze ressen, te Leiden, luidt als volgt: »Aan het einde van den cursus worden de kweekelingen in tegenwoordigheid van Burgemeester en Wethouders geëxa mineerd. De leden van den Gemeenteraad en het Schooltoezicht worden tot de bijwoning van dit examen uitgenoodigd." De Directeur der Kweekschool heeft de wenschelijkheid uitgesproken, dat dit artikel zou worden afgeschaft. Telken jare toch weer wijst hij er in het doorhem uitgebracht jaar verslag op, dat deze zoogenaamde «openbare les" lijdt aan een volstrekt gemis aan belangstelling. Zoo werd zij b.v. in 4908 door slechts één persoon bijgewoond. Beter is het dan ook dat dergelijke verouderde plechtigheden geheel worden afge schaft, dan ze te laten voortbestaan als een caricatuur van hetgeen er meê bedoeld is. En waar nu de inrichtingen van Middelbaar Onderwijs met die afschaffing zijn voorgegaan, meent de Directeur der Kweekschool dat ook de kweekschool dit goede voorbeeld behoort te volgen. De Plaatselijke Schoolcommissie sluit zich volkomen aan bij de motieven, welke door den Directeur voor de afschaffing worden aangevoerd en de Distncts-Schoolopziener hecht aan het behoud der zoogen. «openbare les" weinig waarde, zoodat ook naar het oordeel dezer authoriteiten zonder bezwaar tot hare afschaffing kan worden overgegaan. En waar nu ook ons college geenerlei aanleiding vindt om op het behoud der openbare les prijs te stellen, geven wij u in overweging art. 38 uit de verordening op de Kweekschool te doen vervallen. Indien nu evenwel toch wijziging van die verordening zal plaats vinden, zal het wenschelijk zijn bij deze zelfde gelegenheid de artt 27 en 40 aan te vullen met een bepaling, krachtens welke een afdruk van programma en rooster van lesuren jaarlijks aan den Distiicts-Schoolopziener moet worden toege zonden. In de practijk geschiedt dit reeds nu, maar het. is regelmatig dit voorschrift volledigheidshalve ook in de veror dening op te nemen. Wij stellen u mitsdien voor over te gaan tot de vaststelling van de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 10 April 1902 voor de Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen, te Leiden. Art. 4. Het laatste lid van art. 27 en de laatste zinsnede van art. 40 van bovengenoemde verordening worden aangevuld met de woorden «en de Districts-Schoolopziener" tusschen de woorden «Schoolcommissie'' en «ontvangen". Art. 2. Art. 38 der verordening vervalt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 22. Leiden, 49 Januari 1909. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. M. van der HoevenFraai en van het daaromtrent door den Stads- vroedmeester uitgebracht advies, hebben wij de eer Uwe Ver gadering voor te stellen Mej. M. van der HoevenFraai weder voor den tijd van drie jaren in de betrekking van Stadsvroed- vrouw te bestendigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 17 1 '09. Ik heb de eer u voor te stellen op nevensgaand verzoek van mej. M. van der HoevenFraai gunstig te beschikken. De Stadsvroedmeester, P. C. T. van der Hoeven. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 13 Januari 1909. WelE.d. Achtb. Heeren Burgemeester en Wethouders. De ondergeteekende verzoekt U.E. vriendelijk wederom voor den tijd van 3 jaren als Stadsvroedvrouw te mogen worden aangesteld. Met achting teeken ik mij Uwe Dw. Dienaresse, M. v. d. Hoeven—Fraai. N°. 23. Leiden, 49 Januari 1909. Het steeds stijgend tekort op de exploitatie van het open baar slachthuis maakt het dringend noodzakelijk naar mid delen ter versterking van de inkomsten dier inrichting om te zien. Terwijl toch dat tekort in 1904 ƒ3447.—bedroeg, is het in 1907 allengs tot 9163gestegen, zal het in 4908 onge veer f 11000.— bedragen en wordt het over 4909 geraamd op f 44264.Ook al houdt men dus rekening met het feit dat in dit tekort ook het nadeelig saldo van de voe- en vleesch- keuring begrepen is, dat vóór de opening van het slachthuis reeds ruim f 3100.bedroeg, dan nog mogen de financieele resultaten van het slachthuis alleszins bedenkelijk worden ge acht. En mocht men nu aannemen, dat het nadeelig saldo van het slachthuis in dit bedrag van ruim f 14000.zijn hoogte punt had bereikt, dan zou er misschien reden kunnen zijn om in dezen, zij het dan ongewenschten en ook niet verwachten, toestand te berusten. Men zou in de bevordering van de openbare hygiëne, welke het slachthuis medebrengt, wel een zoo groot algemeen belang kunnen zien, dat daarvoor een jaarlijksch offer van circa ƒ14.000.alleszins gerechtvaardigd is. Dit nu is echter niet het geval. Integendeel, tenzij inmiddels een vermeerdering van inkomsten wordt verkregen, moet ook in de toekomst op een steeds stijgend nadeelig saldo worden gerekend. Immers niet slechts wordt de exploitatie van het slachthuis, door het stijgen van loonen en wedden, als anderszins, steeds duurder, maar ook de gewone onderhoudsuitgaven nemen toe, terwijl daarnaast ook de post voor buitengewoon onderhoud een telken jare stijgend cijfer op de begrooting aanwijst. Wij wijzen u daartoe slechts op den post van ƒ3500, die op de laatste begrooting moest worden uitgetrokken voor het optrekken van het ge bouwtje, waarin de Kori-oven is geplaatst, het vernieuwen van vloeren en tegelwanden, het boren van nieuwe grond waterbronnen en het aanleggen van een reserveverlichting. En zoo zullen in volgende jaren weder andere nooden om voorziening vragen. Daarentegen zullen de ontvangsten geen noemenswaardige verhooging ondergaan. Wel zal hetvleesch- verbruik door het toenemen van de bevolking geleidelijk wat. grooter worden, maar de daarmee gepaard gaande toeneming der ontvangsten zal zoo luttel zijn, dat het geen gewicht kan in de schaal leggen. Mag dus als vaststaande worden aangenomen, dat het jaar lij ksch tekort van f 14000in de toekomst niet alleen zal blijven bestaan, maar zeer waarschijnlijk nog zal toenemen, dan is er zeker alleszins reden om naar een vermeerdering van de inkomsten van het slachthuis om te zien. Dit zou op tweeërlei wijze kunnen gebeuren. Door nieuwe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 1