220 DONDERDAG 29 OCTOBER 1908. iets goeds. Een bedrag van f 250 is daarvoor toch niet te j groot. Wij steunen tevens hier het particulier initiatief, want als de gemeente die f 250 ontneemt, dan wordt wellicht de ver- eeniging ontbonden en vervallen ook de bijdragen van anderen. Ook voor haar eigenlijk doel heeft de vereeniging nog recht van bestaan. Al werkt de Leerplichtwet ook goed, het school verzuim is toch nog niet zoo gering, dat wij het streven van deze vereeniging niet zouden moeten waardeeren. Ik zou er dus voor zijn om in het belang van de kinderen van het volk deze subsidie te blijven toestaan. De heer van Hamel. De herhalingsschool van deze ver eeniging telde op 1 Januari van dit jaar 43 leerlingen; het vorige jaar 44, 2 jaar geleden 57, maar het daaraan vooraf gaande jaar 40 en 4 jaar geleden 48. Het aantal kinderen varieert dus tusschen de 40 en 50. Nu zou het toch wel wat hard zijn, om die vereeniging die sedert 1888 aan een 40 a 50 kinderen onderricht geeft, ineens voor het feit te stellen, dat zij haar school moet opheffen. De heer "Vergouwen. Ik wil dit nog even opmerken, dat ik er in het algemeen niet voor ben om het schoolbezoek aan te moedigen door verschillende belooningen. Ik zou zeggen, dat dit voor deze stad geen beteekenis meer heeft. Nu mag het zijn, dat deze vereeniging nog een soort school onderhoudt, maar daarover loopt hier de qusestie niet; het gaat hier alleen over de vraag, of wij subsidie zullen geven ter bevordering van het geregeld schoolbezoek. Daar ben ik tegen en dus vraag ik stemming over dezen post. De beraadslaging wordt gesloten. Yolgn. '160 wordt in stemming gebracht en met 15 tegen 11 stemmen aangenomen. Voor stemmen de heeren: Fokker, Reimeringer, Zwiers, van der Eist, Sijtsma, Eerstens, Juta, van Gruting, van Hamel, Roem, Korevaar, Zaalberg, de Vries, de Boer en Fockema Andreae. Tegen stemmen de heeren: Bots, P. J. Mulder, van der Lip, Bosch, Pera, Vergouwen, van Tol, Aalberse, Briët, Meuleman en Driessen. De Voorzitter. Volgn. 161 vervalt in verband met het raadsbesluit van 20 Augustus j.l. De volgnrs. 162 tot en met 166 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Volgn. 167a, waarbij een toelage van ƒ1500 is uitgetrokken voor de schouwburg, wordt op verzoek van den heer Pera in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen 11 stemmen. Voor stemmen de heeren: Fokker, Reimeringer, Zwiers, van der Eist, van der Lip, Sijtsma, Juta, van Gruting, van Hamel, Roem, Korevaar, Zaalberg, de Vries, de Boer en Fockema Andreae. legen stemmen de heeren: Bots, P. J. Mulder, Kerstens. Bosch, Pera, Vergouwen, van Tol, Aalberse, Briët, Meuleman en Driessen. Het geheele volgn. 167 wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. 168 tot en met 175 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De Voorzitter. Bij volgn. 176 komt in behandeling de be grooting voor de Stedelijke Werkinrichting. Deze begrooting wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De volgnrs. 176 tot en met 179 worden hierop achtereen volgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn. 180, luidende: Toelage aan den Keuringsveearts van het Openbaar Slachthuis, wegens werkzaamheden hem opgedragen voor het toezicht op de vee markt en ter bijstand van de politief 400". De heer Fokker. M.d.V. Ik kan mij niet vereenigen met dit voorstel. De gronden, die daarvoor zijn aangevoerd door de Commissie en door den verzoeker zeiven in zijn adres aan Burgemeester en Wethouders zijn voor mij niet over tuigend. Ik ben het nog niet met mijzelven eens, dat die werkzaamheden zóó zijn toegenomen, dat zij eene salaris- verhooging wettigen. In de eerste plaats wordt er opgewezen, dat de varkens- markt meerdere werkzaamheden medebrengt, maar de ver zoeker merkt zelf op, dat die varkensmarkt al bestond kort na zijne benoeming. Had hij dus het salaris in verband met die markt te laag gevonden, dan had hij niet moeten verzoeken tot die betrek king te worden benoemd. Verder moet hij toezien op de naleving van de voorwaarden betreffende het melken op de markt. Er staat niet bij, welke die voorwaarden zijn en ik kan dus niet beoordeelen, of zij zoo enorm zijn, dat het toezicht zoo moeilijk is. Ik zou geneigd zijn dat niet te gelooven. Een kleine toelichting is dus niet overbodig. Ook schijnt deze ambtenaar veel werk te hebben met het toezien, dat melkgevende koeien met gevulde uiers niet van het marktterrein worden weggevoerd. Is dat nu een werk voor dien ambtenaar, zulk werk kan men evengoed aan een politieambtenaar opdragen daarvoor heeft men geen veearts noodig. En eindelijk het toezicht op stieren met ringen in den neus; ja, ik kan mij voorstellen, dat men een bepaald des kundige moet zijn om op het oog den leeftijd van een stier te bepalen. Maar ik kan mij niet begrijpen, dat door al die zaken het werk zoo enorm is toegenomen, dat daardoor eene verhooging van salaris wordt gewettigd. Is dat niet alles werk, dat er gemakkelijk bij waar te nemen ishoe dikwijls komt het voor en hoeveel zou daarvoor in een particulier bedrijf betaald worden? Ik vind de argumenten voor de verhooging niet sterk en met het oog op de gemeente- fmanciën zou ik die verhooging wel wenschen teruggenomen te zien. De heer Kerstens. M.d.V. De Marktcommissie heeft ge meend, dat de vermeerdering van werkzaamheden aan den Keuringsveearts opgedragen, van dien aard is, dat zij eene verhooging van zijn salaris met f 100 wel wettigt. De heer Fokker is begonnen op te merken, dat de Keuringsveearts er mede bekend was, dat de markt tweemaal per week zou plaats hebben, toen hij naar deze betrekking vroeg. Maar de sollicitatie was hoofdzakelijk eene sollicitatie voor adjunct- Directeur van het Slachthuis. De betrekking van Keurings veearts is slechts eene bijkomende. De werkzaamheden door den heer Fokker genoemd zijn nu eenmaal aan den Keuringsveearts opgedragen, zoodat hij nu eenige uren meer op de markt moet vertoeven dan vroeger en daardoor eenige uren meer aan zijne werkzaamheden in het Slachthuis wordt onttrokken. Het gevolg daarvan is, dat het werk hetwelk hij daar heeft te verrichten, blijft liggen en dat hij dit werk later moet inhalen in zijn vrijen tijd. Die overweging heeft de Marktcommissie er toe geleid, Burge meester en Wethouders in overweging te geven om .dezen post met f 100 te verhoogen. De heer van Gruting. Nog een enkel woord tot aanvulling van hetgeen de heer Kerstens heeft medegedeeld. Vroeger moest de Keuringsveearts alleen op de markt zijn bij den aanvoer van vee, welke om acht uur is afgeloopen. Nu is dit anders. Nu moet hij er per sé tot 12 uur blijven. Nu zegt de heer Fokker, dat men toch geen deskundige behoeft te zijn om te zien hoe oud een stier is, of of koeien met gevulde uiers van de markt verwijderd worden enz. Maar zooals de heer Kerstens zooeven reeds zeide: de deskundige in deze is de veearts; hij moet dus aanwezig zijn en nu hem daardoor meerdere werkzaamheden en nog vele andere nieuwe bemoeiingen zijn opgedragen, komt het ook mij gewettigd voor, zijn salaris met 100 te verhoogen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel om de toelage aan den Keuringsveearts met ƒ100 te verhoogen wordt in stemming gebracht en met 20 tegen 6 stemmen aangenomen. Voor stemmen de heeren: Reimeringer, Zwiers, Bots, P. J. Mulder, van der Lip, Sijtsma, Kerstens, Juta, Pera, van Tol, van Gruting, van Hamel, Aalberse, Korevaar, Zaalberg, de Vries, Meuleman, de Boer, Driessen en Fockema Andreae. Tegen stemmen de heeren: Fokker, van der Eist, Bosch, Vergouwen, Roem en Briët. Het aldus gewijzigde volgn. 180 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Bij volgn. 181 komt in behandeling de begrooting van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgkeurd. De volgnrs. 181 tot en met 194, volgn. 195 verminderd met f 1626, benevens de volgnrs. 196 tot en met 209 worden hierop achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoof delijke stemming aangenomen. Volgn. 210 wordt aangehouden. Volgn. 211, ingevolge de aanneming van het amendement van den heer Juta c. s. verminderd met f 26.262, wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. 212 tot en met 215' worden zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Het woord is aan den heer Fokker, die het gevraagd heeft. De heer Fokker. M. d. V. Straks heb ik vergeten een punt te bespreken, dat geenerlei uitgave voor de gemeente teweeg-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 24