218 DONDERDAG 29 OCTOBER 1908. benoemd. En daarom komt het mij voor, dat men de instel ling van kweekelingen niet zoo sterk moet aanmoedigen; dat een bedrag van f 3000 voor 30 kweekelingen te hoog is. Het jaar 1907 heeft reeds bewezen, dat wij met minder kunnen toekomen. Mocht er behoefte aan meer bestaan, dan kan dit nog altijd aangevraagd worden, maar laat de Raad beginnen met geen grooter bedrag uit te trekken, dan waarschijnlijk noodig is, teneinde het getal kweekelingen hier niet boven matig groot te doen worden. Het amendement wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging uit. De Voorzitter. Ik kan mededeelen, dat Burgemeester en Wethouders eenigszins kunnen medegaan met de grief door den heer Vergouwen geuit. Het is waar, dat de ervaring leert, dat de post niet altijd geheel wordt verbruikt. Burgemeester en Wethouders willen daarom aan de grief van den heer Vergouwen tegemoet komen. Het cijfer van f 1500, waarmede de heer Vergouwen dezen post wil vermin deren, is echter maar een greep. Wij achten dit cijfer te hoog en zouden willen voorstellen den post te verminderen met f 1000. Hij wordt dan gebracht op f 2000. Mag ik onderstel len, dat de voorsteller daarmede genoegen neemt en zijn amendement dan intrekt? De heer Vergouwen. M. d. V. Ik neem mijn amendement terug. De Voorzitter. Dan wordt de post uitgetrokken op 2000. De heer Meuleman. M. d. V. Mag ik over dezelfde zaak nog een woord zeggen. Dezen zomer is in de Schoolcommissie aan hangig gemaakt een ontwerp van salarisregeling der leera ren aan de Kweekschool. Uit de Schoolcommissie istoeneene sub-commissie benoemd, waartoe ik de eer heb te behooren. Die sub-commissie heeft een onderzoek ingesteld, een zeer uit gebreid rapport uitgebracht en de h. i. noodige salarisver- hooging voorgesteld. De bedoeling was die verhooging reeds op deze begrooting te zien gebracht. Het treft mij nu, dat ik daarvan niets zie en eenige opheldering zou mij aange naam zijn. De heer Van Hamel. M. d. V. De zaak heeft de volle aan dacht van het Dagelijksch Bestuur, maar zij was nog niet rijp om in een bepaald voorstel te worden belichaamd. Wij hopen echter weldra een voorstel in dezen geest den Raad toe te zenden. Nog dezer dagen heb ik daarover eene conferentie ge had met den Directeur der Kweekschool en ik hoop die zaak weldra nader in het College van Burgemeester en Wethouders te bespreken. Spoedig kan dan wellicht een voorstel volgen. De beraadslaging wordt gesloten en het gewijzigde volg nummer zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgn. 138, verhoogd met f 125 en do volgnrs. 139 tot en met 148 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn. 149, luidende: Subsidie aan de Vereeniging Schoolkindervoedingf 500" De heer de Boer. M. d. V. Aan de vereeniging »School- kindervoeding" is reeds bij raadsbesluit van 7 Februari 1907 eene subsidie toegekend van ten hoogste f 650. En waar nu de vereeniging in dat jaar slechts over f 500 heeft beschikt, waarmede zij aan haar betalingen heeft kunnen voldoen, is de uitkomst over 1908 verre van rooskleurig. Met leedwezen moet ik u mededeelen, dat de laatste rekening is goedgekeurd met een nadeelig saldo van f 265.90. De vereeniging heeft de voorwaarden, verbonden aan deze subsidie, zoo stipt mogelijk nagevolgd. Voor de aanwerving van nieuwe leden, om hare financiën te versterken, heeft het Bestuur niet stil gezeten, maar de uitkomsten hebben de verwachting teleurgesteld. Mijn heer de Voorzitter, U hebt in verband met de aanvraag van eene subsidie ten behoeve van de vereeniging tot verzorging van kleine kinderen zoo juist gezegdalle vijvers zijn afgevischt en contributievermeerdering in den laatsten tijd is in deze gemeente bezwaarlijk te verkrijgen. Wil de vereeniging sSchool- kindervoeding" niet voor een nog grooter tekort komen te staan, dan zal zij door nood gedwongen hare maaltijden moe ten inkrimpen. ïn plaats van 3 voedingsdagen per week, zal zij slechts tweemaal per week het arme schoolkind kunnen voeden, waarom ik er bij den Raad op aandring door het toekennen van een subsidie van f 650 de vereeniging in staat te stellen hare nuttige taak op de gewone wijze te vol brengen. De Voorzitter. Wij hebben f 500 uitgetrokken, omdat de vereeniging dit heeft gevraagd; de heer de Boer doet nu het voorstel om dit bedrag met f 150 te verhoogen Wordt dit voorstel ondersteund? Het voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt der halve een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou bij wijze van aanvulling willen voorstellen om aan de vereeniging een subsidie te geven, dat gelijk staat met het bedrag waarover de vereeniging uit anderen hoofde kan beschikken, doch niet hooger dan f 650. Dan blijven wij in de lijn van het raadsbesluit en kunnen wij gaan tot f 650. De Voorzitter. De Raad heeft een crediet toegestaan tot f 650. Nu is het de vraag, of men dit geheele crediet dade lijk zal geven of dat men een bedrag van f 500 voldoende vindt, dat ook door de vereeniging wordt aangevraagd. Bur gemeester en Wethouders zijn bereid, om, nu de Raad het wenscht, het bedrag op het maximum van f 650 te brengen. De beraadslaging wordt gesloten en het aldus gewijzigde volgn. 149 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. '150, 151 en 152 worden achtereenvolgens zon der beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn. 153, luidende: Kosten voor het Gymnasiumf 30321". De Voorzitter. Hierbij komt nog een bedrag van f 100 als bezoldiging voor een amanuensis in de Natuurkunde. De heer Fokker. M. d. V. Ik had reeds bezwaar tegen het bedrag van 100 voor de aanvulling van het kabinet voor Natuurkunde, maar dat er nu weer f 100 wordt aangevraagd voor de bezoldiging van een amanuensis, dit wordt mij, na de discussie die wij over het nieuwe lokaal hebben gevoerd, wel wat al te kras. Wanneer wij destijds hadden geweten, dat er f 100 per jaar zou bijkomen voor een amanuensis, dan zou den wellicht de leden, die toen reeds geaarzeld hebben om hun stem aan het voorstel te geven, dit zeker niet hebben gedaan. Door een van de leden is toen gezegd: wij beginnen met een lokaal, maar er zal wel het noodige bijkomen. Die voorspelling is bij de eerste begrooting al uitgekomen. Er wordt nu weer gevraagd f 100 meer voor leermiddelen. Ter wijl in de afdeelingen daartegen bezwaar wordt gemaakt, is het vriendelijk antwoord van Burgemeester en Wethouders, dat zij nog eens f 100 er bijvragen. Ik zou wel willen vragen, of curatoren dan niet vooruit hebben geweten dat zulk eene amanuensis noodig was. De heer Fockema Andreas. M. d. V. Ik had dezen post wel willen laten passeeren, maar zooals gij weet, hebben cu ratoren er wel eenig bezwaar tegen, dat deze f 100 wordt gebracht ten laste van het Gymnasium. Wat is de zaak? Er is een amanuensis benoemd, die dienst doet voor de H. B. S. en voor het Gymnasium. Die amanuensis kan voor het Gym nasium zijne diensten blijven verrichten voor de lessen in de Scheikunde, die gegeven worden in de H. B. S maar hoe de uren ook geregeld worden, die amanuensis kan geen dienst meer doen op het Gymnasium voor de lessen in de Natuur kunde. Nu redeneeren curatoren aldus: Wanneer die ama nuensis, die tot nog toe was uitgetrokken voor het Gymna sium op f 200, maar een deel van zijn dienst kan doen voor het Gymnasium, kunnen wij voor de Natuurkunde die ama nuensis niet meer gebruiken. Voor het werk, dat hij voor het Gymnasium doet, wordt hij billijk beloond met f 100. Laat men ons de gelegenheid geven voor de overschietende f 100 een amanuensis voor de Natuurkunde te zoeken, dien wij voor dat bedrag wel kunnen vinden. Dan kost het niets meer. Nu opperen Burgemeester en Wethouders het bezwaar dat ik wel eenigszins begrijpen kan dat het hard is dien amanuensis, die reeds zoo lang zijn dienst doet, die 100 te ontnemen, omdat hij voor zijn 200 minder dienst doet. Burgemeester en Wethouders willen hem hetzelfde traktement laten behouden. Daartegen nu heb ik geen bezwaar, mits men die f 100 niet geheel brengt op de rekening van het Gym nasium. Zou het niet mogelijk zijn den man eene persoonlijke toelage te geven, onder welk hoofd dan ook; ik zou denken onder dat van de H. B. S., omdat hij daar zijne diensten bewijst? De Voorzitter. De quaestie komt hierop neer, dat er verschil van meening is over de vraag, of die bezoldiging komt ten laste van de H B. S., dan wel van het Gymna sium. Het laatste komt ons het meest rationeel voor, want de beambte zal voor de H. B. S. niet meer dienst doen dan vroeger. Komt het salaris ten laste van het Gymnasium, dan komt er f 50 van in de gemeentekas terug als restitutie van het Rijk. Wij prefereeren ons voorstel ook om comptabele redenen. De heer Fokker. Wanneer ik het wel begrepen heb de heer Fockema Andreae heeft gezwegen over de leermidde len zal dus de f 100 meer van de begrooting kunnen verdwijnen, wanneer de tegenwoordige amanuensis aan de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 22