182
DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1908.
beschikken. Wordt dit voorstel aangenomen, dan is de erfpachts
kwestie niet meer actueel. Wij zouden misschien de toe
zegging kunnen doen, dat wanneer weder eene dergelijke
aanvraag komt, wij het denkbeeld van den heer Fokker in
overweging zullen nemen.
De heer Fokker. Het voorstel van Burg. en Weth. is twee
ledig. Eerst wordt voorgesteld niet tot den verkoop te be
sluiten en vervolgens Burg. en Weth. te machtigen aan
adressant te berichten, dat de gemeente bereid is tot den
verkoop over te gaan, bijaldien de koopprijs op 1,30 per
M2. bepaald wordt. Er wordt dus wel degelijk voorgesteld om
den grond te verkoopen, mits de man daarvoor wil geven
1,30 per M2. De heer Korevaar ziet het anders in; maar
wellicht heeft hij een andere uitgaaf van de ingekomen stukken
in handen dan wij.
De heer Korevaar. M. d. V. De heer Fokker heeft in
zekeren zin gelijk, doch hij stelt zich op een theoretisch
standpunt, terwijl ik mij stel op een practisch standpunt.
De man wil toch geen f 'l ,30 gevenpractisch komt het dus
hierop neer, dat de grond niet verkocht wordt.
De Voorzitter. Na de gevoerde discussie heeft de heer
Fokker zeker wel de overtuiging gekregen, dat Burg. en Weth.
het stukje land niet willen verkoopen.
De heer Fokker. Wanneer nu de aanvrager leest, wat hier
gesproken is, dan kan hij wellicht denken: ja, men ziet er
daar toch wel een voordeel in, en als hij dan ƒ1.30 per M2
wil geven, dan is de grond voor dien prijs verkocht. Wanneer
Burg. en Weth. het voorstel niet willen terugnemen, laten
wij dan het geheele voorstel verwerpen.
De heer Aalberse. M. d. V. Waarom komen Burg. en Weth.
bij den Raad met een voorstel om gemachtigd te worden tot
den verkoop over te gaan, bijaldien de koopprijs op ƒ1.30
per M2. wordt bepaald, terwijl wij nu hooren, dat Burg en
Weth. den grond niet willen verkoopen. Dan was het toch
veel eenvoudiger den aanvrager te berichten, dat wij den
grond niet willen verkoopen.
De Voorzitter. Ik ben nu al vele jaren lid van den Raad
en ontelbare malen zijn er aan dit pad reeds stukjes grond
verkocht. Nu is er weer een verzoek ingekomen om dit stukje
grond daar te koopen, alleen is er nu ver schil over den prijs.
Waarom zou men dit stukje nu niet verkoopen, terwijl er
reeds ik weet niet hoeveel stukken daar verkocht zijn. Is de Raad
nu plotseling tot een ander inzicht gekomen? Dan moet hij
het voorstel van Burg. en Weth. verwerpen. Een groot deel
van de stukjes land die daar liggen heeft voor ons geen nut.
De heer Aalberse. M. d. V. U begrijpt mij verkeerd. Ik
heb niet gezegd, dat ik tot den verkoop niet wil medewerken
wij hebben dit altijd daar met dien berm gedaan en er is m i.
geen reden om van gedragslijn te veranderen Maar ik vestig
de aandacht hierop, dat de heer Korevaar nu mededeelde, dat
Burg. en Weth. eigenlijk dit stukje grond niet wilden verkoopen.
Maar waarom komen Burg. en Weth. dan met een voorstel
tot den Raad om hen te machtigen dien grond tegen een
zekeren prijs te verkoopen?
De heer Korevaar. M. d. V. Het geldt hier slechts eene
quaestie van vorm. Ik heb hier meer gesproken als Wethouder
van Fabricage. De Commissie van Fabricage heeft geadviseerd
om dien grond niet anders te verkoopen dan tegen /1.30
per M.2 en dit is den kooper bericht, waarop geantwoord is,
dat hij niet meer wil geven dan ƒ0.75. De Commissie van
Fabricage is nu van meening, dat wij dus dien grond niet
verkoopen. Burg. en Weth. hebben alleen een anderen vorm
aan de zaak gegeven.
De Voorzitter. Kan de Raad dus medegaan met het voorstel,
dat de gemeente den grond zal verkoopen, wanneer daarvoor
ƒ1,30 per M2 wordt gegeven? Dan doen wij precies hetzelfde
als altijd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XIII. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 29 October 1903, (Gemeenteblad n°. 40), op de heffing
van opcenten op de hoofdsom der Rijks Personeele belasting.
Zie Ing. St. n°. 226.)
De Voorzitter. De Commissie van Financiën kan zich met
het voorstel vereenigen.
De verordening wordt hierop zonder beraadslaging en
hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIV. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 4 Juni 1903, regelende de herkeuring van afgekeurd
vee en vleesch (Gemeenteblad n°. 27).
(Zie Ing. St. n». 224).
Wordt van de agenda afgevoerd in verband met het inge
komen verzoek van de Runder- en Varkensslagersvereeniging.
XV. Vaststelling van het eerste suppletoir kohier der plaat
selijke directe belasting, dienst 1908.
(Zie Ing. St n°. 230).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
De Voorzitter Verlangt nu nog iemand het woord?
De heer Aalberse. M. d. V. In het begin der vergadering
is mij iets ontgaan. Er is voorgelezen een ingekomen adres
van de gemeenteambtenaren te Leiden. Ik meen dat het stuk
is aangenomen voor kennisgeving. Dit nu is een eenigszins
dubbelzinnige term. Is het de bedoeling van Burg. en Weth.
om daarmede te kennen te geven, dat men in voorkomende
gevallen met die vereeniging wel rekening wil houden, of is
het de bedoeling om afwijzend op het verzoek te beschikken,
en het adres eenvoudig in de prullenmand te werpen?
De Voorzitter. In het adres wordt den Raad eerbiedig
verzocht met Bestuur als vertegenwoordiger der vereeniging
in zake gemeente-ambtenaars belangen wel te willen erkennen."
Dat kan de Raad wel doen, niemand kan er bezwaar tegen
hebben dat het Bestuur erkend wordt.
De heer Aalberse. M. d. V. Ik dank u wel voor uw
antwoord. Mijn vraag was ook alleen, of dit de bedoeling was.
Niemand verder het woord verlangende wordt de verga
dering door den Voorzitter gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.