DONDERDAG 20
AUGUSTUS 1908.
159
Zitting van Donderdag 30 Augustus 1908
Voorzitter: de Heer Burgemeester Mr. N. DE RIDDER.
Geopend des namiddags te twee uur.
Te behandelen onderwerpen:
1° Verzoek van W. Wolda om eervol ontslag als onderwijzer
in de Fransche taal aan de Jongensschool 2e klasse en de
Meisjesschool 2e klasse. (184)
2° Benoeming van een onderwijzer(es) in de Fransche taal
aan de Jongensschool 2e klasse en de Meisjesschool 2e
klasse. (195)
3° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school 2e klasse
voor Jongens en Meisjes. (196)
4° Benoeming van eene 3e onderwijzers in de handwerken aan
de school der 4e klasse No. 2. (194)
5° Verzoek van J. A. Schreuder om continuatie in de be
trekking van Stads-geneesheer. (192)
6° Vaststelling eener opgave van personen ter benoeming tot
zetter van 's Rijks directe belastingen. (202)
7° Verzoek van Mej G. F. Japikse om eervol ontslag als onder
wijzeres aan de school der 4e klasse No. 1. (185)
8° Verzoek van Mej. C. J. de Nie om eervol ontslag als
onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 5 (193)
9° Verzoek van Mej. C. A. de Hondt om eervol ontslag als
onderwijzeres aan de school der 3e klasse No 4 (205)
10? Suppletoire staat van begrooting, dienst 1907, van het H.G.
of Arme Wees- en Kinderhuis. (186)
11° Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1907, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (186)
12° Rekening, dienst!907, van de Stads-Bank van Leening. (187)
13° Rekening, dienst 1907, van de Stedelijke fabrieken van
gas en electriciteit, afd. Gas. (198)
14° Rekening, dienst 1907, van de vereeniging tot bevordering
van den bouw van werkmanswoningen. (206)
15° Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1907 op dat
van 1908 van de benoodigde gelden voor de voldoening
van eenige onbetaald gebleven vorderingen en tot vol
doening van die gelden uit den post voor onvoorziene
uitgaven van 1908. (182 en 201)
16° Voorstel tot onderhandsche verpachting van de perceelen
weiland aan den Zoeterwoudschen Singel, Sectie M Nis.
765 en 766. (189)
17° Voorstel tot aanvulling van de Instructie van den Archivaris
der gemeente. (200)
18° Verordening houdende wijziging der verordening van 6
Juni 1907, regelende de heffing van weegloonen en plaats
gelden aan de gemeentewaag en van weegloonen aan de
vette-varkensmarkt te Leiden (Gemeenteblad no. 15).
(180 en 201)
19° Verordening regelende de heffing van een loon voor het
ijken der botervaten in de gemeente Leiden. (181 en 201)
20° Vaststelling van het Reglement voor de Stedelijke Werk
inrichting, te Leiden. (199)
210 Verzoek van de «Vereeniging tot bestrijding der tuberculose
als volksziekte" gevestigd te Leiden, om verhooging van
de haar toegekende subsidie. (179)
22° Verzoek van de «Vereeniging tot verzorging van kleine
kinderen te Leiden" om toekenning van een jaarlijksche
subsidie. (188, 203 en 204)
23° Bezwaarschriften tegen aanslagen in het Vergunningsrecht,
dienst 1908—1909. (190)
24° Verordening houdende wijziging der verordening op de
Brandweer van 6 Juli 1899. (Gemeenteblad no. 7) (191)
25° Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
over het jaar 1907. (197 en 207)
Tegenwoordig zijn 23 leden als deheeren: Timp, A. Mulder,
van der Eist, Driessen, Bosch, Vergouwen, Briët, van Tol,
de Boer, Roem, Zwiers, Bots, Fokker, van Hamel, de Vries,
van Gruting, Pera, P. J. Mulder, Juta, Reimeringer, Korevaar,
Sijtsma en Aalberse, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heerende Goeje en Kerstens, beiden wegens
ongesteldheid, Fockema Andreae, wegens uitstedigheid, van
der Lip en Stigter, wegens verhindering, Meuleman wegens
ambtsbezigheden, Le Poole en Zaalberg
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 9 Juli 1908, worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Missives van de heeren S. J. Le Poole en D. Stigter houdende
mededeeling dat zij bedanken voor het lidmaatschap van den
Gemeenteraad.
Deze stukken luiden als volgt:
loeiden, den 12 Augustus 1908.
EdelAchtbare Heer!
Bij dezen heb ik de eer U mede te deelen dat ik mij, door
drukke bezigheden genoodzaakt zie voor het lidmaatschap
van den Gemeente Raad te bedanken.
Met mijne dankbetuiging voor de welwillendheid, die ik
steeds van U en mijne medeleden mocht ondervinden, heb
ik de eer te zijn
met de meeste hoogachting
Uw dienstwillige dienaar
S. J. le Poole.
Aan den Heer Voorzitter van den Raad der Gemeente
Leiden.
De Voorzitter. Mijne Heeren! Deze brief geeft mij aan
leiding tot het spreken van enkele woorden.
Reeds sedert eenigen tijd was het bekend, dat de heer
Le Poole, wegens vermeerdering van werkzaamheden het voor
nemen had het lidmaatschap van den Raad neder te leggen.
Sommigen hadden gemeend, dat dat ontslag nog eenigszins
later zou kunnen volgen, maar uit het reeds nu inkomen der
missive volgt, dat de werkzaamheden van den heer Le Poole
van dien aard waren, dat zij uitstel van het ontslag vragen
niet gedoogen. Wij hebben hierin dus te berusten. Ik meen
uit naam van u allen te spreken, als ik zeg, dat het vertrek
uit den Raad van den heer Le Poole ons allen leed doet. Hij
was in den Raad een nuttig lid, niet dat hij in de openbare
vergaderingen zoozeer op den voorgrond trad, maar in de
Commissiën, tot het lidmaatschap waarvan het vertrouwen
van zijn medeleden hem riep, ontplooide hij zijn werkzaam
heid in volle kracht. Ik noem slechts de Commissie van
Financiën, waarvan hij gedurende eenigen tijd deel heeft uit
gemaakt, de Commissie van Fabricage, waarvan hij tot op
dit oogenblik lid is geweest, zoo ook de Commissie voor de
Gasfabriek en eindelijk de Commissie voor de Stedelijke Werk
inrichting. Al degenen die met hem in die commissiën aan
de werkzaamheden hebben deelgenomen, verklaren, dat hij
met ijver en talent en met volle toewijding zijn taak vervulde.
Er is dus, Mijne Heeren, alle reden den heer Le Poole te
danken voor hetgeen hij in het belang der gemeente heeft
gedaan. In deze vergadering wordt zeer zeker zijn persoon
noode gemist. In het schrijven, dat hij tot ons heeft gericht,
dankt de heer Le Poole voor de welwillendheid, welke hij van
zijn medeleden en ook van mij heeft ondervonden, maar het
was niet moeielijk hem welwillendheid te betoonen, die steeds
een ieder met welwillendheid tegemoet kwam en tot mede
werking steeds bereid was.
Laat ik het hier mogen zeggen, uit uw aller naam, dat wij
het aandenken aan het Raadslid Le Poole steeds in aangename
herinnering zullen houden. Toejuiching
Ik stel voor den brief voor kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
Leiden, 19. 8. 1908.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende heeft de eer U te berichten dat hij wegens
zijn aanstaand vertrek uit deze gemeente als lid van Uwen
Raad ontslag neemt.
Met de meeste hoogachting
D. Stigter.
De Voorzitter. Het schrijven van den heer Stigter is van
denzelfden inhoud als dat van den heer Le Poole, nl. dat ook
hij ontslag neemt als lid van den Raad. Sprak ik zooeven
van een lid, dat niet in de openbare vergaderingen op den
voorgrond trad, maar meer zijn krachten ontplooide in de
vaste Commissiën, van den heer Stigter kan gezegd worden,
dat hij zich meermalen in de openbare vergadering deed
hooren. Het voorrecht hebbende zijn gedachten gemakkelijk
te kunnen uitdrukken, heeft hij vooral over onderwerpen van
onderwijs en hygiëne zijn licht in deze vergadering meermalen
doen schijnen. Wij hadden meermalen de gelegenheid zijne
beschouwingen te waardeeren, al waren wij het met die beschou
wingen niet in elk opzicht eens. Daarom zal deze vaardige spreker,
dit ijverig lid in deze vergadering zeer gemist worden en be
treuren wij zijn heengaan. Vooral is het voor de gemeente
een verlies daar hij deze metterwoon verlaat. Laat mij den
wensch mogen uitspreken, dat de heer Stigter ons allen in
goede herinnering houde, gelijk wij het hem doen.
Toejuiching
Ik stel voor ook dezen brief voor kennisgeving aan te
nemen.
Daartoe wordt besloten.