GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 105 ISCrEKOMEJf STIKKEW. N°. 177. Leiden, 7~Juli 1908. Ten vervolge op onze voordracht, opgenomen onder n°. 176 der Ingekomen Stukken, hebben wij de eer U te berichten dat door ons van J. J. de Cler een nader schrijven is ont vangen, waarbij deze mededeelt dat de erven Hylkema, aan wie het terrein benoorden de Decimastraat toebehoort, bereid zijn de geprojecteerde toegangsstraat van het te koop geboden terrein naar de Kooilaan over een lengte van 70 en een breedte van 7 Meter voor hunne rekening te bestraten, binnen 8 maanden nadat de eventueéle overdracht van den grond heeft plaats gehad, en vervolgens de bestrate grond kosteloos aan de gemeente af te staan. Hierdoor zal dus de aankoop van het terrein achter de Decimastraat ƒ245.— goedkooper worden en zal de gemeente tevens kosteloos in het bezit komen van een 7 Meter breeden toegangsweg van de zijde van den Heerensingel. Het desbetreffend schrijven van de Cler is in de Leeskamer ter inzage nedergelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 178. Leiden, 8 Juli 1908. Bij de Commissie van Financiën bestaat geene bedenking tegen de voordracht van Burgemeester en Wethouders inzake den bouw eener openbare lagere school der 3e kl., opgenomen onder No. 176 der Ing. Stukken. Zij stelt IJ derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 179. Leiden, 14 Juli 1908. Naar aanleiding van nevensgaand adres van het Bestuur der «Vereeniging tot bestrijding der tuberculose als volksziekte" gevestigd te Leiden, hebben wij dé eer U het volgende te berichten. Van inwilliging van het verzoek om nog de over het loo iende jaar toegekende subsidie met f 500.— te verhoogen, kan dunkt ons geen sprake zijn. Vermoedelijk is hier dan ook meer aan een schrijffout te denken en zal de bedoeling wel geweest zijn om met het oog op de vaststelling van de gemeentebegrootirjg voor het volgende dienstjaar, voor dat jaar een subsidieverhooging van 500.— aan te vragen. Maar ook zoo meenen wij, dat tot een algeheele inwilliging van het verzoek nog niet kan worden overgegaan. Immers hoezeer ook het streven der vereeniging door ons wordt ge waardeerd, hoe groot ook, wij erkennen het gaarne, het nut is, dat zij voor de openbare hygiene oplevert, toch mogen wij, ook waar het verzoeken als deze geldt, den algemeenen toestand van de gemeente-financien niet uit het oog verliezen. En wanneer wij dan bedenken dat het hier nog een zeer jonge vereeniging geldt en d#t haar voor het eerst over het jaar 1907 een gemeentelijke subsidie van f 1000.— werd verleend, dan zouden wij ons niet verantwoord achten haar reeds thans een subsidieverhooging van 500 toe te kennen. Van den anderen kant evenwel verdient het streven der vereeniging zeker alleszins aanmoediging en mag men veilig zeggen, dat slechts zelden voor een zoo nuttig doel steun uit de gemeentekas wordt verleend. En daarom kunnen wij wel vrijheid vinden u ook onder de tegenwoordige moeielijke tijds omstandigheden tot een verhooging der subsidie met ƒ250.— te adviseeren. Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten aan de «Vereeniging tot bestrijding der tuberculose als volksziekte, gevestigd te Leiden" voor het jaar 1909 een subsidie toe te kennen van f 1250. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, Juni 1908. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Het Bestuur der Vereeniging tot bestrijding der tuberculose als volksziekte, gevestigd te Leiden, goedgekeurd bij Konink lijk Besluit van 28 April 1905, N°. 39, wendt zich hierbij tot Uw College met het dringend verzoek aan de Vereeniging over het jaar 1908 een gemeentelijke subsidie te willen toekennen van vijftien honderd gulden. Het Bestuur voornoemd grondt zijn aanvrage om een hoogere subsidie dan verleden jaar werd gevraagd en verleend op de omstandigheid, dat de financieele middelen der Vereeniging in weerwil van het batig saldo van dit jaar ten bedrage van duizend gulden dat uitsluitend verkregen werd door be perking der uitgaven onder den indruk van de.onzekerheid der inkomsten geheel onvoldoende zijn het doel, dat de Ver eeniging zich heeft gesteld, naar behooren na te streven. Nadere bijzonderheden hieromtrent, alsook dat de werkzaamheden der Vereeniging een eminent gemeentebelang beoogen, moge blijken uit nevensgaande bijlage. Hetwelk doende, het bestuur der Vereeniging tot bestrijding der tuberculose, als volksziekte, gevestigd te Leiden, W. Nolen, Voorzitter. P. Th. L. Kan, Onder-Voorzitter. Aug. L. Reimeringer, Penningmeester. J. Bruining, le Secretaris. W. T. M. Weebers, 2e Secretaris. No. 180. Leiden, 14 Juli 1908. Gelijk u bekend is bedraagt het weegloon voor kaas hier ter stede nog steeds 5 cents per 100 KG. En hoewel men bij de beoordeeling van dit bedrag ook rekening moet houden met de 10 cents werkloon, welke aan de waagwerkers moeten worden betaald, zoo blijft het door de gebruikers van de waag te betalen bedrag ook dan nog zeer laag. Immers in Woerden bedraagt het weegloon per 100 KG. 20 cents, in Gouda 25 cents. De commissie voor het marktwezen meent dan ook dat het oogenblik gekomen is, om tot een verhooging van het weeg loon over te gaan. Zij wijst op de vele uitgaven, die het vernieuwen en herstellen dei kaaswagens, kaasbakken, schalen, gewichten, kaasplanken, enz. medebrengt, en op de hoogere kosten van bediening die het gevolg zijn van de derde schaal, welke vóór eenige jaren werd aangebracht. Onder deze om standigheden kan er geen bezwaar zijn om tot een matige verhooging van het weeggeld over te gaan en te minder, waar geen nadeelig gevolg daarvan voor het bezoek aan de kaasmarkt behoeft te worden gevreesd. De commissie stelt daarom voor het weeggeld met 5 cents per 100 KG. te ver hoogen en verwacht van die verhooging een hoogere opbrengst voor de gemeentekas van f 500. Wij kunnen ons met dit voorstel der marktcommissie wel vereenigen en geven u mitsdien in overweging tot de vast stelling van de navolgende verordening over te gaan: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 6 Juni 1907, regelende de heffing van weegloonenen plaatsgelden aan de gemeentewaag en van de weeg- loonen aan de vette varkensmarkt te Leiden (Gem. BI. no. 15). Art. 1. In art. 1 van bovengenoemde verordening wordt gelezen «Voor kaas per 100 KG."0.10" Art. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1909. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 181. Leiden, 14 Juli 1908. Ook op een wijziging in het ijkloon wordt door de com missie voor het marktwezen aangedrongen. Tot dusver wordt voor het ijken van een Jg6 en van een Aste vat een zelfde bedrag betaald. Voor beide bedraagt het ijkloon f 0.035. Dit nu acht de marktcommissie irrationeel. Zij wijst er op hoe eenerzijds de kosten van het ijken door de heffing van 3| cent niet voldoende worden gedekt en anderzijds de prijs van vat ongeveer het dubbele bedraagt van dien van Tl^e. Zij wil daarom het uniforme tarief laten varen en, evenals in Delft geschiedt, voor het ijken van TLe vat 3 cent en voor dat van Ae vat 5 cent heffen. Deze wijziging zal een hoogere bate voor de gemeente opleveren van f 150. Onzerzijds bestaat tegen het voorstel der marktcommissie geen bezwaar, zoodat wij u in overweging geven tot de vast stelling van de navolgende verordening over te gaan:' VERORDENING regelende de heffing van een loon voor het ijken der botervaten, in de gemeente Leiden. Art. 1. Voor het ijken van botervaten wordt, zoowel bij eerste ijking als bij den jaarlijkschen herijk, ten behoeve van de gemeente geheven een loon: a. van 0 03 voor TVe vat b. 0.05 |e

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 1