MAANDAG 25 MEI 1908.
125
Ten aanzien van het godsdienstonderwijs wensch ik op te
merken, dat we juist een wijziging hebben aangebracht, om
dat men oorspronkelijk wenschte, dat voor iedere gezindte,
hoe klein ook, een afzonderlijke godsdienstleeraar zou worden
aangesteld; maar dat is nu uitgesloten. Dus de vrees voor
groote uitgavenen de vreesdat de inspecteurs met het
contract in de hand ons zouden kunnen dwingen tot uitga
ven, waarmee we bij den opzet geen rekening hebben gehouden,
behoeft niet te bestaan. Al datgene is juist uit het concept
weggelaten.
De heer Roem vraagt, welk soort onderwijs zal worden
gegeven. Wel, natuurlijk onderwijs, zooals dat aan idioten
moet worden gegeven. Een ander antwoord kan ik niet geven.
De heer Fokker. M. d. V. Ik heb met belangstelling ge
hoord, wat door den heer Meuleman tegen den heer Zwiers is aan
gevoerd ten aanzien van het vakonderwijs. U, mijnheer de Voor
zitter, noemde dat overtuigend. Ik hoop, dat dat door de Gedep.
Staten, de andere partij in deze, ook zoo zal worden geacht
en dat zij, wat onder den weidschen naam vakonderwijs in
dit contract wordt aangediend, ook als zoodanig zullen slikken.
Voor mij heeft het onderwijs, dat zoo terloops door den tuin
man, smid of timmerman van Endegeest gegeven wordt, weinig
gemeen met het «vakonderwijs" zooals dat aan idioten zou
moeten worden gegeven.
Als Gedep. Staten hooren, wat in den Raad hierover ver
handeld is en vernemen, wat een lid van de commissie van
Endegeest gezegd heeft, en wat door u als Voorzitter dier
commissie overtuigend geprezen is, dan zullen zij weten, dat
hier met vakonderwijs bedoeld is, ik zou haast zeggen, het
fröbelonderwijs, dat men zich hier voorstelt. Maar zullen Gedep.
Staten het contract dan onderteekenen?
Als wij deze overeenkomst sluiten, dan moeten wij haar
loyaal ten uitvoer leggen. Het komt mij voor, dat wat de
heer Meuleman zich voorstelt, niet op den naam vakonderwijs
aanspraak mag maken en ik zou toch nog wel willen vernemen
of dit van den beginne af de bedoeling is geweest.
De Voorzitter. Ik geloof, dat hetgeen door den heer Fokker
zoo breed uitgesponnen werd, Gedep. Staten inderdaad wel eens
kon doen aarzelen dit contract te teekenen en wij willen
toch, dat het gebeurt. Als wij de bezwaren nu zoo breed uit
meten, kon men er wel eens iets in gaan zoeken, dat wij er
niet in leggen.
Laat ik even zeggen, dat het vakonderwijs, dat wij bedoelen,
hetzelfde is, dat gegeven wordt aan de idioten te's-IIeerenloo
en Udenhout. Deze krijgen ook van verplegers of werklui,
die vast in dienst zijn, allerlei vakonderwijs. Wij hebben al
leen willen uitsluiten, dat men kon eischen, dat wij gediplo
meerde vakonderwijzers aanstellen. Niettegenstaande dat, zal
natuurlijk toch behoorlijk onderwijs aan de idioten gegeven
worden.
De heer Meuleman. M. d. V. Ik wilde slechts een vraag
aan den heer Fokker stellen. Ik zou gaarne willen dat hij eens
juist aangeeft, wat hij verstaat onder vakonderwijs aan idioten.
Bedoelt hij oprichting van eene volledige ambachtsschool met
gediplomeerde leeraren, dan durf ik hem wel verzekeren, dat
door Gedep. Staten daaraan niet kan gedacht zijn. Ik koester
dan ook niet de minste vrees, dat zij het gewijzigd concept
niet zullen aannemen.
Het stuk. is opgesteld door een inspecteur, die natuurlijk
meende alles juist en precies te moeten omschrijven, maar die
natuurlijk dezelfde eischen. stelt als aan bestaande idioten-
inrichtingen, zooals te Uden en 's-Heerenloo. Ik twijfel geen
oogenblik of de bedoeling is zooals wij het opvatten.
De heer Fokker. M. d. V. Het was volstrekt niet mijn bedoeling
op te komen tegen de wijzigingen van Burg. en Weth. in
de conceptovereenkomst. Ik gevoel veel daarvoor.
Waar de heer Meuleman echter heeft gezegd, dat men zich
voorstelde het vakonderwijs te geven, als hij geschilderd
heeft, heb ik gedacht, niet zoo op de hoogte zijnde van het
vakonderwijs aan idioten als de heer Meuleman, dat men daar
geen genoegen mede zou willen nemen als het niet van te
voren de bedoeling was het zoo in te richten.
Nu het blijkt, dat het geven van dergelijk onderwijs alge-
meene gewoonte is, ben ik blij, dat wij daar zoo goedkoop
afkomen.
De heer Vergouwen. M. d. V. Zou het niet beter zijn, in
deze zinsnede de woorden «school- e'n vakonderwijs" saam
te vatten in het woord «onderwijs", omdat, wanneer rnen
ze afzonderlijk leest «school- en vakonderwijs", dan is het
voor degeen, die niet precies den gang van zaken in een
idiotengesticht kennen, alsof zoowel voor het school- als voor
het vakonderwijs afzonderlijke leeraren moeten worden aan
gesteld. Dat is de eerste indruk, dien men krijgt, als men het
zoo doorleest.
Om te maken, dat men zich niet aan banden legt, of zich
bindt aan een bepaling, die later anders uitgelegd zou kunnen
wordenzou het dus wenschelijk zijn de woorden «school- en
vakonderwijs" te vervangen door «onderwijs".
Dit zal dan verder ingericht worden naar de behoeften en
de bevatting van de idioten, zoodat een gedeelte gewoon lager
onderwijs krijgt, terwijl een ander gedeelte vakonderwijs
krijgt.
De Voorzitter. Ik zou den Raad in overweging willen geven
niet in te gaan op het denkbeeld van den heer Vergouwen,
want van begin af aan heeft in de correspondentie met
Gedep. Staten de wensch voorgezeten, dat behalve schoolonder
wijs, ook vakonderwijs zou worden gegeven, en wanneer we
nu alleen gaan spreken van onderwijs, dan vrees ik, dat het
tot standkomen van deze overeenkomst op groote bezwaren
zal stuiten. Ik geloof, dat aan die bezwaren grootendeels is
tegemoet gekomen ten aanzien van de aanstelling van onder
wijzers en onderwijzend personeel door de wijzigingen, die
voorgesteld zijn, maar van begin af aan is vastgesteld, dat
er behalve gewoon onderwijs, ook vakonderwijs moet worden
gegeven. Ik kan dus niet anders dan ernstig ontraden, deze
verandering aan te brengen; dat is de geheele zaak in de
waagschaal stellen.
De heer Fockema Andreae. M. d. V. Het denkbeeld van
den heer Vergouwen is ook bij mij opgekomen, maar dan
zou ook het slot moeten vervallen, dan is er geen tegen
stelling meer. «School- en vakonderwijs, evenzoo godsdienst
onderwijs", dat loopt goed, maar als we alleen spreken van
«onderwijs", dan kunnen we ten slotte niet zeggen «evenzoo
godsdienstonderwijs", want dat is ook onderwijs, en lieten
we die woorden weg, dat zou bij Gedep. Staten tot een ver
keerde opvatting aanleiding kunnen geven.
Punt 1 van de voordracht wordt daarna zonder hoofde
lijke stemming aangenomen; evenzoo punt 2 en 3.
De heer Fokker. M. d. V. Ik zou wel wat willen vragen
omtrent art. 7.
Daar staat, dat «buiten het bedrag van verpleeggeld val
len de kosten van overbrenging, afhaling van patiënten" enz.
Wij nemen op ons de genees- en heelkundige hulp. Stel
nu, zoo'n patient moet worden verpleegd in het Academisch
Ziekenhuis. Dat kan gratis gebeuren'. Maar als zij er heen
gebracht worden, gaat dat voor onze kosten, voor kosten van
de provincie, of valt dat onder kosten van overbrenging en
afhaling?
De Voorzitter. Onder verpleeggeld wordt niets anders
verstaan dan vergoeding voor eten, drinken en kleeding. Ik
zou dus zeggen dat het vervoer door u bedoeld particulier
betaald moet worden.
De heer Fokker. M. d. V. Maar alle genees-en heelkundige
hulp wordt ook gratis verstrekt!
De Voorzitter. Ik denk, dat deze kosten niet voor rekening
van de gemeente zullen komen. Het zal wel weinig voor
komen, want gewoonlijk zullen de idioten uit hun woning
rechtstreeks naar het idioten-gesticht worden gebracht. Dat
komt dan voor rekening van dengene, die brengt.
De heer Fokker. Maar als zij bijv. een operatie moeten
ondergaan
De Voorzitter. Deze worden ook in Endegeest gedaan en
dat zal waarschijnlijk ook wel in het idiotengesticht geschieden.
Art. 7 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Verlangt iemand stemming over het geheele
concept?
De heer Zwiers. Ja, mijnheer de Voorzitter.
Het geheele concept, in stemming gebracht, wordt aangenomen
met 23 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Vergouwen, de Boer, Bosch,
Briët, Driessen, Timp, Reimeringer, van der Eist, van Tol,
Roem, Sijtsma, Bots, Zaalberg, de Vries, Fockema Andreae,
Le Poole, van Hamel, Eerstens, Korevaar, van Gruting, Fokker,
Meuleman en A. Mulder.
Tegen stemmen de heerenZwiers en Pera.
De Voorzitter. Burg en Weth. zijn dus gemachtigd op
den voet van het gewijzigde concept te contracteeren.
Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering
hierop door den Voorzitter gesloten.