78 De leeftijdsgrens van de in die afdeeling te verplegen jeug dige idioten is 20 jaar. Art. 2. De Provincie verbindt zich, aan de Gemeente eene tege moetkoming te verleenen in de rente van de kosten van de op en inrichting, in dier voege dat G/8 van het bedrag dier rente zal worden vergoed, indien het getal verpleegden 11 of minder bedraagt, ®/8 indien het '12 tot 22, 4/s indien het 23 tot 33, 3/s indien het 34 tot 44, 2/s indien het 45 tot 55, en 1/8 indien het 50 tot 66 bedraagt, met dien verstande dat het bedrag der rentevergoeding weer zal stijgen, |indien het aantal patiën ten, na eenmaal eene zekere periode te hebben bereikt, weder naar eene vroegere periode mocht terugloopen, en dat de vergoeding eerst geheel zal ophouden, wanneer het aantal patiënten gedurende een vol jaar boven de 66 is gebleven. Art. 3. Tot de oprichtingskosten behoort 4 pet. rente van de vóór de opening betaalde sommen ten behoeve van den bouw en de inrichting der idiotenafdeeling. De bouwrekening zal met de noodige bescheiden aan Gede puteerde Staten moeten worden overgelegdhet bedrag wordt door dat college vastgesteld. De rente, welke door de Provincie vergoed wordt, zal wor den berekend naar den interest, tegen welken de leening of leeningen, voor dezen bouw aan te gaan, zijn uitgegeven en het agio of disagio. Het bedrag wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld. De berekening der vergoeding zal ingaan van af den dag der openstelling van de afdeeling. Burgemeester en Wethou ders zullen zorgen dat de geneesheer-directeur aan Gedepu teerde Staten bericht zendt van elke opneming en mutatie. Art. 4. Alle plaatsen in de afdeeling zullen in de eerste plaats beschikbaar moeten zijn voor de verpleging van jeugdige idioten uit Zuid-Holland. Ter verzekering daarvan kan het opnemen van patiënten buiten de provincie slechts plaats hebben met goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Art. 5. De patiënten zullen in voor hunne klasse bestemde en naar den aard hunner ziekte ingerichte lokalen worden gehuisvest. Voor behoorlijke verlichting, verwarming, luchtverversching en reiniging dier lokalen zal worden gezorgd. De noodige maatrege' i zullen worden genomen tot voorziening tegen brand en andere ongevallen. De patiënten zullen naar medisch psychiatrische inzichten verpleegd en behandeld worden. In deze verpleging en be handeling zijn begrepen voeding, kleeding, ligging, reiniging en bewassching, alle vereischte genees- en heelkundige hulp, verpleging door behoorlijk onderwezen en voldoend talrijk personeel, met genoegzaam toezicht bij dag en bij nacht, ruime werkverschaffing en ontspanning. School- en vakonderwijs zal aan de idioten, die daarvoor in aanmerking kunnen komen, geregeld en stelselmatig ge geven worden door personeel, dat voor deze taak ten volle berekend is. Aan de lijders, die daarvoor in aanmerking kunnen komen, zal, naar hunne gezindte, godsdienstonderwijs gegeven worden. Geenerlei dwangmiddel zal mogen worden toegepast tenzij in elk afzonderlijk geval op uitdrukkelijk voorschrift van den geneesheer. De patiënten zullen niet belemmerd worden zich schriftelijk te wenden tot Gedeputeerde Staten, tot den Officier van Justitie en tot de Inspecteurs voor het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten. Art. 6. Burgemeester en Wethouders zullen zorgen, dat aan Ge deputeerde Staten vóór 1 Maart een verslag van den genees heer-directeur over de afdeeling over het afgeloopen jaar worde toegezondenwaarin onder [andere zal worden opge nomen 1°. eene omschrijving van de huisvesting, de verdeeling over de onderscheidene onder-afdeelingende verpleging en de behandeling der in de idiotenafdeeling verpleegde patiënten, zoomede van den toestand dergenendie op het einde des jaars nog aanwezig waren 2°. het rooster dei- lesuren en eene beschrijving van het leerplan, in het afgeloopen jaar gevolgd; voorts eene om schrijving van de resultaten, bij het onderwijs verkregen; bovendien eene opgave van het personeelmet het onderwijs belastde salarissen en emolumentenaan dit personeel ver strekt en wat aangaat hendie nieuw in functie treden eene opgave van de gronden waarop de zienswijze' rust dat dit personeel voor zijne taak nauwkeurig is voorbereid en ten volle berekend is; en voorts wat de geneesheer-directeur van belang acht te dezer zake te memoreeren; 3°. eene vermelding van alle bijzondere voorvallen; 4°. eene opgave van alle veranderingen, welke in de regle menten, voorschriften, voedingstarieven, zoomede in de regeling der diensttijden en in de instructies voor beambten en per soneel zijn gebracht; en 5°. alle inlichtingen, welke door Gedeputeerde Staten, door het bestuur of door den geneesheer-directeur noodig worden geacht om een juist beeld te verschaffen van den gang van zaken in de afdeeling. Art. 7. Het verpleeggeld kan door den Raad op ƒ360 worden bepaald. In dat bedrag is het kleedgeld begrepen. Buiten het bedrag van het verpleeggeld vallen de kosten voor overbrenging en afhaling der patiënten, die van ver krijging of vernieuwing der rechterlijke machtiging tot ver pleging eens lijders, en die van ter-aarde-bestelling na over lijden in het gesticht. Wanneer de Gemeente het verpleeggeld voor de krank zinnigen op sEndegeest" mocht verhoogen, niet omdat de resultaten der exploitatie dit zouden noodig maken, maar eenig en alleen omdat het verpleeggeld in andere gestichten verhoogd wordt, zal het tarief voor de idiotenafdeeling aan dat van de andere verpleegden op »Endegeest' moeten wor den gelijkgemaakt, tenzij het verpleeggeld voor behoeftige patiënten in andere idiotengestichten f 360 of hooger mocht zijn, in welk geval ook dat der idiotenafdeeling 360 zal kunnen blijven of tot het hoogere bedrag, in andere idioten- gestichten voor behoeftige patiënten gevorderd, zal kunnen worden opgevoerd. Geschillen over de toepassing van dit artikel worden beslist door scheidsmannen, die overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering benoemd wor den en als goede mannen naar billijkheid uitspraak doen. Art. 8. De kosten, op deze overeenkomst vallende, komen ten laste van de Provincie. No. 132. Leiden, 22 Mei 1908. Ter vervulling van de vacature van Hoofd der openbare lagere school 4e klasse No. 2, welke zal ontstaan tengevolge van het met ingang van 1 Juli a.s. verleend eervol ontslag aan den heer J. A. Brassinga, hebben wij de eer U. in over leg met den Districts-Schoolopziener, de volgende voordracht aan te bieden, samengesteld uit de lijst van benoembaren, welke werd opgemaakt na het laatst gehouden vergelijkend on derzoek voor de betrekkingen van Hoofd der school 4e klasse No. 1 en 4e klasse No. 2 in deze gemeente 1°. J. BROEZE, hoofd eener openbare lagere school te Enschede 2°. E. J. BLEKKINK. onderwijzer te Amsterdam; 3°. H. J. NOORDEGRAAF, onderwijzer te 's Gravenhage. Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, verzoeken wij U thans tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 4