Van den Wall Bake. 76 gaande situatieteekening tot het einde van het tegenwoor dige kanaal II en het maken eener brug over het kanaal, ter vervanging van den aarden dam tusschen kanaal I en II, een en ander gelegen in de prise d'eau onder de gemeenten Kat wijk en Wassenaar. Leiden den 2den April 1908 De Leidsche Duinwater Maatschappij, Chr. van Spall. No. 128. Leiden, 18 Mei 1908. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen den bij Uw College ingedienden suppletoiren staat van begrooting der Stadsbank van Leening en den staat van af- en overschrijving op de begrooting dier instelling, beide het dienstjaar 1907 betref fende, zoodat zij U voorstelt tot goedkeuring dier staten te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 129. Leiden, 20 Mei 1908. Met 31 Juli e. k. eindigt de huur van de bovenwoning Nieuwsteeg no. 10a, krachtens raadsbesluit van den 27en Juni 1907 voor den tijd van één jaar verhuurd aan het Bestuur van het «Tehuis voor Vrouwen'', voor ƒ175.-- per jaar. Aangezien de huurder krachtens het loopende huurcontract weder voor één jaar gebonden is en bij ons college geen bezwaar bestaat de huur voor den tijd van één jaar te verlengen, geven wij u in overweging de bovenwoning Nieuwsteeg no. 10a, opnieuw voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Augustus 1908, te verhuren aan het Bestuur van het «Tehuis voor Vrouwen" alhier, tegen den huurprijs van f 175,— per jaar eri verder onder de gewone voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 130. Leiden, 20 Mei 1908. De inwilliging van nevensgaand adres van het Hoofdbestuur der Regelingscommissie voor het XXXe Nederlandsch Taai en Letterkundig Congres zal uwerzijds zeker geen bezwaar ontmoeten. Immers het belang van de gemeente is zóó van nabij bij het welslagen van dit congres betrokken dat het, naar wij meenen alleszins op den weg der gemeente ligt om tot dit welslagen het hare bij te dragen door aan de congresleden een waardige ontvangst te bereiden. Een uitgave uit de gemeentekas, die in het ongunstigste geval f2000.— kan bedragen, komt ons daarvoor niet te hoog voor. Wij zeggen in het ongunstigste geval. Immers de uitgaven zijn, gelijk het Hoofdbestuur in zijn toelichting zegt, zeer ruim begroot, terwijl daarentegen de ontvangsten, wanneer het aantal congresleden, gelijk alleszins waarschijnlijk is, meer dan 600 zal bedragen, zullen stijgen. Er is dus alle reden om aan te nemen, dat het nadeelig saldo, dat uit het waarborg fonds zal moeten worden bestreden, minder dan het geraam de bedrag van f2900 zal bedragen. Nog wenschen wij hieraan toe te voegen, dat het, gelijk ons vanwege het Hoofdbestuur werd medegedeeld, de bedoeling is om indien ter dekking van het nadeelig saldo niet ten volle van het waarborgfonds zal behoeven te worden gebruik ge maakt, de deelhebbers in dat fonds pondspondsgewijze van hun verplichtingen te ontslaan, zoodat dus de gemeente op ge lijken voet als de andere garanten voor vermindering van de door haar toegezegde bijdrage zal in aanmerking komen. Op grond van een en ander geven wij U in overweging te besluiten, dat door de gemeente voor een bedrag van f 2000 zal worden deelgenomen in het waarborgfonds ter bestrijding van de kosten van ontvangst van de leden van het 30e Ne- derlandsche Taal- en Letterkundig Congres in deze gemeente, onder voorbehoud dat wanneer het nadeelig saldo der rekening minder dan het bijeengebrachte waarborgkapitaal mocht be dragen, de deelnemers in het fonds pondspondsgewijze van hun verplichtingen zullen worden ontslagen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. Leiden, Mei 1908. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Zooals aan Uw college-bekend zal zijn, wordt onder de be scherming van Hare Majesteit de Koningin en Zijne Konink lijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden, van 25 tot 28 Augustus a. s. hier ter stede gehouden het XXXe Neder landsch Taal- en Letterkundig Congres. Leiden werd als plaats van samenkomst gekozen uit de drie steden, welke naar de eer daarvan hadden gedongen: ook Haarlem en Maastricht toch hadden daarom gevraagd. Ondergeteekenden, uitmakende het Hoofdbestuur der Regelings-commissie, nemen de vrijheid zich tot Uw college te wenden met het verzoek, door het ver- leenen van linancieelen steun een ontvangst der Congresleden mogelijk te maken, hun en Leiden zelf waardig. De Taal- en Letterkundige Congressen, welke nu sedert een zestigtal jaren om beurten in Nederland en België worden gehouden, zijn samenkomsten niet alleen zooals de naam schijnt aan te duiden, van mannen en vrouwen van weten schap en kunst, maar van mannen en vrouwen van allerlei werkkring, van allerlei maatschappelijke positie, belangstellende in die vraagstukken, welke betrekking hebben op de gemeen schappelijke belangen van allen, waar ook in de wereld, die Nederlandsch spreken, die van Nederlandschen stam zijn. Het gevolg is, dat deze Congressen zeer talrijk worden bezocht: het aantal Congressisten wisselde in de latere jaren tusschen 600 en ongeveer 1200. Van welk groot belang dit is voor de stad, waar het Congres bijeenkomt, behoeft geen betoog. Niet alleen dat gedurende een viertal dagen of langer eenige hon derden vreemdelingen binnen de stad vertoeven; maar bij het steeds toenemend verkeer o. a. tusschen België en Nederland, is het ook voor de toekomst van groote be- teekenis, dat de indruk, door de bezoekers van een congres gekregen van de plaats van samenkomst, een blijvende en een goede is. Dit is steeds door de stedelijke besturen begrepen en het is dan ook niet te verwonderen dat èn in België èn in Nederland de besturen der gemeenten, waar deNederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen zijn gehouden, linancieelen steun van beteekenis aan die Congressen hebben verleend. Ondergeteekenden doen dan ook met volle vertrouwen een beroep op de goede gezindheid van Uw college, om, door het mogelijk maken van een gepaste ontvangst der Congressisten, den goeden naam van Leiden in het overige Nederland op te houden. En wel, door in het waarborgfonds, dat het tracht, blijkens nevensgaande globale begrooting van inkomsten en uitgaven, bijeen te brengen, de gemeente te doen deelnemen voor een bedrag van ƒ2000.— (twee duizend gulden). Het Hoofdbestuur der Regelingscommissie voor het XXXe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres: de Ridder, Eer e-voorzitter. J. E. Heeres, Voorzitter. J. S. Speyer, 2e Voorzitter. L. Knappert, ie Secretaris. Bijleveld. D. Harteveld H.Czn. G. Kalff. J. C. Overvoorde. A. Kluyver. P. Blok. Aug. L. Reimeringer. No. 133. Leiden, 22 Mei 1908. Nadat door ons bij schrijven van 9 Maart 1.1. aan Gedepu teerde Staten dezer provincie was kennis gegeven van het besluit van Uwe Vergadering van 5 Maart tevoren tot oprich ting van een afdeeling voor jeugdige idioten bij het gesticht «Endegeest", ontvingen wij den llen dezer nevensgaand schrij ven van Gedep. Staten, met daarbij overgelegde concept overeenkomst. Die concept-overeenkomst houdt in hoofdzaak datgene in, waartoe door U bij bovenvermeld raadsbesluit (Zie Ingek. Stukk. n°. 36) besloten werd. Behalve dat echter bevat zij, met name in de artt. 5 en 6. nog eenige verplichtingen voor de gemeente, waarvan in de vroeger gevoerde correspondentie met Gedep. Staten nimmer sprake was. Wèl zeggen Gedep. Staten in hun schrijven, dat die artikelen, welke in overleg met de lleeren Inspecteurs werden geredigeerd, geen verdere strekking hebben, dan in hunne missives van 24 December '07 en 13 Februari '08 werd aangekondigd, maar dit kan toch inderdaad niet worden toegegeven. Wij willen daarom bij dat deel der gevoerde correspondentie, dat Gedep. Staten hier op het oog hebben, nog een oogen- blik stilstaan. In hun schrijven van 24/31 December 1907, waarin Gedep. Staten de voorwaarden resumeeren, waaronder de provincie naar hunne meening de gemeente in de kosten van oprich ting van de afdeeling zou kunnen tegemoet komen, eindigen zij aldus: «Het is de wensch onzer Staten dat in overeenkomsten met C. VlRULY.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 2