DONDERDAG 23 APRIL 1908.
101
Zitting van Donderdag 23 April 1908
Voorzitter: de Heer Burgemeester Mr. N. DE RIDDER.
Geopend, des namiddags te twee uren.
Te behandelen onderwerpen:
1° Voorstel om Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te
machtigen perceelen, gelegen aan den Hoogen en den Lagen
Voort weg te Oegstgeest, aan de hoofdgasleiding aan te
sluiten. (106)
2° Voorstel tot aanvulling van het Uitbreidings- en Ver
nieuwingsfonds der Stedelijke Gasfabriek ten behoeve van
de uitvoering van eenige werken en tot vaststelling van
deri desbetreffenden begrootingsstaat. (105)
3° Voortzetting van de behandeling van het voorstel om van
gemeentewege steun te verleenen ter bevordering van de
verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid.
(88)
Tegenwoordig zijn 25 leden, als de heeren: A Mulder,
Sijtsma, Reimeringer, van der Lip, Briët, van Tol, Aalberse,
Bots, Zwiers, van der Eist, Vergouwen, Zaalberg. Fokker,
de Boer, P. J. Mulder, Korevaar, Eerstens, de Vries, Roem,
Bosch, Le Poole, Juta, van Gruting, van Hamel en Meuleuian.
Afwezig zijn de heeren: Driessen, wegens bezigheden, Fockema
Andreae, wegens uitstedigheid, de Goeje, wegens ongesteldheid,
Timp. wegens verhindering, Stigter, wegens ambtsbezigheden,
en Pera.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 16 April 1908, worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen:
Mededeeling van P. A. Wernink dat hij de benoeming tot
lid van het bestuur der vereeniging «de Practische Ambachts
school" aanneemt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verslag van Curatoren van het Gymnasium omtrent den
toestand dier inrichting over het jaar 1907.
Zal worden opgenomen in het gemeenteverslag.
2°. Verzoek van J. A. Brassrnga om eervol ontslag uit zijne
betrekking van hoofd der school 4e klasse n°. 2.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Verzoek van de vereeniging tot oprichting en in stand
houding eener Chr. Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de
Pieterskerkgracht.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, J. G. Klomp,
predikant te Wassenaar en J. G. Vreeswijk, Hoofd eener School
te Rijnsburg, in hunne kwaliteit van Voorzitter en Secretaris
van de Vereeniging tot oprichting en instandhouding eener
Chr. Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te
Leiden, dat genoemde vereeniging voor hare 1° Mei te openen
school behoefte heeft aan een lokaal voor vrije- en orde
oefeningen der gymnastiek, dat zij daartoe gaarne gebruik
zou willen maken van de gymnastiekschool aan de Pieters
kerkgracht, en wel elke week des Dinsdags van 4—5 en des
Donderdags van 23 uur, tegen betaling van ƒ10 'sjaars
per wekelijksch lesuur en 5 als vergoeding voor de
kosten van vuur en licht;
dat de vereeniging voornoemd voor een jaar wenschte te
huren, met bevoegdheid harerzijds tot verlenging met telkens
één jaar, mits zich voor 1 Maart deswege tot Uw college
wendende; dat de vereeniging voornoemd de kosten der
daartoe op te maken akte wil dragen en wil treden in de
voorwaarden, die Uw college in 't belang der gemeente en
der school wil maken, waarvoor adressanten verzoeken daar
toe te willen besluiten.
Leiden, 22 April 1908.
J. G. Klomp, Voorzitter.
J. G. Vreeswijk, Secretaris.
De Voorzitter. Ik stel voor om dit adres dadelijk te behan
delen. Mij is nl. door het hoofd der inrichting medegedeeld
dat tengevolge van verschillende omstandigheden dit adres niet
eerder kon worden ingediend. Wanneer men nu niet de zeker
heid heeft, dat men de beschikking heeft over het lokaal, dan
kan dit met het oog op het rijkssubsidie tot moeielijkheden
aanleiding geven; de beslissing moet dus vóór 1 Mei vallen.
Aangezien er nu vóór 1 Mei wel geen zitting van den Raad
meer zal plaats hebben, stel ik voor nu tot de dadelijke be
handeling van het adres over te gaan.
De heer Fokker. M. d. Y. Ik zou wel in overweging willen
geven om dit adres, waarin nogal wat gevraagd wordt, waarin
zelfs wordt gesproken van het opmaken van eene acte, in
handen te stellen van Burg. en Weth. om praeadvies. Ik zie
het erg spoedeischende van deze zaak niet in. Ons reglement
van orde zegt, dat alleen in spoedeischende gevallen de Raad
kan besluiten verzoeken dadelijk in behandeling te nemen.
Ik zou dus willen voorstellen, dit adres te verzenden aan Burg.
en Weth. om praeadvies, gelijk steeds in dergelijke aan
gelegenheden wordt gedaan.
De Voorzitter. Burg. en Weth. stellen aan den Raad voor
tot dadelijke behandeling over te gaan met het oog op de
billijkheid. In den brief van het hoofd wordt er op gewezen,
van hoe groot gewicht het is, dat er voor 1 Mei eene beslis
sing wordt genomen. En omdat de Raad nu niet vóór 1 Mei
bijeenkomt, stellen Burg. en Weth. voor, om nu reeds eene
beslissing te nemen. Er gaan weinig vergaderingen voorbij,
waarin niet verzocht wordt een of ander lokaal eener school
voor een bepaald doel af te staan. Er zijn dus alle termen,
om tot dadelijke behandeling over te gaan. En dan voeg ik
er bij, dat wij voorstellen het adres in handen te stellen van
Burg. en Weth ter afdoening, om, zoo eenigszins mogelijk
en doenlijk, daarop eene gunstige beschikking te nemen.
De heer Fokker. M. d. V. Aanvankelijk stelde u persoonlijk
voor om het adres onmiddellijk in behandeling te nemen;
nadat ik gesproken had, hebt u dit voorgesteld namens Burg.
en Weth. Moet ik het nu zoo begrijpen, dat u namens Burg.
en Weth. voorstelt het verzoek onmiddellijk te behandelen?
De Voorzitter. Ik begrijp niet goed de portée van uwe
woordenik zie niet in welk verschil het maakt, of het wordt
voorgesteld door mij persoonlijk of door Burg. en Weth.
Wanneer ik een voorstel doe tot dadelijke behandeling van
het een of ander, dan is het gewoonlijk in overeenstemming
met het college van Burg. en Weth.
De heer Fokker. De portée van mijne woorden is deze.
Ons reglement zegt, dat een dergelijk voorstel wordt gedaan
door den Voorzitter of door een van de leden. Van voorstellen
van Burg. en Weth te dezer zake rept het reglement van
orde niet.
De Voorzitter. Het is een voorstel van den Voorzitter, dat
echter gesteund wordt door het college van Burg. en Weth.
De heer Sijtsma. M. d. V. Er worden in het adres eenige
bepaalde uren genoemd. Is het u wellicht bekend, of het
lokaal op die uren niet in gebruik is? Dergelijke zaken weten
wij op dit oogenblik nog niet.
De Voorzitter. Daarom wordt voorgesteld het adres te
stellen in handen van Burg. en Weth. ter afdoening, om
wanneer het mogelijk en doenlijk is eene gunstige beschik
king te nemen. Dit mogelijk en doenlijk sluit natuurlijk in,
dat wanneer het blijkt, dat het lokaal op de aangevraagde
uren niet beschikbaar is, geen gunstige beschikking kan volgen.
De heer Zwiers. M. d. V. Eene enkele vraag slechts. Het
adres is zooals gewoonlijk vrij snel voorgelezen en toch is
het wel van eenige beteekenis, want er worden voorwaarden
in gesteld. Wanneer ik mij niet bedrieg, staat er in het verzoek,
dat het bestuur der school, tenzij het een maand van tevoren
opzegt, ten allen tijde het recht zal behouden het lokaal te
blijven gebruiken, terwijl ik er niet in lees, dat van de zijde
van den Raad of van Burg. en Weth. ook een dergelijk recht
blijft voorbehouden. Vergis ik mij daarin, dan zal ik dit gaarne
uit het adres zien aangetoond, maar zóó lijken me de conditie's
onaannemelijk.
De Voorzitter. Het was ons plan, als dit adres in handen
werd gesteld van Burg. en Weth. ter' afdoening daarover te
hooren den Directeur van Gemeentewerken. Het gebruik is,
dat die hoofdambtenaar op dergelijke verzoeken acht geeft en
eventueele bezwaren daartegen ter kennis brengt van het
college. Ik begrijp niet, waarom de heeren van dit verzoek,
hoedanige er verschillende bij den Raad inkomen, zoovele
moeilijkheden voorzien. Wij stellen voor dit adres in handen
te stellen van Burg. en Weth. ten fine van afdoening, indien
het mogelijk en doenlijk is, en men kan toch wel vertrouwen,
dat Burg. en Weth. niet zoodanige voorwaarden zullen aan
vaarden, die voor de gemeente bezwaarlijk en niet in overeen
stemming zijn met hetgeen gewoonlijk aan anderen wordt
toegestaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel om het verzoek dadelijk in behandeling te
nemen wordt aangenomen met 24 tegen 1 stemmen.
Vóór stemmen de'heeren: de Vries, Roem, Bosch, Le Poole,
Juta, van Gruting van Hamel, Meuleman, A. Mulder, Sijtsma,
Reimeringer, van der- Lip, Briët, van Tol, Aalberse, Bots,