GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 63 INGEKOMEN STUKKEN. No. 93. Leiden, 4 April 1908. Het Bestuur van het Nederlandsch Schoolmuseum richt bij nevensgaand adres het verzoek tot u die instelling met een jaarlijksche subsidie van f 100.— te steunen. In de daarbij overgelegde toelichting wordt dit verzoek gemotiveerd door er op te wijzen, dat het schoolmuseum voor de gemeente besturen van groote practische waarde is, doordien het «een rijke verzameling van plannen, teekeningen en bestekken van schoolgebouwen" bevat, »een volledige collectie van schoolmeubelendie geraadpleegd kan worden, wanneer er nieuwe moeten worden aangeschaft en een zeer uitgebreide verzameling van leermiddelen, uit andere landen zoowel als uit Nederland, voor alle takken van onderwijs, die ruim schoots gelegenheid biedt voor vergelijkende studie." Als vraa'gbaak dus zoowel voor de onderwijzers zelf, als voor de gemeentebesturen, kan het dus zeer goede diensten bewijzen. Bovendien ligt het in de bedoeling om in de toekomst tijde lijke tentoonstellingen van enkele onderdeelen in andere plaat sen te organiseeren, teneinde het museum meer algemeen bekend te maken. Uit den aard der zaak zullen die tentoon stellingen dan in de eerste plaats in de subsidieerende ge meenten worden gehouden. De motiveering van het verzoek komt ons inderdaad zeer gegrond voor en wij achten dan ook wel termen aanwezig om ook van wege onze gemeente eenigen steun aan de in stelling te verleenen. Het gevraagde bedrag echter achten wij te hoog. Immers waar een zooveel grootere gemeente als Am sterdam, waar nog bovendien de instelling gevestigd is en waar zij dan ook verreweg de grootste diensten kan bewijzen, haar slechts een subsidie van 500,geeft en ook de provincie Noord-Holland met dat bedrag meent te kunnen volstaan, daar meenen wij dat een jaarlijksche bijdrage van f 100.voor onze gemeente als onevenredig hoog zou mogen worden aangemerkt. Een jaarlijksche subsidie van 50. schijnt ons daarom een alleszins passend bedrag, al willen wij niet verheelen, dat een minderheid in ons college u gaarne tot volledige inwilliging van het verzoek zou hebben gead viseerd. Voor haar toch kan een gemeente als Leiden, wanneer zij eenmaal een instelling als deze subsidieert, moeilijk met een lagere subsidie dan f 100.volstaan. Als college geven wij u dus in overweging te besluiten aan de stichting «Nederlandsch Schoolmuseum" te Amsterdam tot wederopzeggens een jaarlijksche subsidie te verleenen van f 50.te beginnen met het jaar 1908, en, teneinde ons tot de uitkeering in staat te stellen, tot de vaststelling van nevensgaanden staat model C over te gaan. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog f 9170.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. ep Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur van het Nederlandsch Schoolmuseum (goedgekeurd bij Kon. Besluit van 18 November 1895, no. 31), dat de instelling onder zijn beheer door verhooging van de Rijks-subsidie, die van 1894 af f 2000'sjaars bedroeg, in 1906 gebracht op f 5000.en in 1908 op ƒ6000.—, in staat is gesteld het gebouw Prinsengracht 151 in eigendom te verwerven en, beter dan vroeger, in te richten voor eene be hoorlijke tentoonstelling der rijke verzameling hulpmiddelen voor het onderwijs, dat de Provinciale Staten van Noord-Holland en de ge meente Amsterdam sedert 1895 haar steunen elk met eene subsidie van 500.'sjaars, dat nu het voortbestaan van het Nederlandsch Schoolmuseum door de Rijks-hulp voldoende gewaarborgd is, voor aankoop ter uitbreiding en completeering, en vooral ook door de open stelling in avonduren en de plannen voor tijdelijke exposities van leermiddelen in andere gemeenten-vermeerdering van inkomsten dringend noodzakelijk is, dat groote gemeenten, als Leiden, van waar het School museum gemakkelijk en zonder al te groote kosten te berei ken is en die in geval van subsidie in de eerste plaats in aanmerking zouden komen om er bovenbedoelde tijdelijke exposities te organiseeren, nu reeds voor het onderwijs voor deel trekken en nog meer kunnen trekken van dit Museum, zij het ook in mindere mate dan Amsterdam, op welken grond tot uw College het verzoek wordt gericht het Nederlandsch-Schoolmuseum te willen steunen met eene jaarlijksche subsidie van Honderd gulden. Namens het Bestuur van het Nederlandsch Schoolmuseum: G. Meyer, Voorzitter. C. Abels, Secretaris. Amsterdam, den 30en Maart 1908. Met 1 bijlage. N°. 94. Leiden, 4 April 1908. Bij nevensgaand adres wordt door G. van der Wilk, bloe mist alhier, verzocht de openbare verkoopingen van boomen en planten des Vrijdags op de Apothekersdijk niet meer toe te staan, of althans voor die verkoopingen een anderen dag en een andere plaats aan te wijzen, aangezien adressant, als geregeld bezoeker van de Zaterdagsche markt, daarvan de nadeelige gevolgen ondervindt. Met de commissie voor het marktwezen komt het ons echter voor, dat voor inwilliging van dit verzoek geen termen aan wezig zijn. Reeds sinds jaren hebben die openbare verkoo pingen van boomen en heesters des Vrijdags op de Apothe kersdijk plaats gehad, zonder dat dit ooit aan andere bezoekers van de Zaterdagsche markt aanleiding tot klachten heeft gegeven. Daarbij hebben ook andere openbare verkoopingen op den openbaren weg plaats en ook daarvoor zou de vergunning dan in het vervolg moeten worden geweigerd. In andere plaatsen wordt dan ook niet anders gehandeld dan hier. Eindelijk zou het verbod weinig doel treffen, omdat de belanghebbenden er gemakkelijk in zouden slagen een andere gelegenheid voor hunne verkoopingen te vinden, zoodat de aan adressant toegebrachte schade niet zou verminderen, terwijl de ge meente de haar toekomende recognitie wegens ingenomen plaatsruimte zou derven. Alles te zamen genomen geven wij u dus in overweging afwijzend op het verzoek van adressant te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden den 18 februarie 1908. «Aan Den Raad der Gemeente Leiden, en Burger meester, en Wethouders en den Raad dezer Gemeente!" «Ik ondergeteekende «Gijsbrecht van der Wilk, van beroep bloemist" geeft hierbij zijn verschuldigde eerbied te kennen, en wend zich alzoo tot uw geacht Colege met de volgende bezwaren 1°. Daar ik en vele andre handelaren sedert jaren des Zaterdags aan den Apothekersdijk markt, is mij bij her haling gebleken dat er aan verschillende handelaren des vrijdags promiscie word gegeven hun waar in publieke Ver koopingen aan den man te brengen, natuurlijk tot schade en ongerief voor mij, en andre bloemnisten, welk eerst des zater dags markten, zoodat 't publiek als dan in hun plant gewas- schen kunnen voorzien, terwijl zoo'n handel, als des vrijdags in 't publiek geschiedt, geheel ongemotiveerd is, volgens mijns in ziens". 2°. Naar aanleiding van het advertentie geplaatst in het Leidsch-Dagblad van zaterdag 15 Februarie 1908 waarin wederom eene publieke verkooping van plant gewasschen wordt genoteerd, doet mij besluiten Uw Geacht Colege 't volgend verzoek te doen. Üm deze ongemotiveerden handel welke voor de markt dag geschied en daarom een enorme schade aan mij en andere bloemmiste opleverd op dien gracht als boven genoemd te beletten, en deze te laten plaats vinden in een daarvoor beschikbaar zijnd verkooplokaal, en indien 't uw Geacht Colege noode is daarin te beschikken, verzoek ik uw Geacht Colege den datum op een andre dag te doen plaats vinden en op een andre gracht. In den welgemeende hoop dat Uw Geacht Colege mijn verzoek in eene ernstige overwegen zult nemen, om daarna op mijn verzoek gunstig te besluiten! Het Welk doende. «Gijsbrecht. van. der. Wilk" «Bloemmist" Rijn en schiekade N°. 17 Leiden. N°. 95. Leiden, 7 April 1908. Tegen de inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van W. P. Demmenie bestaan bij ons college geene bedenkingen. Wij geven U daarom in overweging aan W. P. Demmenie vergunning te verleenen tot het bouwen, overeenkomstig de overgelegde teekening, van een houten gebouwtje, bestemd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 1