GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 49 N°. 68. ISfGEKOMEV STUKKEW. Leiden, 2 Maart 1908. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 69. Leiden, 3 Maart 1908. Het komt ons voor, dat voor de inwilliging van nevensgaand verzoek van het bestuur der vereeniging All Right" geener lei termen aanwezig zijn. Bij schrijven van 29 Januari 1.1. verzocht ons het Bestuur om ten behoeve van het door de vereeniging op 8 februari te geven bal masqué de verlichting van den foyer van de ge hoorzaal te doen verbeteren, of indien dat niet meer mogelijk was, het bestuur toe te staan den foyer dien avond voor reke ning van de vereeniging electrisch te verlichten. Aangezien het nu zeker geen aanbeveling kon verdienen om voor de verbetering van de bestaande verlichting van den foyer nog kosten te maken, nu deze weldra door hen definitieve elec- trische verlichting zou worden vervangen, en verder bij onder zoek bleek, dat tegen het door de vereeniging voor eigen rekening aanbrengen van electrisch licht geen bezwaar "be stond, werd aan het bestuur bij dezerzijdsch schrijven van 4 Februari de gevraagde vergunning verleend. Waar dus eenerzijds het bestuur, bij het huren van de zaal tegen den door ons gestelden prijs, wist in welken toestand de verlichting verkeerde, anderzijds aan het bestuur, geheel over eenkomstig zijn verzoek, werd toegestaan de tijdelijke electrische installatie voor rekening van de vereeniging aan te brengen, daar kan er toch, dunkt ons, geen enkele reden zijn, waarom aan de vereeniging thans weer een gedeelte van de door haar voor die installatie gemaakte kosten zou worden gerestitueerd. Wij geven U mitsdien in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Bij het laatstelijk van Rijkswege ingesteld onderzoek is de ketel van de oude reservestoomspuit zoo defect gebleken, dat de hoofdingenieur van het stoomwezen het herstellen van dien ketel meent te moeten ontraden, aangezien hij de daaraan verbonden kosten niet meer waard is. Van den anderen kant acht de commandant van de Brand weer het aanschaffen van een nieuwen ketel voor de oude spuit niet aan te bevelen, omdat daarmede een uitgave van f '1200. zou gemoeid zijn, welke uitgave al eveneens zou kunnen blijken niet gerechtvaardigd te zijn. Immers waar, gelijk de commandant ons meêdeelt, met inruiling van de oude spuit, voor 3200.— een geheel nieuwe spuit kan worden verkregen, daar acht hij een uitgave van 1200. voor herstel van de oude spuit niet te verdedigen, omdat het allerminst zeker is, dat deze na verloop van eenigen tijd toch weer niet andere reparatiën zou behoeven. Hij stelt daarom voor tot den aankoop van een nieuwe stoomspuit over te gaan. Wij kunnen ons met dit voorstel van den commandant zeer wel vereenigen. Een derde stoomspuit is, met het oog op de geringe praestatie van de kleine stoomspuit no. 2, be" paald noodzakelijk en dan verdient het ook naar onze meening verre de voorkeur een som van f 3200.— uit te geven voor een nieu we spuit, waarop men dan weer ten volle kan rekenen, dan ƒ1200.— te besteden aan reparatiekosten van een oude spuit, die ook dan nog onbetrouwbaar zal blijven. Met het oog op de behoefte behoort de aan te koopen spuit er eene te zijn, geschikt om door menschen of paarden te worden voortbewogen, terwijl de commandant om de door hem in zijn in de Leeskamer liggend schrijven van 21 Januari 1.1. aangegeven redenen, aan een met oliestookinrichting de voorkeur geeft. De capaciteit zal niet grooter behoeven te zijn dan 600 a 700 Liter water per minuut. Na ontvangst van de aan verschillende fabrikanten en agenten hier te lande gevraagde prijsopgaven, is de meest voordeelige aanbieding gebleken te zijn die van de firma A. Bikkers en Zoon te Rotterdam, die bereid is bij den aan koop van de door haar voor 3700.— aangeboden spuit, de oude spuit van de gemeente tegen 500.— in te ruilen. Voorts zal nog een uitgave van 200.— noodig zijn voor verandering van zuigbuizen, straalpijpen en koppelingen van de slangen. De vereischte gelden, tot een totaal bedrag alzoo van ƒ3400.—, zullen kunnen worden gevonden uit den post voor onvoor ziene uitgaven, waarop thans nog 12992 50 beschikbaar zijn. Mitsdien geven wij U in overweging ons te machtigen tot de inruiling van de oude stoomspuit tegen een nieuwe en de uitvoering van eenige daarmede in verband staande werkjes en het daarvoor vereischte bedrag van 3400.door vast stelling vanden hierbij overgelegden staat van af- en over schrijving, te onzer beschikking te stellen. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren, Geeft met. verschuldigden eerbied te kennen, Het Bestuur der Leidsche Wielrijdersvereeniging All Right" te Leiden, »dat het met genoegen kennis heeft genomen van het be richt in de pers. dat een electrische verlichting in de Stads gehoorzaal wordt aangebracht, »dat toch de tegenwoordige verlichting aldaar -» in 't bijzonder van den foyer meer dan treurig is, »dat de verlichting in de groote zaal door het aanbrengen van gloeilichten althans iets is verbeterd, »dat echter in den foyer geen gloeilichten zijn aangebracht en de verlichting daar in den laatsten tijd steeds minder ge worden is, »dat adressant wegens deze zeer slechte en onvoldoende verlichting verplicht was voor het Bal-Masqué der Verg. op 8 Febri. j.l. in den foyer der Stads-Gehoorzaal een electrische verlichting te doen aanbrengen, »dat deze installatie- en verdere kosten dezer verlichting van de Vereeniging een uitgave vorderden van f 54.11 8dat .door de Vereeniging aan huur voor den fov'er is be taald ƒ45.—. »dat de kosten van gasverbruik een voorgaande keer 19 70 bedroegen »dat dus de electrische verlichting van den foyer aan de Vereeniging een meerdere uitgaaf veroorzaakte van ƒ34.41 «dat adressant tot het maken van deze extra-kosten ge noodzaakt was, aangezien het Bal-Masque niet in een half duistere zaal gegeven kon worden, Redenen, waarom adressant U beleefd verzoekt hem de extra- gemaakte kosten van ƒ34.41 zoo niet geheel, dan gedeeltelijk te restitueeren van de betaalde zaalhuur. Hetwelk doende, enz. Leiden, 2 Maart 1908. Voor de L. W. V. »All Right" B. de Koning Jr., Voorzitter. N. G. Spaargapen Jr., Secretaris. Haagweg G 69. N°. 70. Leiden, 6 Maart 1908. Met 30 April a.s. eindigt de huur van het perceel Korte Mare no. 15, laatstelijk krachtens raadsbesluit van den 20en April 1905 verhuurd aan Mevr. de Wed A. E. Lucht—Groene- boom voor ƒ350per jaar. Aangezien de huurster het verlangen heeft te kennen ge geven de huur te continueeren en daartegen bij ons college geen bezwaar bestaat, stellen wij u voor het perceel Korte Mare no. 15 met ingang van 1 Mei 1908 weder en nu voor den tijd van één jaar te verhuren aan Mevr. de Wed. A. E. Lugt—Groeneboom, voor de som van ƒ350.— per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 71. Leiden, 6 Maart 1908. Gelijk U bekend is, werd tot vóór korten tijd één van de klassen van de meisjesschool 2e klasse gehuisvest in een lokaal van de jongensschool 2e klasse. Toen evenwel in November van het vorige jaar bleek, dat het hoofd van laatstgenoemde school, tengevolge van de splitsing van nog een klasse, zelf over dat lokaal moest beschikken, moest naar een andere localiteit voor de klasse van de meisjesschool worden om gezien. Onderzocht werd toen of het niet mogelijk zou zijn de te groote lokalen van de jongensschool door het aanbrengen van tusschenschotten in tweeën te splitsen en zoo het aantal loka len te vermeerderen. Aangezien echter de heer Zijlstra reeds met 1 Januari 1.1. over het bij de meisjesschool in gebruik zijnde lokaal moest beschikken, bleek de tijd te kort om nog vóór dien datum dat onderzoek te beëindigen en de noodige voorzieningen te treffen. Zoo werd dus inmiddels aan de klasse der meisjesschool in het onlangs door de Schutterij verlaten perceel in de Breestraat een tijdelijk onderkomen verschaft. Bovendien vverd door U in uwe vergadering van 30 Januari jl. tot uitbreiding van de meisjesschool 2e klasse besloten en zoo kan dus een uitbreiding van het aantal leerlokalen van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 1