33
den schoolbouw aan den Districtsschoolopziener ter goedkeuring
worden aangeboden, scheen het voorzichtiger zich in dit geva
reeds vooraf van de instemming van dezen ambtenaar te
verzekeren.
In de tweede helft van Augustus had dan ook een (door
afwezigheid van den Districts-schoolopziener vertraagde) bespre
king tusschen den Wethouder van Onderwijs, den Districts
schoolopziener en den Directeur van Gemeentewerken plaats.
En daarbij bleek al aanstonds dat de Schoolopziener zich met de
voorgenomen voorziening in geenen deele kon vereenigen,
maar alleen aan een verbouwing, die minstens een uitgave
van f 30000.zou vereischen, zijn goedkeuring zou kunnen
hechten. Bij schrijven van 6 September maakten wij daartegen
bezwaar. Wij schreven o. a.Wij zouden geen vrijheid kunnen
vinden den Raad voor te stellen een zoo groot bedrag be
schikbaar te stellen voor het aanbrengen van verbeteringen
in een oude school, die, hoeveel men er ook aan ten koste
legt, toch nimmer aan de eischen van een moderne school
zal kunnen voldoen." En wij verzochten hem beleefd tot het
vinden van een min kostbare oplossing zijn medewerking
wel te willen verleenen.
En wat was daarop het antwoord? Het schrijven van den
Districts-schoolopziener van 16 September 1907, liet aan
duidelijkheid niets te wenschen over. Tegen het aanbrengen
van schoollokalen aan de overzijde der straat, bestond bij
hem onoverkomelijk bezwaar. Door dezen voorgenomen ver
bouw zou een grooter aantal lokalen even slecht blijven als
het was. Hij noemde de door de schoolcommissie, den wet
houder van onderwijs en de commissie van fabricage een
stemmig goedgekeurde plannen «lapwerk van de slechtste
soort" en meende dat het schoolgebouw in zijn geheel »in
verband met de nieuwere opvattingen ontoonbaar" zou blijven.
En na dan ten slotte nog te hebben gezegd dat het niet op
zijn weg lag andere plannen voor te stellendaar dit de
taak was van ons college, volgde nog de volgende zinsnede:
»Op een plan wil ik echter uw college wijzen, dat betrek
kelijk goedkooper is, vergeleken met het plan van f 30000;
dat is een geheel nieuwe school te bouwen die aan moderne
eischen voldoet."
De Plaatselijke Schoolcommissie., thans andermaal door ons
verzocht haar oordeel uit te sprekenmeende nu ten slotte,
bij haar schrijven van 21 November 1.1. ook maar tot een
algeheele vernieuwing van de school te moeten adviseeren.
Zij stelde nu voor een nieuwe school ,">e klasse te bouwen daarin,
wanneer deze gereed zou zijn, tijdelijk de schoolbevolking
van de school in de Gortestraat onder te brengen, om dan
ten slotte, wanneer ook die school door een nieuwe zou zijn
vervangen en dus weer hare eigen leerlingen zou kunnen
terugnemen, de nieuwe 3e klasse school aan hare definitieve
bestemming over te geven. Op onze beurt verzochten wij
daarop de schoolcommissie de behoefte aan een nieuwe 3e
klasse school nader met cijfers te willen aantoonen, omdat
het ons een wel wat te radicale maatregel toescheen om een
geheel nieuwe school te stichten, alleen om daarin tijdelijk
de bevolking onder te brengen van een andere school die
vernieuwing eischte. En nadat de schoolcommissie ons nu nog
bij haar schrijven van 29 Januari jl. had aangetoond, dat met
grond mocht worden verwacht, dat in de vier jarenwelke
ongetwijfeld zouden verloopenalvorens de nieuwe school
3e klasse door de leerlingen der 4e klasse school zou kunnen
worden verlaten, de schoolbevolking van de 3e klasse scholen
zeker al weer in die mate zou zijn toegenomen, dat er aari
een nieuwe school 3e klasse een wezenlijke behoefte zou
bestaankonden ook wij ons geheel met deze definitieve
oplossing vereenigen.
Wij hebben gemeend, wij zeiden het boven reeds, u deze
geheele geschiedenis eenigszins uitvoerig te moeten weergeven,
eenerzijds opdat het u duidelijk zou zijn hoe een zoo een
voudige voordracht, als u hierbij ten slotte wordt aangeboden
een zeer moeielijke en zeer langdurige voorbereiding kan ver
eischen anderzijds ook omdat wij het op prijs stellendat
Uwe Vergadering er van doordrongen zou zijn, dat geen
kostbare voorzieningen aan U ter goedkeuring worden aange
boden, dan nadat alle andere middelen door ons zijn beproefd,
om langs goedkooperen weg een voldoende oplossing te vinden.
Wij mogen intusschen deze voordracht niet eindigen, al
vorens ook u te hebben aangetoonddat inderdaad aan een
nieuwe 3e klasse school behoefte zal bestaan, wanneer de
nieuw te bouwen school door de leerlingen der school aan
de Gortestraat zal zijn verlaten. Wij beginnen met u daartoe
te verwijzen naar het in de Leeskamer liggende schrijven van
de vereeniging van Hoofden van Scholen 3e en 4e klasse,
van 23 September jl., waarin deze ons mededeelen, dat de
inschrijving van nieuwe leerlingen voor den wintercursus de
totale plaatsruimte belangrijk overtreft. Uit een door hen
overgelegden staat blijkt dat resp. plaatsing was gevraagd
voor de volgende aantallen kinderen
op
de school 3e
ld.
no.
1 voor
40
2
31
3
44
4
42
5
49
G
40
7
40
in de Heerenstraat
27
4e
kl.
no.
1 voor
34
2
43
welke getallen dan echter nog moesten worden verhoogd met
de kinderen, die niet naar een hoogere klasse konden over
gaan. Alleen door leerlingen van elkander over te nemen
kon dan ook in verschillende aanvangsklassen overbevolking
worden voorkomen. Maar ook zoo zouden de le klassen van
de scholen 3e klasse no. 1 en no. 7 toch nog resp 59 en 72
leerlingen tellen, zoodat aan die klassen een paralelklasse
moest worden toegevoegd. De vereeniging van Hoofden van
Scholen eindigt haar bovenvermeld schrijven aldus:
«Tevens nemen de hoofden voornoemd de vrijheid u te doen
opmerken, dat de voorgestelde maatregel slechts voor een
half jaar uitkomst biedt; na verloop van dien tijd staat het
vraagstuk der plaatsing alsdan verscherpt op een nieuwe op
lossing te wachten.
Definitieve vermeerdering van schoolruimte is alzoo een
onderwerp dat wij ons veroorlooven met gepasten aandrang
in uwe goede zorgen aan te bevelen."
Nog duidelijker spreekt de door de schoolcommissie bij haar
schrijven van 29 Januari 1.1. overgelegde staat, aangevende de
stijging der schoolbevolking op de 3e klasse scholen ge
durende het laatste tiental jaren. Daaruit blijkt dat gedurende
de laatste zes jaren de schoolbevolking met gemiddeld 73
leerlingen "sjaars is toegenomen en tevens dat wanneer alle
op de 3e klasse scholen beschikbare ruimte is ingenomen,
d w. z. wanneer alle klassen gemiddeld 40 leerlingen tellen,
er op 1 October 1.1. nog 13 plaatsen te kort kwamen. Neemt
men dus aan dat er 4 jaren zullen moeten verloopen, alvorens
de nieuwe school door de 3de klasse leerlingen zal kunnen
worden in gebruik genomen, dan zal inmiddels het over
compleet tot 4 X 73 of 292 leerlingen zijn gestegen.
Het zal inmiddels moeite genoeg kosten om die leerlingen
op andere scholen onder te brengen. Wil men dan nog boven
dien in 1912 de 202 leerlingen van de school aan de Heeren
straat in de nieuwe school opnemen, om een einde te maken
aan den daar bestaanden halfslachtigen toestand, dan zal de
nieuwe school in eens geheel gevuld zijn.
De vraag is nu, waar zal die nieuwe school, waarvan de be
hoefte, naar wij meenen, thans voldoende is aangetoond, moeten
worden opgericht? De schoolcommissie is, na ter zake met
de betrokken schoolhoofden gepleegd overleg, tot de slotsom
gekomen, dat daarvoor een deel van het reeds aan de gemeente
toebehoorende Raamland aan den Hoogen Rijndijk het meest
in aanmerking moet komen. Een nieuwe schoolwijkverdeeling
zal dan de minste moeielijkheden ondervinden en men heeft
dan bovendien dit voordeel, dat de school niet al te ver
verwijderd zal zijn van die in de Gortestraat, zoodat ook het
tijdelijk daar onderbrengen van de leerlingen der laatst
genoemde school niet met al te groote bezwaren zal gepaard
gaan. Om beide deze redenen kunnen ook wij ons zeer wel
met de keuze van de plaats voor de nieuwe school 3e klasse
vereenigen.
Op grond van al het aangevoerde geven wij U mitsdien
in overweging:
1°. te besluiten tot de oprichting van een nieuwe school
3e klasse voor 600 leerlingen
2°. als plaats, waar die school zal worden opgericht, aan te
wijzen een gedeelte van het aan de gemeente toebehoorende
Raamland aan den Hoogen Rijndijk;
3°. te besluiten tot algeheele vernieuwing van de school
4e klasse n°. 1, zoodra de sub 4° bedoelde school zal zijn
voltooiden
4°. te bepalen, dat de leerlingen van de school 4e klasse
n°. 1 tijdens de verbouwing dier school tijdelijk zullen worden
ondergebracht in de sub 1° bedoelde school.
Nog zij hier volledigheidshalve aan toegevoegd dat met de
stichting en de inrichting der beide scholen een uitgave van
ongeveer f 130.000.zal gemoeid zijn, maar dat de definitieve
plannen en kostenramingen u uit den aard der zaak eerst
later ter goedkeuring zullen kunnen worden aangeboden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 51. Leiden, 17 Februari 1908.
Door C. M. van Halderenbewoner van het onlangs dooi
de gemeente aangekocht perceel Lokhorststraat 18, wordt
bij nevensgaand adres gevraagd het perceel, ook na afloop