38 onderwijs aan achterlijke kinderen werd in uitzicht gesteld, en van de nieuwe Regeering gereedelijk mag worden ver wacht, dat zij die toezegging gestand zal doen, daar is zeker de verwachting alleszins gerechtvaardigd, dat het Rijk dien steun ook tot het aan idioten gegeven onderwijs zal uitstrek ken. Maar zekerheid bestaat in dezen niet. Het is altijd mogelijk, dat het Rijk geen steun verleenen zal. En daarom zoolang die zekerheid niet bestaat, is het ook niet geraden bij de berekening van de uitkomsten der exploitatie met dien orizekeren steun rekening te houden. De commissie betwijfelt verder, en hier verlaat zij weer voor een oogenblik het haar speciaal aangewezen terrein, of bij toe name van het aantal idioten met één onderwijzer kan worden volstaan. Ook vindt zij de jaarwedde van den geneesheer te laag geraamd. Wij antwoorden hierop dat voor den eerstbedoelden twijfel geen grond bestaat, aangezien ons van deskundige zijde ver zekerd werd, dat slechts ongeveer a gedeelte van alle idioten opvoedbaar is. Wanneer dus eenmaal 100 kinderen in het gesticht verpleegd worden, dan nog zullen daarvan slechts 25, stel 12 jongens en 12 meisjes onderwijs ontvangen, en deze zullen gemakkelijk, op verschillende tijden van den dag, door één en denzelfden onderwijzer kunnen worden onderricht. Onder de andere kinderen zullen er nog wel zijn, die onderwijs in sloyd en andere handwerken zullen kunnen krijgen, maar met* dat onderwijs kan ook iemand van het verplegend personeel worden belast; een speciaal onderwijzer is daarvoor niet noodig. En bij de beoordeeling van de jaarwedde van den genees heer moet niet uit het oog worden verloren dat het de bedoe ling is hem, als inwonend geneesheer, tevens kost en inwoning te verstrekken. Telt men deze er bij dan mag een salaris van ƒ1500, naar de commissie van beheer meent, in de eerste jaren voldoende geacht worden. Zoo komen wij dan ten slotte tot de quintessens van het rapport der commissie van financiën: hare berekening van de linancieele uikomsten der exploitatie in ieder der 8 aanvangs- perioden welke wij ons in de met de Provincie te treffen regeling hebben gedacht. En dan stuiten wij al aanstonds op de door de commissie gestelde zoogenaamde vaste posten welke, van den aanvang af aanwezig, met het aantal der ver pleegde patiënten in geenerlei verband zouden staan. Zoo neemt de commissie aan dat het verplegend personeel, waar mede zal kunnen worden volstaan, wanneer de aldeeling tot hare volle bezetting zal zijn gekomen en dus het aantal pa- tienten tot 100 zal zijn gestegen, ook noodig is, wanneer het aantal patiënten nog geen elf bedraagt. En van diezelfde onder stelling gaat zij uit bij de berekening van de jaarwedden van het personeel van den huisdienst, van de kosten van de voeding van het personeel, van de huishouding, van den geneeskundigen dienst, enz. Wij behoeven u het onhoudbare van deze onderstelling wel niet aan te toonen. Het moet toch ieder duidelijk zijn, dat 11 idioten niet één hoofd verpleegster en 12 verpleegsters noodig hebben, en even zeer dat één hoofdverpleegster en twee verpleegsters niet evenveel aan voeding kosten als die drie en nog 16 anderen. Maar daarmede valt dan ook de geheele berekening van de commissie van de financieele uitkomsten der eerste perioden. Wel wordt de door haar gemaakte fout in iedere volgende periode kleiner, maar eerst in de 8e periode, wanneer het personeel van den geneeskundigen en van den huisdienst tot zijn volle bezetting zal zijn gekomen, is zij ten volle ge ëlimineerd. Aan de door de commissie geraamde tekorten afwisselende van luim f 160U0.tot ruim f 4400.—mag dan ook inderdaad geen gewicht worden toegekend. Daarbij verlieze men niet uit het oog, dat de eerste, voor de gemeente ongunstigste, perioden waarschijnlijk al zeer snel zullen voorbijgaan. Veilig mag men aannemen dat de 6e periode waarin het aantal patiënten van 55 tot 06 zal bedragen al betrekkelijk spoedig zal zijn bereikt. Immers uit Leiden zelf komen al aanstonds 0 idioten voor plaatsing in aanmerking, terwijl overeenkomstig de toezegging van Gedep. Staten dadelijk naar Endegeest zullen worden overgebracht de idioten, die thans wegens plaatsgebrek in krankzinnigen gestichten zijn geplaatst of wegens plaatsgebrek niet werden geplaatst. En waar men nu berekent, dat het aantal der laatsten ongeveer 40 bedraagt, daar zal waarschijnlijk al zeer spoedig na de opening het aantal patiënten tot 60 gestegen zijn. En de met de Provincie te treffen regeling beoogt dan ook niets anders, zooals u èn uit onze oorspronkelijke voor dracht èn uit de geheele voorbereiding daarvan duidelijk moet zijn, dan om de gemeente het risico der eerste jaren niet alleen te doen dragen, voor het geval de gekoesterde ver wachtingen eens niet mochten worden verwezenlijkt en het onverhoopt veel langer zal duren, eer het gesticht geheel zal volloopen. Maar, zegt de commissie verder, met de door ons geraamde tekorten zijn wij er nog niet; wanneer men, zooals dit be hoort en ook ieder accountant zal doen, ook de rente en aflossing van de waarde van den grond in rekening brengt en bovendien voor verhooging van het salaris van den ge neesheer en bezoldiging van een tweeden onderwijzer nog een 1000.uittrekt, dan zal het deficit nog met 3000. stijgen en dus ook bij normale bezetting volgens onze bere kening nog f 4533.25 bedragen Wij hebben u boven reeds uiteengezet dat voor deze verhooging geenerlei reden bestaat. Immers wil men de rente en aflossing van het in den grond gestoken kapitaal nog in rekening brengen, dan zal daarvoor toch nooit meer dan 176.of 333.mogen worden uit getrokken, al naar gelang men de waarde van den grond op 2640.— of op 5000.— stelt, en ook dan nog alleen maar. wanneer men die waarde niet reeds in het stichtingskapitaal van 200.000.— vertegenwoordigd acht. En voor verhooging van het salaris van den geneesheer en aanstelling van nog een tweeden onderwijzer zullen, zooals wij reeds mededeelden, in den eersten tijd geen termen bestaan. Daarentegen is de commissie onwillekeurig te optimistisch (en nu komen wij hier tot de onjuistheid waarvan wij in het begin van ons rapport reeds spraken) waar zij zegt dat bij normale bezetting reeds na 3 jaar het door ons geraamde tekort van 1900 zal zijn ingehaald. De commissie begaat hier de fout, dat zij de bedragen waarmede telkens na ver loop van een jaar het oorspronkelijk door de gemeente wegens rente verschuldigd bedrag zal zijn verminderd, bij elkander telt om zoo de totale vermindering van de in een bepaald jaar op de gemeente drukkende rentelast te berekenen, ter wijl toch de door gemeente verschuldigde rente ieder jaar met sléchts 133.zal verminderen, zoodat eerst na 14 ii 15 jaren (immers 14 X 133 1802), zooals wij boven reeds opmerkten, de inkomsten en uitgaven elkander zullen dekken. Blijkt dus uit al het hier boven medegedeelde dat de com missie van financiën de financieele resultaten van de door ons voorgestelde uitbreiding van het gesticht Endegeest veel te donker inziet, dit neemt natuurlijk niet weg dat de ge meente er slechts baat bij zou kunnen vinden, indien de provincie alsnog bereid gevonden zou kunnen worden de dooi de commissie aan het slot van haar advies voorgestelde finan cieele regeling aan te nemen. Immers dan zou door de pro vincie ook nog in de 7e en 8e periode, dus tot de afdeeling hare normale bezetting zou hebben bereikt, een rentevergoe ding van resp. 2000.— en 1000.— aan de gemeente wor den toegekend. Toch kunnen wij geen vrijheid vinden u te adviseeren alsnog pogingen in de hier aangegeven richting bij Gedep. Staten aan te wenden, aangezien wij voor ons overtuigd zijn, dat na de langdurige onderhandelingen, welke reeds door ons met dat college gevoerd zijn, alle verdere oveileg omtrent dit punt slechts tot een negatief resultaat zou kunnen leiden. In ieder geval meenen wij u met klem te moeten ontraden, het slagen van eventueel in die richting alsnog aan te wenden pogingen als voorwaarde aan uw besluit tot oprichting van de idiotenafdeeling te verbinden. Onze drieledige conclusie, terugslaande op die van het rap port der commissie van financiën, is dus deze: dat pogingen om het Rijk tot het verleenen van financieelen steun te bewegen in het stadium waarin de zaak thans verkeert, zeker niet tot het beoogde resultaat zullen leiden; dat evenmin eenig gunstig gevolg mag worden verwacht van het voorstel van de commissie om van de Provincie een hoogere r entevergoeding te bedingenen dat eindelijk geen termen aanwezig zijn om de oprichtingskosten alsnog met de waarde van het door de gemeente beschikbaar gestelde terrein te verhoogen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 59. Leiden, 19 Februari 1908. Door het Bestuur van de Militaire Tooneelvereeniging «Eensgezindheid" werd het verzoek tot ons gericht voor één avond kosteloos gebruik te mogen maken van den foyer dei- Stadsgehoorzaal ten behoeve van een door die vereeniging Ie geven tooneel-uitvoering. Aangezien de opbrengst van die uitvoering zal worden af gedragen aan het Comité tot bestrijding der Werkloosheid bestaan bij ons college tegen de inwilliging van het verzoek geen bedenkingen. Wij geven U derhalve in overweging ons te machtigen den foyer der Stadsgehoorzaal op een nader te bepalen avond kosteloos ter beschikking te stellen van de Militaire Tooneel vereeniging «Eensgezindheid" voornoemd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 12