32 DONDERDAG 6 FEBRUARI 1908. reden zijn. Als onze Hoofdopzichter heengaat, zullen wij het misschien ook wel met een eersten opzichter doen, maar zoo lang wij een Hoofdopzichter hebbenmoeten wij rekening houden met dat ambt. De heer Sijtsma. M. d. V. De heer Korevaar spreekt over een misverstand, dat tusschen hem en ons zou bestaan, maar daarin vergist hij zich toch. Wij hebben indertijd wel aange drongen op eene regeling, maar wij hebben daar niet bij ge zegd', dat de bezoldigingen moesten verhoogd worden. Mocht dit noodig zijn, welnu, dan zullen wij er ons niet tegen ver zetten al mógen financiëele bezwaren daartegen niet in den weg staan; maar nu wij, zij het dan misschien ook in strijd met de meening van 's Raads meerderheid, dit niet noodig achten, mogen we wel voor eene regeling zijn, zonder ver hooging van bezoldiging. Maar nu gaat men telkens weder vergelijken met andere plaatsen. Ik heb destijds, toen de re geling der loonen van de stadswerklieden aan de orde was, ook wel eens naar andere plaatsen verwezen en gezegd: in Haarlem en elders hebben de stadswerklieden zooveel, doch dan werd mij voor de voeten geworpen: daarmede hebben wij hier niet te maken. Bij de regeling der onderwijzerssalarissen heb ik ook gezegd: ziet nu eens naar Utrecht en Zaandam, maar dan werd gezegdwij hebben hier met Leidsche toe standen te maken; Leiden moet zijn eigen kosten bestrijden. Welnu, dat beginsel moet dan ook nu hier gelden bij de heeren. Wij meenerr, dat de Directeur der Gemeentewerken hier in Leiden aan een salaris van 3500—ƒ4000 genoeg heeft en stellen daarom voor het salaris op dat bedrag te bepalen, de Raad moet dan maar beslissen. Wat den Ingenieur betreft, is als argument gebezigd, dat wij den man spoedig zullen verliezen, wanneer wij zijn trak tement niet verhoogen. Wanneer het een llinke man is, dan zullen wij hem met f2400 toch niet houden, dan zal hij toch wel een anderen werkkring zoeken, en is hij dat niet, welnu dan is hij met f2400 wel betaald. En wat den Hoofdopzichter betreft, die kan heel goed uit geschakeld worden, wanneer de andere opzichters goed hun plicht doen. Dit mag natuurlijk geen argument zijn om den man thans geen behoorlijk loon te geven, maar zijn loon is, dunkt mij, thans ook hoog genoeg. Al deze redenen gevoegd bij de groote vrees om het gemeentelijk budget op te voeren, heeft ons tot deze voorstellen geleid. De Voorzitter. Met de geachte voorstellers meen ik ook, dat het wenschelijk is het amendement in vier gedeelten in stemming te brengen. Wij zullen dan eerst stemmen over het amendement wat betreft de verlaging van het salaris van den Directeur; daarna over dat betrekking hebbende op den Ingenieur; dan wat betreft den Hoofdopzichter en ten slotte wat betreft den Bewaarder der Stadstimmerwerf. Het amendement om het traktement van den Directeur der Gemeentewerken vast te stellen op 35004000 wordt in stemming gebracht en met 16 tegen 9 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren: Juta, Meuleman, Aalberse, de Vries, van Hamel, Bots, Driessen, Vergouwen, de Boer, Roem, Zaalberg, de Goeje, Korevaar, Eerstens, Pera en Stigter. Voor stemmen de heeren: Reimeringer, P. J. Mulder, Fokker, Timp, van der Flst, Sijtsma, van Tol, Zwiers en van Gruting. Het amendement om het salaris van den Ingenieur vast te stellen op 20002400 wordt verworpen met 19 tegen 6 stemmen. Tegen stemmen de heeren: Juta, Reimeringer, Meuleman, Aalberse, de Vries, van Hamel, Bots, Driessen, Vergouwen, de Boer, van Tol, Roem, Zwiers, Zaalberg, (le Goeje, Korevaar, Eerstens, Pera en Stigter. Voor stemmen de heeren: P. J. Mulder, Fokker, Timp, van der Eist, Sijtsma en van Gruting. Het amendement om het traktement van den Hoofdopzichter vast te stellen op 1600ƒ1800 wordt met 17 tegen 8 stem men verworpen. Tegen stemmen de heeren: Juta, P. J. Mulder, Meuleman, Aalberse, de Vries, van Hamel, Bots, Driessen, Vergouwen, de Boer, Roem, Zaalberg, de Goeje, Korevaar, Eerstens, Pera en Stigter. Voor stemmen de heeren: Reimeringer, Fokker, Timp, van der Eist, Sijtsma, van Tol, Zwiers en van Gruting. Het amendement om het traktement van den Bewaarder der Stadswerf vast te stellen op 650875, wordt ver worpen met 21 tegen 4 stemmen, die van de heeren Fokker, van der Eist, Sijtsma en van Tol. Art. 2 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artt. 3 tot en met 7 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De geheele verordening wordt tenslotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Wij zijn nu gekomen aan het laatste nummer onzer agenda, het voorstel tot uitbreiding van het gesticht »Endegeest" met eene afdeeling voor jeugdige idioten. Het is echter nagenoeg 51/* uur; derhalve acht ik het geen zaak daarmede nog te beginnen, want wij kunnen dat punt toch niet meer afdoen Bovendien is er een voorstel van de Commissie van Financiën om de zaak te verdagen tot eene volgende vergadering en waar nu het voornemen bestaat, de volgende week weer te vergaderen, zou ik aan de Commissie van Financiën zeer dringend willen verzoeken in de eerste dagen dier week haar rapport uit te brengen, opdat Burg. en Weth. dit kunnen onderzoeken en de zaak nog in de eerst volgende vergadering dienen kan. Moet zij langer worden uitgesteld, dan is, waar misschien weer onderhandeld dient te worden met Gedeputeerde Staten, de mogelijkheid niet uitgesloten dat de zaak in dit zitting jaar niet meer tot stand komt. Bereikt het advies der Com missie ons spoedig, dan kan, zoo noodig mondeling, het antwoord van Burg. en Weth. in de vergadering xan a. s. Donderdag worden medegedeeld. De heer Pera. M. d. V. Ik zou omtrent deze zaak gaarne eene vraag doen, waarop ik thans geen antwoord verlang, maar waaromtrent ik gaarne bij gelegenheid zal worden ingelicht. Nu de zaak wordt aangehouden, kan men daarover zijne gedachten eens laten gaan, want ik weet niet of de Commissie voor »Endegeest" daarop genoeg gelet heeft. Waar gesproken wordt van de exploitatie-rekening, wordt ook genoemd »de onderwijzer", liet heeft mijne aandacht getrokken, dat slechts van één onderwijzer melding wordt gemaakt. Ik weet niet, wat men daar aan één onderwijzer zal hebben. Er heeft vanwege de Plaatselijke Schoolcommissie een onder zoek plaats gehad naar de inrichting van een school voor achterlijke kinderen, en wat wij daarvan hebben gezien, heeft ons een denkbeeld gegeven, wat er gedaan moet worden om van deze ongelukkige kinderen iets terecht te brengen; van dat onderwijs hebben wij uitnemende resultaten gezien. Nu stel ik mij echter voor, dat wanneer wij van het onderwijs aan idioten eenig resultaat zullen zien, de onderwijskrachten zeker uitgebreider zullen moeten zijn. Ik heb hier even op willen wijzen, opdat ten slotte geen misrekening zal worden gemaakt. Mij komt het voor, dat de kosten voor dat onder wijs aanmerkelijk hooger zullen zijn, dan ons wordt voorgesteld. De Voorzitter. De zaak is met de Inspecteurs van het Staatstoezicht besproken en naar hunne meening was één onderwijzer voldoende, omdat het onderwijs aan idioten geheel iets anders is, dan het geven van onderwijs aan achterlijke kinderen, wat veel meer zorg vereischt. Maar wij zullen de zaak nog eens overwegen. De heer Roem. M. d. V. Ik zou wel willen vragen of de stukken betreffende het op te richten gesticht niet spoedig in de Leeskamer kunnen worden nedergelegd. De stukken zijn nog al uitvoerig, zoodat men eenigen tijd behoeft om ze behoorlijk in te zien. De Voorzitter. Wij zullen de stukken spoedig ter inzage leggen, maar misschien dat de Commissie van Financiën ze vooraf nog eenige oogenblikken zat moeten hebhen. Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering hierop door den Voorzitter gesloten. Gedrukt bij J. J. GROEN ZOON, te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 8