GEMEENTERAAD VAN LFIDTCN IMEKOMEX STITKKEIÏ. N°- 37. Leiden, '28 Januari 1908. Het verzoek, in nevensgaand adres door het Comité tot Bestrijding der Werkloosheid tot Uwe Vergadering gericht, zal zeker bij haar een gewillig oor vinden. Waar particulieren voor dit doel een betrekkelijk zoo groot bedrag hebben bijeen gebracht, daar zal de gemeente zeker niet willen achterblijven om ook het hare tot leniging van den nood der werkloozen bij te dragen. Toch komt ons de gevraagde subsidie wel wat hoog voor. Wij moeten niet uit het oog verliezendat thans door de verandering ir. de weersgesteldheid weldra het ergste zal geleden zijn. Door den ingevallen dooi is de scheepvaart her opend. Handel en verkeer zijn van hunne banden verlost. Velen, wier werkzaamheden tijdelijk stilstonden, hebben daar door hun werk kunnen hervatten. En in het naderend voor jaar zullen ook de werkzaamheden in de bouwvakken herleven. Dit alles in aanmerking nemende, komt het ons voor dat een bijdrage van de gemeente van 2500.— het comité zeker in staat zal stellen haar liefdewerk behoorlijk te voleinden. Immers rekening houdende met de in het adres vermelde cijfers en aannemende, dat de gezinnen die voor ondersteu ning in aanmerking komen, thans geleidelijk zullen vermin deren, mogen wij vertrouwen, dat het comité met een subsidie van 2500.nog gedurende de maand Februari met zijn uitkeeringen zal kunnen voortgaan. En daarna zullen deze, naar wij meenen, gevoegelijk kunnen worden gestaakt. Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging aan het Comité tot Bestrijding der Werkloosheid een subsidie uit de gemeentekas te verleenen van 2500.—. Deze gelden zullen uit den aard der zaak moeten worden gevonden uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, zoodat u tegelijkertijd bijgaande staat model A ter vaststelling wordt aangeboden. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog 15492.50 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edele Achtbare Heeren, Ondergeteekenden, Meester Huibert Willem Coenraad Johan de Jong, en Johannes Bosch, respectievelijk Voorzitter en Secretaris van het Comité tot Bestrijding der Werkeloosheid, nemen de vrijheid UEdelAchtbaren eerbiedig te verzoeken, genoemd Comité te willen steunen met eene geldelijke subsidie. Het gehouden onderzoek heeft aangetoond, dat het aantal werkloozen zeer aanzienlijk is; en daar de werkzaamheden al vroeg in het najaar stilstonden, waren, toen de winter begon, de opgespaarde penningen reeds gebruikt, en zelfs schulden gemaakt. De behoeften zijn daardoor vergelijkenderwijs grooter dan andere jaren. Daarbij komt, dat het nog vroeg in het jaar is, en dus de tijd, waarin de werkzaamheden weder kunnen aanvangen, nog ver in het verschiet ligt, zoodat de door het Comité verleende steun lang zal moeten worden voortgezet. Met dankbaarheid mogen wij erop wijzen, dat ook de bur gerij van Leiden dit heeft gevoeldde collecte toch bracht belangrijk meer op dan den vorigen winter, en nu reeds beschikt ons comité over de som van f 4321.79. Toch is .dit bedrag, hoe het ook is meegevallen, in verge lijking met wat noodig is, klein, de twee eerste weken van uitkeering beliepen de uitgaven reeds de som van ƒ2326, en daarvoor genoten de grootste gezinnen eene uitkeering in brandstoffen en levensmiddelen van beneden ƒ3 per week, de kleinere gezinnen naar verhouding minder. Wil dus het Comité niet genoodzaakt zijn, het werk door gebrek aan financiën te eindigen, en daardoor in het meest barre jaargetijde de gezinnen aan groote ellende over te laten, dan is er krachtige steun noodig. Dien steun zoeken wij bij U, overtuigd als wij zijn van Uw medegevoel met hen, die in zoo bitteren nood verkeeren, en wij doen dit met vrijmoedigheid, vertrouwende, dat, nu de burgerij in alle lagen heeft getoond zooveel voor deze zaak over te hebben, het Bestuur der gemeente niet zal willen achterblijven met het verleenen van hulp. Wij verzoeken U dringend, ons verzoek in te willigen, en zouden gaarne ziendat U het bedrag der subsidie zoudt willen vaststellen op vijfduizend gulden. Met de meeste hoogachting, Het Comité tot Bestrijding der Werkloosheid De Jong, Voorzitter. J. Bosch, Secretaris. Leiden, 24 Januari 1908. N°- 38. Leiden, 30 Januari 1908. De Commissie van Financiën heeft de eer II te berichten dat zij, indien de Raad hesluit tot toekenning van een sub sidie groot f 2500.— aan het Comité tot Bestrijding der Wer keloosheid, geen bezwaar heeft tegen de door Burg. en Weth. voorgestelde voldoening van dit bedrag uit den post voor on voorziene uitgaven Aari den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 39. Leiden, 29 Januari 1908 Ingevolge het bepaalde bij art. 41 van het Huishoudelijk Reglement voor de gestichten Endegeest" en «Rhijngeest" (verordening van 23 October 1902, Gem. BI. No. 16), is de boekhouder der gestichten »in de keuze van zijn woonplaats afhankelijk van de goedkeuring der Commissie van Beheer." In verband met deze bepaling werd den tegenwoordigen boek houder bij zijn benoeming te kennen gegeven, dat hij zich in de gemeente Oegstgeest moest vestigen Met het oogevenwel op de moeilijkheid om tegen billijken prijs een voor hem pas sende woning te vinden, werd hem tot tweemaal toe uitstel van de naleving dier verplichting verleend. Eindelijk in Mei van het afgeloopen jaar heeft hij een woning in de nabijheid der gestichten betrokken. Intusschen is ook nog de huurprijs van deze woning voor den betrokken beambte te bezwarend. En waai- de commissie nu anderzijds geen vrijheid kan vinden hem wederom toé te staan in Leiden te gaan wonen, scheen het haar het meest rationeel dat tot den bouw van een ambtswoning voor den boekhouder werd overgegaan, in welk geval zijn salaris natuurlijk eenigszins zou moeten worden verlaagd. De commissie stelt daarom voor een bedrag van ƒ3500.— te harer beschikking te stellen ten einde tot den bouw van zulk een woning te kunnen overgaan. Als plaats daarvoor schijnt haar het meest geschikt een gedeelte van het gestichts terrein, aan den straatweg van »de Pen" naar Endegeest, ongeveer tegenover »het Witte huis", gelegen. Wordt dan tevens, zoodra de woning door den boekhouder zal worden betrokken, diens salaris met een bedrag van ƒ200.— verminderd, waartegen zijnerzijds geen bezwaar bestaat, dan zijn tevens rente en aflossing van de bouwkosten voldoende gedekt. Wij geven u mitsdien in overweging door vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat een bedrag van ƒ3500.— ter beschikking te stellen van de com missie van beheer over de gestichten «Endegeest" en «Rhijn- geest ten behoeve van den bouw van een ambtswoning voor den boekhouder dier inrichtingen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 40. Leiden, 31 Januari 1908. Blijkens haar in de Leeskamer ter inzage liggend rapport, wenscht de Commissie voor het Marktwezen artikel 13 der verordening op de markten van 26 Mei 1898 (Gem. BI. n°. 10), waarbij verboden is de gewogen kaas (des Vrijdags) langer dan tot zes uur in het Waaggebouw te laten staan, alaus te zien aangevuld, dat in bijzondere gevallen, ter beoor deeling van Burgemeester en Wethouders, afwijking van het in dat artikel bepaalde kan worden toegestaan. De Commissie wijst er op, dat reeds geruimen tijd, zij het ook misschien in strijd met voornoemd artikel, door den tegen woordigen waagmeester, alsook door zijn voorganger, aan eenige kaashandelaren, buiten Leiden woonachtig, werd toegestaan de door hen des Vrijdags op de markt gekochte kazen tot den volgenden ochtend in het Waaggebouw te laten staan, aangezien de boot, waarmede die kazen naar de plaats van bestemming werden verzonden, eerst des Zaterdags afvaart Op zich zelf bestaat hiertegen bij de Commissie geen bezwaar, jazelfs acht zij deze afwijking in het belang van de Waag, doch het komt haar toch, vooral nu er door derden de aan dacht op is gevestigd, meer regelmatig voor, dat in het artikel eene kleine wijziging wordt aangebracht, teneinde zonder strijd met de verordening ook in den vervolge de hierbedoelde kaashandelaren ter wille te kunnen zijn Ook onze Commissie kan zich met deze meening zeer goed vereenigen, weshalve wij U voorstellen tusschen de woorden »is en «verboden" in te voegen: «behoudens door of namens Burgemeester en Wethouders te verleenen vergunning." Nog een tweede wijziging zouden wij U willen voorstellen in de verordening op de markten aan te brengen. Door den Marktmeester is er de aandacht van onzen Voor zitter op gevestigd, dat meermalen melkgevende koeien on- gemolken van het marktterrein worden weggevoerdhetgeen voor die dieren zeer kwellend is. Ook de Keuringsveearts van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 1