18 Voorts een afzonderlijk schoolgebouwtje met tuin. Daarbij werd met de mogelijkheid tot uitbreiding van al deze inrichtingen door bijbouw rekening gehouden. Het is echter duidelijk dat door tegemoetkoming aan al deze wenschen van de Inspecteurs ook de stichtingskosten belangrijk moesten stijgen. Terwijl deze aanvankelijk waren geraamd (voor 80 patiënten) op 130.000 stegen zij thans (voor 100 patiënten) tot 195 000. Dit bedrag is aldus samengesteld: Kosten van één paviljoen met inbegrip van den aanleg van centrale verwarming, gas-, water en brandleiding 71000. dus van twee paviljoens142000.— schoolgebouwtje8200. aanleg tuin of wandelpark5800 kosten van inrichting17000. vergrooting waschhuis Endegeest16000 Onvoorzien6000. Totaal. 105000 Daarbij dient rekening te worden gehoudendat de kosten nog vrij belangrijk hooger zouden zijn, indien niet ten behoeve der idioten-afdeeling kon worden gebruik gemaakt van de keuken van »Endegeest", van waaruit behalve de bevolking van het krankzinnigengesticht nog wel een 100 personen kunnen worden bediend. Hetzelfde geldt ten aanzien van de exploitatie-rekening. Indien de commissie van beheer meent, dat wat de behoefte aan nieuw personeel betreft, met de aanstelling van één genees heer, een 12-tal verpleegsters, één klerk, één keukenmeid, één werkmeid, één stoker enz. behalve den onderwijzer, kan worden volslaan, dan is dit alleen omdat Leiden in Endegeest al reeds over een geheel personeel beschikt, dat voor een deel ook aan de nieuwe inrichting zal kunnen worden dienst baar gemaakt. Wij zullen thans niet in een breedvoerige bespreking treden van de verschillende middelen, die door de commissie van beheer zijn voorgesteld, en de onderhandelingen, welke met Gedep. Staten zijn gevoerd, om de exploitatie-rekening van de nieuwe inrichting sluitende te maken. Voor diegenen uwer, die er prijs op stellen die onderhandelingen in al hare details te volgen, biedt de raadpleging van de in de Leeskamer lig gende stukken alle gelegenheid. Hier kan het, dunkt ons, alleen van belang zijn u het resultaat dier onderhandelingen mede te deelen en meenen wij ons dus te mogen bepalen tot het aangeven van den firiancieelen grondslag waarop ten slotte overeenstemming werd verkregen. Slechts een enkele algemeene opmerking ga hier nog vooraf. Pogingen door ons aangewend om Gedep. Staten te bewegen, behalve de thans reeds door Rijk en Provincie verleende bijdragen in de verpleegkosten van armlastige krankzinnigen nog een extra-bijdrage van wege de Provincie te verleenen in de verpleegkosten der armlastige idioten op Endegeest, ook dan nog wanneer die afdeeling eenmaal tot hare normale bezetting zou zijn gekomen, hebben ten eenenmale schipbreuk geleden. Het categorisch antwoord van Gedep. Staten in hun schrijven aan ons college van 10/14 September 1907 laat in deze niets aan duidelijkheid te wenschen over. »Noch van het Rijk, noch van de Provincie," zeggen Gedep. Staten, »valt ons inziens een bijzondere subsidie voor de verpleging van krankzinnigen in een bepaald gesticht te verwachten. Al achten wij eene algemeene verhooging van het bedrag van het subsidie dat Rijk en Provincie aan de gemeenten in de verplegingskosten geven, geenszins uitgesloten, dat door het verleenen van subsidie het eene gesticht boven het andere bevoordeeld zal worden, achten wij onaannemelijk." Omgekeerd was ons college niet bereid in te gaan op het voorstel van Gedep. Staten om, met beschouwing van het gesticht »Endegeest" en de idioten-afdeeling als één geheel, door een algemeene verhooging van het verpleeggeld ook voor de krankzinnigen, de kosten van de idioten-afdeeling goed te maken. Immers wanneer dan, gelijk spoedig te verwachten schijnt, ook door de andere krankzinnigengestichten, wegens de steeds hoogere eischen aan de krankzinnigenverpleging gesteld, en het voortdurend stijgen van de prijzen der eerste levensbehoeften, tot eene algemeene verhooging van de ver- pleeggelden zou worden overgegaan, dan zou Leiden aan die verhooging niet mee kunnen doen en zou toch ten slotte het nadeelig deficit van de idioten-afdeeling weer door de gemeente moeten worden gedragen. Bovendien zou een verhooging van het verpleeggeld voor de krankzinnigen, nu de gemeente Rotterdam in 1909 haar nieuw gesticht zal openen, en dien tengevolge 90 Rotterdamsche patiënten »Endegeest" zullen verlaten, reeds daarom alleen zeer gewaagd zijn. Hoe ziet dan nu onze exploitatie-rekening voor de nieuwe afdeeling er uit? De commissie van beheer heeft geen bezwaar, overeenkom stig den nader door Gedep. Staten uitgesproken wensch, de normale bezetting van de afdeeling te bepalen op 88 patiënten. Verder stelt zij, met inbegrip van 30.kleedgeld, het ver pleeggeld op 360.— 'sjaars. Gedeputeerde Staten hebben, (onder zeker voorbehoud, waarop wij nader terugkomen), tegen dit bedrag geen bezwaar en rekening houdende met de be hoefte welke aan de verpleging van jeugdige idioten bestaat, mag veilig worden aangenomen, dat de afdeeling ook met dit verhoogde tarief steeds voldoende bezet zal zijn. De ontvangsten bedragen dan 31680.— Daartegenover worden de gezamen lijke uitgaven berekend op 22255.zoodat de eigenlijke exploitatie een overschot laat van 9425 Stelt men dan verder de oprichtingskosten op een ronde som van ƒ200.000.—, de te betalen rente op 4°/0 en den af lossingstermijn van de te sluiten leening op 60 jaar, tegen welken langeren termijn Gedep. Staten in dit bijzonder geval geen bezwaar hebben, dan is jaarlijks voor rente en aflossing noodig 11333.—, welk bedrag intusschen ieder jaar met de rente van 3333.of 133vermindert. Zoo zou dus ook nog bij normale bezetting in het eerste jaar der exploi tatie door de gemeente in een ongedekt saldo van even ƒ1900. moeten worden voorzien. Het komt echter der commissie voor en wij kunnen ons met dit gevoelen wel vereenigen, dat dit betrekkelijk gering bedrag wel door de gemeente in het belang van het onderwijs mag worden bijgepast, te meer wanneer men bedenkt dat het gesticht «Endegeest" toch jaarlijks een batig saldo voor de gemeentekas afwerpt. Maar hoe nu zal het gaan in de eerste moeilijkere jaren der exploitatie, wanneer het gesticht nog niet op zijn normale bezetting zal zijn gekomen? In die jaren dus, waarvoor de Provincie zich bereid verklaard heeft de gemeente in de kus ten der exploitatie tegemoet te komen. Daarvoor werd de vol gende regeling getroffen De tijd, vóór dat het aantal patiënten tot 88 gestegen is, wordt verdeeld in 8 perioden al naar het aantal patiënten 11 of minder, van 12 tot 22, 23 tot 33, 34 tot 44, 45 tot 55, 56 tot 66, 67 tot 77 en 78 tot 88 bedraagt. Nu zal de Provincie gedurende de eerste 6 perioden dus tot het aantal patiënten tot 67 zal zijn gestegen, aan de ge meente de rente van de stichtingskosten vergoeden in dier voege, dat de Provincie gedurende de eerste periode °/s van die rente, gedurende de 2e 5/s, gedurende de 3e 4/s, gedu rende de 4e 3/s, gedurende de 5e 2/s en gedurende de 6e 1I» van het rentebedrag zal betalen, zoodat de gemeente alleen gedurende de beide laatste perioden het nadeel der onvoldoende bezetting alleen draagt. Daarbij werd dan nog later overeen gekomen (zie het laatste schrijven van Gedep. Staten van den 17en dezer maand) dat de rentevergoeding eerst geheel zal ophouden, wanneer het aantal patiënten gedurende een vol jaar boven de 66 is gebleven, zoodat, wanneer het aantal na eenmaal 67 of meer te zijn geweest, binnen het jaar weer beneden dat getal mocht dalen, de rentevergoeding blijft doorloopen. Eveneens zal in de andere perioden het bedrag der rentevergoeding weer kunnen stijgen, wanneer het aantal patiënten, na eenmaal een zekere periode te hebben bereikt, onverhoopt weder naar een vroegere periode mocht terug- loopen. In dit opzicht is dus, naar het ons voorkomt, met de belangen der gemeente zeer voldoende rekening gehouden. En wat nu het tarief van de verpleeggelden betreft, het voorbehoud van Gedep. Staten, waarop boven gedoeld werd, komt op bet volgende neer. Gedep. Staten kunnen thans in het verhoogde tarief voor de idioten-afdeeling berusten, maar doen dit alleen onder het uitdrukkelijk beding, dat wan neer de gemeente later het verpleeggeld voor de krank zinnigen op «Endegeest" mocht verhoogenniet omdat de resultaten van de exploitatie dit zouden noodig maken, maar eenig en alleen omdat het verpleeggeld in andere gestichten verhoogd wordt, het tarief voor de idioten aan dat voor de overige verpleegden op Endegeest zal worden gelijk gemaakt (dus c q. tot dat tarief zal worden verlaagd) tenzij weer het verpleeggeld in andere idiotengestichten 360.of hooger mocht zijn, in welk geval ook dat van onze idioten-afdeeling 360.zal kunnen blijven of tot dat hoogere bedrag zal kunnen worden opgevoerd. Gedeputeerde Staten willen dus blijkbaar niet dat de gemeente van een voor de idioten vast gesteld verhoogd tarief zal blijven profiteeren, wanneer de gemeenteniet omdat de exploitatie van «Endegeest" dit noodig maakt, maar alleen om meer winst te maken, later de tarieven ook voor de krankzinnigen mocht verhoogen. Wij meenen dat er geen reden kan zijn om zich tegen dit beding te verzetten. Eindelijk wenschen Gedeputeerde Staten aan een eventueel door de Provincie aan de gemeente te verleenen tegemoet koming in de rente der oprichtingskosten nog de volgende bepalingen verbonden te zien «Tot de oprichtingskosten behoort 4 rente van de vóór de opening betaalde sommen ten behoeve van den bouw en de inrichting der afdeeling. De bouwrekening wordt met de noodige bescheiden aan Gedep. Staten overgelegd; bet bedrag wordt door hen vastgesteld. De rente welke door de Provincie vergoed wordt, wordt berekend naar den interest, tegen welken de leening of lee-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 4