DONDERDAG 21
NOVEMBER 1907.
241
Zitting van Donderdag aiJJTovember1907.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van een lid der Commissie van Financiën.
2° Benoeming van een Voorzitter der Commissie van Financiën.
3° Benoeming van een lid der Commissie voor het Marktwezen.
4° Verzoek van W. C. de Graaff om continuatie in de be
trekking van gemeente-apotheker. (300)
5° Verzoek van Mej. P. J. Klikee om eervol ontslag als le
onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e
klasse No. 4. (306)
6° Suppletoire staat van begrooting, dienst 1907, van het
Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis;
(309)
7° Begrooting, dienst 1908, van het Geref. Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (309)
8° Begrooting, dienst 1908, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (310)
9° Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij om ver
lenging van den termijn, waarvoor haar vergunning werd
verleend tot demping van slooten aan den Hoogen
Rijndijk. (301)
10° Voorstel om de tarieven van de Stads-Bank van Leening
ongewijzigd aan H. M. de Koningin ter goedkeuring voor
te dragen. (302)
11° Verzoek van M. van Blankenstein e. a. om een onderzoek
in te stellen naar verschillende toestanden op het open
baar slachthuis. (299)
12° Verzoek van G. C. van der Hoef om continuatie van de
huur van een perceel weiland achter Rhijngeest. (307)
13° Voorstel tot continuatie van de huur van het gebouw
's Gravenstein. (298)
14° Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van hoornen. (304)
15° Voorstel tot onderhandsche verpachting van de standplaats
voor een bioscoop op de kermissen van 1908, 1909 en
1910. (308)
16° Motie van den heer Aalberse inzake de regeling van de
rechtspositie van de ambtenaren ter Gemeente-secretarie
en ten kantore van den Gemeente-ontvanger (305)
17° Motie van de heeren Fokker, Sijtsma en van der Eist in
zake de regeling van de salarissen der ambtenaren ter
Gemeente-secretarie en ten kantore van den Gemeente
ontvanger. (305)
'18° Verordening regelende den rang en de bezoldiging van de
ambtenaren en bedienden ter Gemeente-secretarie en op
het kantoor van den Gemeente-ontvanger. (305)
19° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van het bijwerken van den staat van eigendommen van
de gemeente. (305)
20° Vaststelling van het le suppletoir kohier der plaatselijke
directe belasting, dienst 1907. (303)
Tegenwoordig zijn 28 leden, als de heeren: Timp, Driessen,
van der Eist, Bosch, Fockema Andreae, van Tol, de Boer,
Aalberse, Zwiers, Sijtsma, Reimeringer, de Goeje, P. J. Mulder,
Le Poole, Bots, Meuleman, Vergouwen, Kerstens, Juta, Pera,
van der Lip, van Gruting, Korevaar, van Hamel, de Vries,
Roem, Fokker en Stigter, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heerenZaalberg, wegens familieomstandig
heden en A. Mulder, wegens uitstedigheid, terwijl er eene
vacature is.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 31 October worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Mededeeling van A. J. Swierstra, dat hij de benoeming
tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der
3de klasse No. 5 aanneemt.
2°. Mededeeling van J. H. E. Rückert dat hij de benoeming
tot Ingenieur der Gemeentewerken aanneemt.
3°. Dankbetuiging van het Hoofd der School 2e klasse
voor jongens en meisjes voor de hem toegekende personeele
toelage.
Dit stuk luidt alsvolgt:
Leiden, 6 Nov. 1907.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Oprecht willende zijn, mag ik U niet verhelen, dat ik niet
altijd vrede had met het denkbeeld, op 57-jarigen leeftijd en
na 38 dienstjaren bij het onderwijs, waarvan 30 in Uwe
gemeente, het minimumsalaris, aan mijne betrekking ver
bonden, te genieten, met het vooruitzicht naar alle waar
schijnlijkheid nooit het maximum te bereiken, en zeker niet
dit maximum als grondslag voor eventueel pensioen te kunnen
doen gelden.
Doch hoogst moeilijk is het onbevangen te oordeelen in
eigen zaak, en daarom heb ik afgewacht wat in dezen
het oordeel van anderen was.
Nu mij uit Uw te mijwaarts vriendelijk en vrijgevig be
sluit van den 31en October j.l. gebleken is, dat de groote
meerderheid van U »ve vergadering instemde met het door mij
hooggewaardeerde initiatief van Uw medelid prof. dr. M. J.
de Goeje, te mijnen gunste, heeft mij dat groote zelfvoldoe
ning verschaft.
Ik heb de eer U daarvoor bij dezen mijn oprechten dank
te betuigen en ik rneen U de verzekering te mogen geven,
dat als een natuurlijken terugslag op Uwe erkenning het
van mijne zijde niet zal ontbreken aan de mij passende erkente
lijkheid.
Met gevoelens van eerbied en hoogachting,
Edelachtbare Heeren,
Uw dw. dr.
D. J. M. de Hondt.
4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst
1907, met een bedrag van f 38000 ten behoeve van de
werken ter verbreeding van de Paardensteeg en de Borstelbrug.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van de afd. Leiden van het Algem. Ned. Werk
liedenverbond en 3 andere vereenigingen om oprichting van
een fonds tot ondersteuning der werkloozen-verzekering en
om het gebruik van de gemeentelijke arbeidsbeurs voor alle
werklieden verplichtend te stellen.
2°. Verzoek van de afd. Leiden van den Alg. Ned. Typo
grafenbond om ook andere Leidsche firma's in de gelegenheid
te stellen naar het drukken van de Handelingen en de Inge
komen Stukken van den Gemeenteraad in te schrijven.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Verzoek van de Leidsche Korfbalclub »Vitesse'' om ver
gunning tot het maken van een houten gebouwtje op het Raam-
land aan den Hoogen Rijndijk.
De Voorzitter. Aangezien deze zaak eenigen spoed vereischt,
stel ik aan den Raad voor, dadelijk op dit verzoek gunstig
te beslissen. Burg. en Weth. hebben tegen de inwilliging
van het verzoek geen bezwaar. Daar nu, overeenkomstig de
Bouwverordening, voor het oprichten van houten gebouwen
de vergunning van den Raad noodig is, stel ik aan den Raad
voor, aan deze Korf bal vereeniging de noodige vergunning te
geven, natuurlijk tot wederopzeggens en onder de gebruike
lijke voorwaarden.
Verlangt hierover een der leden het woord of hoofdelijke
stemming? Dan is aldus besloten.
4°. Verzoek van C. de Lint om eervol ontslag als keur
meester van eet- en drinkwaren.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Verzoek van de firma G. Greve, te Utrecht, om bij de
uitvoering van gemeentewerken, hetzij in eigen beheer, hetzij
in aanbesteding, slechts in olie gemalen loodwit toe te laten.
De Voorzitter. Nu over deze zaak toch eerlang door Burg.
en Weth. praeadvies moet worden uitgebracht, stel ik voor,
de lezing van dit adres niet te doen plaats hebben, maar het
in onze handen te stellen. Het adres kan dan, wanneer de
Raad over het praeadvies van Burg. en Weth. beslist, ook
een onderwerp van beraadslaging uitmaken. Ik stel dus voor,
dit stuk in handen van Burg. en Weth. te stellen ten fine
van praeadvies.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
6°. Begrooting, dienst 1908, van het R. K. Wees- en Oude-
liedenhuis.
7°. Begrooting, dienst 1908, van het R. K. Armbestuur.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.