170
van dit jaar deze aangelegenheid van zelve zou ter sprake
komen.
Inmiddels werden door ons inlichtingen ingewonnen omtrent
den arbeid van het stenografenbureau Vaz Dias ten behoeve
van andere publiekrechtelijke lichamen geleverd.
Die inlichtingen, in de Leeskamer te uwer kennisgeving
neergelegd, zijn niet var. dien aard, dat zij ons aanleiding kunnen
geven u voor te stellen in de tot dusver gevolgde wijze van
voorziening in het stenografisch verslag van het verhandelde
in den Raad verandering te brengen. Want zou ook wellicht
een overeenkomst met het bureau Vaz Dias, blijkens de nader
door de Directie verstrekte prijsopgave, f 100.a f 200.—
voordeeliger voor de gemeente uitkomen, daar staat tegenover dat
wij niet de zekerheid hebben van dat bureau even deugdelijk
werk te zullen krijgenals ons thans reeds sinds een reeks
van jaren door de firma Groen wordt geleverd.
Om diezelfde reden kunnen wij dan ook geen vrijheid
vinden u voor te stellen, in te gaan op het adres van de
afdeeling Leiden van den Algemeenen Nederlandschen Typo
grafenbond, om ook de levering van dit drukwerk openbaar
aan te besteden. Wij kunnen slechts herhalen wat wij reeds
meermalen getuigden T dat de firma Groen zich steeds (thans
reeds bijna 12 jaren) tot onze volle tevredenheid van hare
opdracht heeft gekweten. En waar nu bij de leveling van de
Ingekomen Stukken veel meer nog dan bij de levering van
het overige drukwerk voor de gemeenteeen vlugge, geregelde
en accurate bediening van het hoogste belang is, daar is er
zeker alleszins reden om het contract met de firma Groen
andermaal te verlengen. Men versta ons wel, wij willen aller
minst gezegd hebben, dat ook niet andere firma's in staat
zouden zijn de gemeente even goed te bedienen. Maar er is
dit verschil dat een verlenging van het contract met de
firma Groen zekerheid biedt-, terwijl bij een opdracht van
het werk aan anderen eerst de toekomst zal kunnen leeren
of deze zich even goed van hun taak zullen kwijten. En
daarbij is het toch zeker ook wel iets waard dat een leve
rancier de gemeente een twaalftal jaren achtereen heeft bediend,
zonder ook maar ooit tot ontevredenheid aanleiding te hebben
gegeven.
Maar bovendien verdient nog om een andere reden verlen
ging van de opdracht aan de firma Groen alleszins de voor
keur. Men vergete niet dat in deze aanneming ook begrepen
is de levering van het gedrukt stenografisch verslag van het
verhandelde in Uwen Raad. En nu heeft de heer Groen een
contract met een U bekend, zeer bekwaam stenograaf. Mocht
daarentegen het werk aan een ander worden gegund, dan
zal deze zich allereerst van stenografische hulp moeten voor
zien en nu is het alleszins de vraag of hij er in slagen zal
zich de hulp van even goede krachten te verzekeren. Of wel
de gemeente zou afzonderlijk moeten contracteeren voor de
levering van het stenogram en van het drukken daarvan.
Maar ook die oplossing, waarbij de gemeente met twee aan
nemers te doen krijgt, heeft weer haar eigenaardige moeielijk-
heden en kan daarom onzerzijds niet worden aanbevolen.
Alles tezamen genomen geven wij U dan ook in overweging
te besluiten de levering van de Ingekomen Stukken en van
het gedrukt stenografisch verslag van de Handelingen van den
Gemeenteraad wederom voor den tijd van 3 jaren onder de
bestaande voorwaarden op te dragen aan de firma J. J. Groen
en Zoon, alhier.
Uit bovenstaande conclusie blijkt, dat wij u niet Voorstellen
bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur
in het eventueel met de firma Groen te sluiten nieuwe contract
op te nemen.
Het is daarom hier de plaats u mededeeling te doen van den uit
slag van het door ons, naar aanleiding van de door de heeren
Sijtsma, van der Eist en Fokker in de raadszitting van 10
October j.l. voorgestelde motie, ingesteld onderzoek. Want hoewel
door den Voorzitter reeds toen uitdrukkelijk werd geconstateerd
dat van ons college geen voorstel tot het opnemen van der
gelijke bepalingen in de contracten met de aannemers van
het gemeentelijk drukwerk te wachten was en ons college
zich eenvoudig zou bepalen tot het overleggen aan Uwe Vei>
gadering van de door ons ingewonnen inlichtingen, mogen wij
toch niet nalaten er u op te wijzen, hoe die inlichtingen ons
nog slechts versterkt hebben in onze meening, dat zulke
bepalingen bij leveranties, als het hier geldt, niet thuis be
lmoren.
Wij hebben dan, gevolg gevende aan de tot ons gerichte
uitnoodiging ons gewend tot de gemeenten Deventer en Haarlem
en het provinciaal bestuur van Friesland.
En wat bleek nu?
Dat in de gemeente Deventer wel bepalingen omtrent mini-
mum-loon en maximum-arbeidsduur in de voorwaarden be
treffende de levering van het drukwerk voor de gemeente
zijn opgenomen maar dat krachtens de door den Raad vast
gestelde verordening een tweeledige aanbesteding plaats
heeft, eene voor het geval de bepalingen wèl en eene voor
het geval zij niet zullen gelden en dat krachtens diezelfde
verordening aan Burg. en Weth. het recht is voorbehouden
»om uit deze verschillende prijsopgaven te kiezen en alzoo
de beide genoemde bepalingen al of niet op te leggen". Hier
dus niet een uitdrukkelijk besluit van den Raad, dat die
bepalingen zullen gelden, maar aan Burgemeester en Wet
houders de bevoegdheid gelaten om naar bevind van zaken
te handelen.
Intusschen, de bepalingen zijn opgenomen en hebben, naar
Burgemeester en Wethouders ons mededeelen, geen invloed
gehad op het bedrag der inschrijvingssommen. Maar waarom?
Omdat op één enkele uitzondering na alle aannemers voor het
zelfde bedrag inschreven of de bepalingen zouden gelden of niet.
En hoe kwam dat weer? Omdat op diezelfde uitzondering na,
alle drukkerijen reeds voldeden aan de bepalingen, welke in
het bestek waren opgenomen. Maar dat is het toch zeker
niet, wat hier ter stede met de opneming dier bepalingen
wordt beoogd?
Ook in Haarlem heeft een tweeledige inschrijving plaats.
En hoewel daar nu niet uitdrukkelijk in de voorwaarden
vermeld staat, dat Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn
uit beide inschrijvingen een keuze te doen, meenen wij toch
wel te mogen aannemendat dit ook daar het geval is,
omdat het verlangen van een prijsopgave voor het geval de
bepalingen niet zullen geldentoch al heel weinig zin heeft,
wanneer men vooiuit weet, dat die bepalingen toch in het
contract zullen worden opgenomen.
Hoe dit zij, ook in Haarlem zijn de bepalingen opgenomen,
althans voor het gewone drukwerk, niet voor het drukken
van de Raadsstukken en van de Handelingen van den Ge
meenteraad maar daar hebben die bepalingen dan ook wel
degelijk invloed gehad op de aannemingssom. Voor één per
ceel bedroeg de verhooging 5 °/0, voor een tweede 6 en
voor het derde zelfs 17%, en dit hoewel de bepalingen daar
alleen gelden voor het drukwerk ten behoeve van de gemeente,
niet voor het ander werk, dat op dezelfde drukkerijen wordt
geleverd.
En nu eindelijk in Friesland. Ook daar hebben Gedepu
teerde Staten bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-
arbeidsduur in de «Overeenkomst betreffende de levering
van gedrukte stukken ten behoeve van de Provincie Friesland"
opgenomen. Maar het verdient toch zeker de aandacht, dat dit niet
is geschied krachtens een besluit van de Provinciale Staten.
Gedep. Staten hebben aan de Provinciale Staten mededeeling
gedaan van een door hen met den aannemer van het provin
ciaal drukwerk getroffen regeling, terwijl de Provinciale Staten
bij diezelfde gelegenheid en ook vroeger reeds blijk gaven zich te
vereenigen met de opvatting van Gedep. Staten »dat de beoor
deeling van dit geheele onderwerp uit den aard der zaak meer
tot de bemoeiing van Gedep. Staten dan tot die der Staten
behoorde" en dat »de geheele regeling van dat drukwerk,
zoowel waar het betreft de ons (aan Gedep. Staten) opgedragen
voorbereiding van wat in Uwe zittingen ter tafel komt, als
voor zooveel het den dienst der griffie betreft meer eigenaardig
behoort tot de ons (Ged. Staten) opgedragen taak."
Een tweede punt dat in de Raadszitting van '10 October
inzonderheid ter sprake kwam was de vraag of de bepalingen
omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur uitsluitend
op de werklieden, welke met het gemeentelijk drukwerk waren
belast, zouden worden toegepast, dan wel op alle werklieden in de
drukkerij, onverschillig welk werk hun was opgedragen. Toen de
heer Pera als zijn meening te kennen gaf, dat alleen het tweede
stelsel zou kunnen worden gevolgd, gingen van verschillende
zijden stemmen op dat dit volstrekt niet noodig was en dat men
den aannemer zeer wel aan de bepalingen kon binden voor
zoover er voor de gemeente gewerkt werd en weder vrij
laten, zoodra er werk voor anderen moest worden geleverd.
Intusschen js ons uit het door ons ingesteld onderzoek ge
bleken, dat zoowel Gedeputeerde Staten van Friesland als het
Gemeentebestuur van Deventer van meening zijn, dat de
bewuste bepalingen, indien opgelegd, moeten gelden voor al
het op de drukkerij geleverde werk. Alleen Haarlem (waar-
trouwens gelijk wij boven zeiden, de Ingekomen Stukken en
de Handelingen weer zijn uitgezonderd) beperkt ze tot de
werklieden die en zoolang z\j aan gemeente-drukwerk arbeiden.
Ook wij zijn van meening, dat wanneer men eenmaal
waarborgen rroodig acht, dat de aannemer van het gemeen
telijk drukwerk aan zijn werklieden een behoorlijk loon zal
uitkeererr en hen niet overmatig lang zal laten arbeiden, het
niet aangaat dienzelfden aannemer weer volkomen de vrije
hand te laten, zoodra door diezelfde menschen op dezelfde
plaats werk voor anderen wordt verricht. De door sommigen
gemaakte vergelijking met de arbeiders irr de bouwvakken
gaat niet op. Immers daar is continuiteit van werk. Daar
geldt het groote werken, waar de daaraan verbonden werk
lieden weken, soms maanden achtereen, aan arbeiden. Hier
echter is het een springen van den hak op den tak
een paar uren is de arbeider met werk voor de gemeente
bezig en dan weer wordt hem wat anders opgedragen. Trou-