147
voor overwerk: vóór 10 uur 'savonds 25%: van 10—6
uur (nachtarbeid) 50 Zondagarbeid 100 Voor dit
laatste (Zondagarbeid) mag nimmer eenige pressie worden
uitgeoefend
3® dat deze bepalingen nog van kracht worden bij de aan
staande aanbesteding van Gemeentedrukwerk
4e dat den duur der aanbesteding voortaan slechts3 jaar
zal zijn; x
5e dat bij een eventueele gunning vooral gelet zal worden op
die patroons welke niet vijandig tegenover de vakvereeni-
ging staan, in dien zin, dat zij geen pressie uitoefenen op
het al of niet lid zijn daarvan;
Ge dat het drukwerk niet begrepen in de aanbesteding, ook
zal worden vervaardigd daar, waar aan bovenstaande rege
ling wordt voldaan;
Verzoekt Uwen Raad, met verwijzing naar bijgaande toe
lichting, het daarheen te willen leiden, dat aan de minder
gunstige voerwaarden die thans bestaan, een einde wordt
gemaakt, opdat voor de typografen en aanverwante vakge-
nooten een betere regeling van loon en arbeidsduur aanbreke.
't Welk doende,
Namens de Afdeeling Leiden «A. N. T. B."
H. Lacourt, Voorzitter.
H. Neuteboom, Secretaris.
N°. 273. Leiden, 23 September 1967.
Waar de uitgaven ten behoeve van het Lager Onderwijs
in deze gemeente steeds toenemen, dient aan den anderen kant
ook naar eenige vermeerdering van de inkomsten der scholen
te worden gestreefd. Daartegen kan te minder bezwaar be
staan, wanneer blijkt dat ook reeds uit anderen hoofde ver
hooging der schoolgelden alleszins gemotiveerd is. En dit
laatste is, ten aanzien van de 2e klasse scholen, inderdaad
het geval.
De schoolcommissie wijst er op, dat het aan die scholen
geheven schoolgeld te laag is. Toen in 1862 de tegenwoordige
schoolgeldregeling werd ingevoerd, waren het de scholen
le klasse, waaraan het meest uitgebreid lager onderwijs werd
gegeven. Thans daarentegen wordt aan die scholenbehalve
de vakken van het gewoon lager onderwijs, alleen Fransch
gegeven, terwijl aan de 2e klasse scholen ook Engelseh,
Duitsch en Wiskunde wordt onderwezen. De laatstgenoemde
scholen kosten dan ook aan de gemeente veel meer dan
de eerste. Toch onderging het schoolgeld sinds 1862 geen
wijziging.
De schoolcommissie vindt het daarom alleszins billijk, dat
het schoolgeld aan de 2e klasse scholen eenigszins wordt ver
hoogd en acht een matige verhooging te minder bezwaarlijk,
aangezien zij daarvan geen nadeeligen invloed op het school
bezoek verwacht.
Thans bedraagt het schoolgeld voor de leerlingen der ge
mengde school 2® klasse en voor die der 6 laagste klassen
van de Jongensschool en van de Meisjesschool, f 4.per
3 maanden, en voor de leerlingen van de 3 hoogste klassen
der béide laatstbedoelde scholen f 6.per 3 maanden. De
schoolcommissie stelt voor die bedragen te brengen op resp.
f 5.en f 7.50. Bij den tegenwoordigen staat der school
bevolking mag van die verhooging dan een meerdere opbrengst
van de schoolgelden worden verwacht van ruim f 3000.
Ook ons college komt de door de schoolcommissie noodig
geachte verhooging alleszins billijk en raadzaam voor, en wij
zouden u daarom willen voorstellen die verhooging in te voeren
met ingang van den len Januari 1908, op welken dag ook
juist weer een kwartaal van het schooljaar eindigt.
Mitsdien geven wij U in overweging over te gaan tot de
vaststelling van de navolgende verordening:
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van
19 April 1900 (Gem. BI. no. 10), regelende de heffing
van schoolgelden aan de openbare scholen voor Lager
Onderwijs te Leiden, zooals deze laatstelijk gewijzigd
is bij verordening van 10 December 1903 (Gem.
BI. uo. 43).
Art. 1.
In het tweede onderdeel van art. 2 der bovengenoemde
verordening wordt gelezen:
in de 1° alinea, in plaats van »vier gulden" wijf gulden";
in de 2® alinea, in plaats van »zes gulden" zeven gulden
en vijftig cents1'.
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1908.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 274. Leiden, 24 September 1907.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering de navolgende voor
dracht aan-te bieden voor de benoeming van een onderwijzer
aan de Openbare Jongensschool 2e klasse, ter vervulling van
de vacature ontstaan door de benoeming van den heer F.
Schilthuizen tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de
school 2e klasse voor jongens en meisjes:
1°. M. BEUTE, onderwijzer te Deventer;
2°. K. J. VAN DAMME, onderwijzer te Hilversum;
3°. J. C. NIEUWKOOP, onderwijzer te Weesp.
Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen
bericht van het Hoofd der school, en dat de desbetreffende
stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij U in
overweging alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 275. Leiden, 24 September 1907.
In overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na
ingewonnen bericht van het Hoofd der school, hebben wij de
eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden
voor de benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofd
akte aan de openbare school der 3e klasse No. 5, ter vervan
ging van Mej. N. H. Gouwentak, aan wie met ingang van 1
September eervol ontslag werd verleend:
1°. N. J. SWIERSTRA, hoofd der school te Oosten
dorp, gemeente Doornspijk;
2°. J. TJALSMA, onderwijzer te Zwolle;
3°, A. MEEUSE, onderwijzer te Nieuwe Tonge.
Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U thans tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 276. Leiden, 26 September 1907.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen de door HH. Commissarissen der Stads-Bank
van Leening ingediende begrooting voor het jaar 1908, geene
bedenkingen heeft.
Zij stelt U voor die begrooting goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 277. Leiden, 27 September 1907..
Ter vervulling van de vacature van onderwijzer met ver
plichte hoofdakte aan de Openbare school der 3e klasse N°. 2,
welke zal ontstaan tengevolge van het met ingang van 1
October a. s. verleend eervol ontslag aan den heer J. Ramaker,
hebben wij de eer U, na ingewonnen bericht van het Hoofd
der School en in overleg met den Arrondissements-School
opziener, de volgende voordracht aan te bieden:
1°. J. TJALSMA, onderwijzer te Zwolle;
2°. B. DE BOER, onderwijzer te Noordwolde
3°. M. BEUTE, onderwijzer te Deventer.
Onder mededeeling, dat de stukken in de Leeskamer ter
inzage liggen, verzoeken wij U tot eene benoeming over te
gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 278. Leiden, 30 September 1907.
De adressen van den Voorzitter en den Secretaris der Ver-
eeniging van bezoldigde agenten van politie «Door Eendracht
Saamgebracht" en van Voorzitter en Secretaris van den Bond
van Gemeente-politiebeambten in Nederland, beiden gevestigd
te Leiden, in opdracht van hunne Vereenigingen, het laatste
adres ter ondersteuning van het eerste, behoeven ons geen
aanleiding te geven tot breedvoerige beschouwingen. Wat
toch wordt daarbij gevraagd? Dat Uwe Vergadering eene
verordening vaststelle waarbij eene regeling worde gegeven
van dienst- en rusttijden voor het personeel der politie, zoo
mede van verlof en vrije dagen en eene vergoeding voor z.g.
«overuren" worden vastgesteld, terwijl ook eene verordening