GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 139 ISCEKOHEir STUKKEN. N°. 253. Leiden, 30 Augustus 1907. Hiermede hebben wij de eer U namens de Commissie voor het Stedelijk Museum te berichten, dat dit jaar aan de beurt van aftreding zijn de H.H. Mr. P. J. M. Aalberse, Mr. J. A. F. Coebergh en J. Korevaar P.Az. Wij nemen de vrijheid U namens de Commissie voor deze vacatures de volgende dubbel tallen aan te bevelen: 1. Vacature-Mr. P. J. M. Aalberse: de H.H. Mr. P. J. M. AALBERSE en J. P. J. DR1ESSEN 2. Vacature-Mr. J. A. F. Coebergh: de H.H. Mr. J. A. F. COEBERGH en Dr. E. C. VAN LEERSUM, 3. Vacature-J. Korevaar P.Az.: de H.H. J. KOREVAAR P.Az. en Mr. EGBERT DE VRIES. Namens de Commissie voor het Stedelijk Museum, J. Korevaar, waarnemend Voorzitter. J. C. Overvoorde, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 254. Leiden, 30 Augustus 1907. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij tegen de door Burgemeester en Wet houders voorgestelde overneming van grond aan den Zoeter- woudschen Singel en de De Laat de Kanterstraat, geen bezwaar heeft. Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen de voordracht van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaarstelling van een bedrag van 5100,voor den aanleg eener installatie voor verlichting van de Stads-gehoorzaal, met verdeeling van deze uitgaaf over 5 jaren. Zij adviseert U daarom overeenkomstig beide voordrachten te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 255. Leiden, 2 September 1907. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde begrooting van de Stedelijke Werkinrichting voor het dienstjaar 1908 geen be denkingen heeft. Zij stelt U voor die begrooting goed te keuren. De heer A. L. Reimeringer, lid dezer Commissie, heeft aan het onderzoek geen deel genomen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 256. Leiden, 4 September 1907. Door Commissarissen der stedelijke gasfabriek wordt ons in hun in de Leeskamer liggend schrijven in overweging gegeven wel te willen bevorderen, dat de gasprijs met ingang van 1 October a. s. met cent per M3 wordt verhoogd. Commissarissen wijzen er op dat, tengevolge van de stijging der kolenprijzen, in 1907 voor kolen ruim 24000.mepr zal moeten worden betaald dan geraamd werd, terwijl ook voor gasolie f 2800.— boven de raming zal moeten worden uitgegeven. Bovendien zal de invoering op 1 September jl. van het drieploegen stelsel een hoogere uitgave aan stokersloonen van 1000.ten gevolge hebben. In het geheel dus zullen de geraamde uitgaven in dit jaar met 28000.— worden overschreden. WeT staat daartegenover dat de cokes ruim f 6000,— en het gas ongeveer ƒ8000.meer zullen opbrengen dan geraamd werd maar ook dan nog zal de opbrengst der fabriek over 1907 ƒ14000.beneden de raming blijven. Wil men dit verlies inhalen dan zal de gasprijs voor par ticulieren met ingang van 1 October a. s. met cent per M3 moeten worden verhoogd. Immers het gasverbruik over het laatste kwartaal van 1906 tot uitgangspunt nemende, mag bij een verhooging van den prijs tot 5| ct per M3 over het laatste kwartaal van dit jaar op een verhooging van de inkomsten met 13600.worden gerekend. En waar het ons nu met commissarissen voorkomt dat het alleszins wenschelijk kan worden geacht om, zoolang de prijs van het gas zoo matig is als in deze gemeente, bij stijging van de productiekosten ook den prijs van het gas te verhoogen, opdat het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven niet plotseling worde verstoord, geven wij u overeenkomstig hun advies in overweging te besluiten dat de prijs van het gas voor particulieren met ingang van 1 October a. s. zal worden gebracht op 5| ct per M3. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 257. Leiden, 6 September 1907. Wij geven Uwe Vergadering in overweging gunstig te be schikken op bijgaand verzoek van den heer G. Blok om ont slag uit zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare school der 3® klasse N°. 1 alhier en hem dat ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 November 1907. Het door het Hoofd der school uitgebracht advies wordt hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 4 September 1907. De heer G. Blok heeft zich doen kennen als een uitstekend onderwijzer; hoewel ik het alleszins kan billijken, dat hij om financieele redenen (hij gaat dadelijk ƒ100 vooruit in salaris en krijgt ook in het vervolg sneller verhooging) naar Haarlem heeft gesolliciteerd, zie ik hem met groot leedwezen vertrekken. Tegen inwilliging van zijn verzoek om eervol ontslag als 3° onderwijzer aan de Openbare school 3® klasse N°. 1 met ingang van 1 November a. s. mag ik echter vol strekt geen bezwaar maken. Het Hoofd der Openbare School 3® klasse N°. 1, P. A. Hibma. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Leiden, 31 Aug. 1907. Edelachtbare Heeren. Bij dezen heeft ondergeteekende de eer UEd. Achtb. te berichten, dat hij benoemd is als onderwijzer te Haarlem, waarom hij UEd.Achtb. beleefd verzoekt, hem met ingang van 1 November a.s. ontslag te willen verleenen uit zijne tegen woordige betrekking. Hopende, dat hierop door UEd. Achtb. gunstig beschikt moge worden, teekent hij zich hoogachtend, Edelachtbare Heeren, Uw dienstw. dr. G. Blok. Aan den Edelachtbaren Raad der Gem. Leiden. N°. 258. Leiden, 6 September 1907. Tengevolge van het ontslag, verleend aan de heeren Japikse, Hoeks en Dikshoorn, resp. als hoofd der Jongensschool 1® klasse, Hoofd der School 4e klasse, n°. 1, en Hoofd der School 4® klasse, n°. 2, werd het bestuur dier scholen, voor de eerste gedurende 3 maanden, en voor de beide laatste gedurende 6 weken waargenomen door den onderwijzer-plaatsvervangend hoofd. Het komt ons voor dat er alleszins reden is om evenals dit bij vorige dergelijke gelegenheden geschied is, deze buiten gewone diensten afzonderlijk te beloonen. En eveneens komt het ons voor dat voor de bepaling dier belooning dezelfde maatstaf zou kunnen worden toegepast, welke laatstelijk (Zie Ingek. St. n°. 231 van 1902) in een dergelijk geval werd aan gelegd toen aan het plaatsvervangend hoofd zoodanige gratifi catie werd toegekend, dat door hem over den tijd der waarneming (met inbegrip van zijn eigen wedde) de bezoldiging van het Hoofd der school werd genoten. Mitsdien geven wij U in overweging aan de heeren J. F. L. Rietdijk, G. B. Engeltjes en R. Adama, resp. plaatsv. hoofd aan de Jongensschool 1° kl.de School 4® kl. n°. 1 en de School 4° kl. n°. 2, als erkenning van de buitengewone diensten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 1