GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
i^oekohest stukken.
127
N°. 220. Leiden, 13 Juli 1907.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenking heeft tegen de door Burg. en Weth.
voorgestelde verhooging van de gemeentebegrooting, dienst
1907, met ƒ250000.ten behoeve van de opneming van kas
geld. (Ing. St. no. 212.)
Zij adviseert U tot vaststelling van den overgelegden begroo-
tingsstaat te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Be Commissie van Financiën.
N°. 221. Leiden, 16 Juli 1907.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geen bezwaar heeft tegen de voorgenomen uitgifte
eener 4°/o geldleening groot ƒ150000.door de Leidsche
Duinwater Maatschappij, ten behoeve van de werken in haar
verzoek (Ing. St. No. 216) omschreven.
Zij adviseert U daarom goed te keuren dat de Maatschappij
tot de uitgifte dier leening overgaat.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 222. Leiden, 16 Juli 1907.
Tegen de door Burg. en Weth. voorgestelde begrootings-
regelingen, dienst 1907, (Ing. St. No. 218) bestaat bij de
Commissie van Financiën geene bedenking.
Zij adviseert U daarom tot vaststelling van den daarbij
overgelegden staat model C en van het besluit model A over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 223. Leiden, 16 Juli 1907.
Tegen den in hare handen gestelden suppletoiren staat van
begrooting van het R.-K. Wees- en Oudeliedenhuis, het
dienstjaar 1906 betreffende, heeft de Commissie van Financiën
geene bedenkingen.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van dien staat te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 224. Leiden, den 15 Juli 1907.
Bij dezen hebben wij de eer U te doen toekomen de door
ons ontvangen sollicitatiestukken naar de betrekking van
leeraar in de Natuurkunde.
De heer J. Clay, doctorandus in de Wis- en Natuurkunde
te Leiden, die in de afgeloopen cursus geruimen tijd de
lessen in de Natuurkunde, als tijdelijk leeraar, waarnam,
komt naar onze meening, in de eerste plaats in aanmerking;
terwijl wij als tweede op de aanbevelingslijst zouden wen-
schen te plaatsen de heer C. Dorsman Jr. doctorandus in de
Wis- en Natuurkunde te Amsterdam.
De Heer Inspecteur der Gymnasiawiens desbetreffend
advies wij hierbij in afschrift overleggen, kan zich hiermede
vereenigen.
Mitsdien hebben wij de eer U de navolgende aanbevelings
lijst voor genoemde opengevallen betrekking aan te bieden:
1°. J. CLAY, doctorandus in de Wis- en Natuurkunde
te Leiden.
2°. E. DORSMANdoctorandus in de Wis- en Natuur
kunde te Amsterdam.
Namens Curatoren v/h Gymnasium
D. V. Hesseling.
P. E. Briët, sec.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
'sGravenhage 14 Juli 1907.
Met terugzending der bij bovenvermeld schrijven in mijne
handen gestelde stukken heb ik de eer Uw College te be
richten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen Üw voor
nemen om ter benoeming tot leeraar in de natuurkunde aan
het Gymnasium Uwer gemeente aan den Raad aan te bevelen.
1°. J. CLAY, doctorandus in de wis en natuurkunde.
2°. E. DORSMAN Jr., doctorandus in de wis en natuurkunde.
De Inspecteur der Gymnasia
C. J. Eggink.
Aan het College van Curaturen van het Gymnasium te Leiden.
N°. 225. Leiden, 20 Juli 1907.
In Uwe Vergadering van den 6en Juni j.l. werd besloten,
om het onderwijs in de Staatswetenschappen aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes weder als afzonderlijk leervak te
herstellen en met dat onderwijs te geven tot een maximum
van 2 uur per week een afzonderlijk leeraar te belasten,
die daarvoor eene bezoldiging zal genieten van 300.'sjaars.
Ter uitvoering van dat besluit hebben wij thans de eer
U voor de benoeming van een leeraar in de Staatsweten
schappen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes de vol
gende aanbevelingslijst van benoembaren aan te bieden:
1°. Mr. P. J. VON BAUMHAUER, leeraar in de Staats-
wetenschappen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens,
te Leiden;
2°. Mr. J. A. EIGEMAN, leeraar in de Staatswetenschappen
aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens te Rotterdam.
Onder mededeeling, dat de adviezen van den Inspecteur
van het Middelbaar Onderwijs en van de Commissie van
Toezicht in de Leeskamer ter inzage liggenverzoeken wij U
tot eene benoeming over te gaan.
Tevens geven wij U in overweging den pensioensgrondslag
van den te benoemen titularis te bepalen op 300.—.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 226. Leiden, 22 Juli 1907.
Ter vervulling der vacature van Commissaris der Stads-
Bank van Leening, ontstaan ten gevolge van het aan den heer
Mr. H. van der Hoeven verleend eervol ontslag, hebben wij
de eer U, ingevolge art. 1 van het Reglement der Bank, de
volgende alphabetische voordracht aan te bieden, met ver
zoek tot de benoeming van een nieuwen Commissaris over
te gaan.
1°. P. ESSERS.
2°. Mr. H. W. C. J. DE JONG.
3°. Mr. Ph. B. L1BOUREL.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 227. Leiden, 22 Juli 1907.
Ingevolge het bepaalde bij art. 2 der Verordening van den
2en October 1902, houdende Reglement op het beheer en
bestuur van het Krankzinnigengesticht »Endegeest" en het
Sanatorium »Rhijngeest", hebben wij de eer U, ter vervulling
der vacature, welke zal ontstaan door de periodieke aftreding
van Dr. C. F. Th. J. Meuleman als lid der Commissie van
Beheer, na raadpleging dier Commissie, de volgende aanbeveling
aan te bieden
1°. Dr. C. F. Th. J. MEULEMAN.
2°. Mr. P. J. M. AALBERSE.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 228. Leiden, 23 Juli 1907.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej.
J. E. Krieger om ontslag uit hare betrekking van 4e onder
wijzeres in de handwerken aan de openbare lagere school
der 3e Klasse No. 1 alhier en haar dat ontslag eervol te verleenen
met ingang van 1 September 1907.
Het ter zake door het Hoofd der school uitgebracht advies
wordt hierbij overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 18 Juli 1907.
Naar aanleiding van bijgaand verzoek van Mej. J. E. Krieger
om eervol ontslag uit haar betrekking van 4de onderwijzeres
in de nuttige handwerken aan de Openbare lagere school