GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 71 ISeEKOIIEN STUKKEN. N°. 115. Leiden, 27 April 1907. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij geene bedenking heeft tegen de voorstellen van Burg. en Weth., opgenomen onder no. 91 der Ingekomen Stukken, tot wijziging van verschillende posten der gemeentebegrooting van 1906 en tot voldoening van een bedrag van f 10,62 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van dat jaar. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 116. Leiden, 27 April 1907. Bij de Commissie van Financiën bestaat geene bedenking tegen de wijze, waarop Burg. en Weth. voorstellen de gelden te vinden voor de aanschaffing van eenige brandslangen (Ing. St no. 102), ingeval de Raad tot de aanschaffing dier slangen besluit. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 117. Leiden, 27 April 1907. Tegen de door Burg en Weth. voorgestelde wijziging der Verordening regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het openbaar Slachthuis (Ing. St. no. 105), be staat bij de Commissie van Financiën geene bedenking. Zij adviseert U derhalve, overeenkomstig dat voorstel te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 118. Leiden, 27 April 1907. Tegen de in hare handen gestelde suppletoire begrooting der Stedelijke Werkinrichting ten bedrage van 11,45 en den staat van af- en overschrijving op de begrooting dier instelling ten bedrage van 782.55, beide den dienst 1906 betreffende, heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar. Zij stelt IJ daarom voor tot goedkeuring van beide begrootings- regelingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 119. Leiden, 7 Mei 1907. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Dr. A. C. Harte velt en van het daaromtrent uitgebracht advies van het College van Stadsgeneesheeren, hebben wij de eer Uwe Vergadering in overweging te geven aan adressant op zijn verzoek, met ingang van 1 Juli a.s. eervol ontslag te verlee- nen als stadsgeneesheer. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 7 Mei 1907. In antwoord op Uw schrijven van 23 April 1.1. no. 12/10 R. onderwerp Stadsgeneesheer heb ik de eer U namens het College van Stadsgeneesheeren mede te deelen dat er hunner zijds niet het minste bezwaar bestaat aan dr. A. C. tlarte- velt tegen 1 Juli a. s. eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van Stadsgeneesheer. Namens het College, H. Schreuder, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 17 April 1907. De ondergeteekende, Dr. A. C. Hartevelt, Arts, verzoekt den Gemeenteraad van Leiden hem eervol ontslag te verlee nen uit zijn betrekking van Stadsgeneesheer tegen 1 Juli aanstaande. Dr. A. C. Hartevelt. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 120. Leiden, 7 Mei 1907. Ter vervulling van de beide vacatures van Hoofd der 4e klasse scholen in deze gemeente, werden door ons in overleg met den Districts-Schoolopziener, na een vergelijkend onder zoek van de sollicitanten, de volgende voordrachten opgemaakt: Voor de school 4e klasse n°. 1, (school Gortestraat): 1°. F. W. ZEELENBERG, onderwijzer le klasse te 's-Gravenhage 2°. J. A. BRASSINGA, idem; 3°. J. BROEZE, hoofd eener school te Enschede. Voor de school 4e klasse n°. 2, (school Brandewijnsteeg 1°. J. A. BRASSINGA; 2°. F. W. ZEELENBERG; 3°. J. BROEZE. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken, verzoeken wij u alsnu tot deze benoemingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 121. Leiden, 7 Mei 1907. Wij hebben de eer U te berichten, dat het college van Stadsgeneesheeren, ter zake door ons college om advies gevraagd, ons de volgende aanbeveling voor de benoeming- van een stadsgeneesheer, ter voorziening in de vacature welke zal out staan door het bedanken van Dr. A. C. Hartevelt, heeft doen toekomen 1°. Dr. J. C. M. TIMMERMANS; 2°. Dr. TH. VAN WIJK; 3°. L. MULDER. Wij verzoeken u alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 122. Leiden, 6 Mei 1907. De bij nevensgaand adres door de Leidsche Duinwater Maatschappij overgelegde concept-overeenkomst tusschen die maatschappij en de gemeente Katwijk zalzooals uit het adres blijkt, strekken ter vervanging van de beide overeen komsten van 12 Juni 1882 en 22 Maart 1888 en houdt ver band met een nieuwe regeling voor de levering van duin water, welke de maatschappij en de gemeente zonden wenschen te treffen. Komt toch die overeenkomst tot stand dan zal de gemeente Katwijk ten aanzien van de levering van water tegenover de maatschappij in dezelfde verhouding komen te staanals waarin de gemeenten Sassenheim en Voorschoten tegenover onze gemeente zullen verkeeren ten aanzien van de levering van gas. De duinwater-maatschappij zal duinwater leveren aan de gemeente Katwijk en de gemeente Katwijk zal zelve, behoudens enkele uitzonderingen voor de distributie van het water onder hare ingezetenen zorg dragen Het water zal geleverd worden in een waterdichten put en, met uitzon dering van de hoofdleidingen, zal het buizennet dat in Katwijk gelegen is in eigendom en onderhoud aan de gemeente Katwijk overgaan welke gemeente ook voor hare rekening voor uitbrei ding en vernieuwing van dat net zal hebben zorg te dragen. Het water zal over den meter geleverd worden tegen denzelfden prijs, waarvoor het.water aan afnemers in het groot in de gemeente Leiden geleverd wordt. Voor verdere bijzonderheden meenen wij naar den inhoud van de concept-overeenkomst zelf te mogen verwijzen. Tegen de goedkeuring dier overeenkomst bestaat bij ons college geen bezwaar. Wel hadden wij het wenschelijk geacht dat het in art. 1 der overeenkomst neergelegde recht om buizen te leggen, te hebben en te houden in den grond van Katwijk, hetzij dan dooreen aanvulling van dat artikel, hetzij door een afzonderlijke overeenkomst tusschen de gemeenten Leiden en Katwijk, ook aan onze gemeente zou zijn verzekerdwanneer de gemeente Leiden later na afloop van de concessie het bedrijf aan zich mocht wenschen te trekken, maar nu de Raad van de gemeente Katwijk tegen een dergelijke regeling alleen bezwaar heeft, omdat de gemeente daarbij een verplichting zou op zich nemendie feitelijk eerst over ruim 20 jaren zou kunnen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 1