DONDERDAG
18 APRIL 1907.
Ill
groote kosten te staan en zouden bovendien nog schade in
hun bedrijf lijden. Die bezwaren hebben ons er toegebracht,
in die richting nog geen besluit te nemen; andere gemeenten
hebben wel in die richting een poging gedaanmaar voor
zoover mij bekend is, is nog geen een dien weg opgegaan.
Het bezwaar van den heer Stigter, dat men, wanneer men
een stuk land heeft gekocht, om daarop een hinderlijke industrie
op te richten, den kans loopt, dat daartoe geen vergunning
wordt gegeven, kan gemakkelijk worden ondervangen door
een conditioneelen koop. Men maakt dan bij den koop de
voorwaarde, dat, wanneer Burg. en Weth. de vereischte
vergunning niet geven, de koop eenvoudig wordt te niet
gedaan.
De heer Reimeringer. M. d. V. Is het de bedoeling, dat
men alle 4 terreinen aanwijst voor volkspark-of sportterreinen,
of dat slechts één daarvan wordt aangewezen. Bovendien zou
ik dat gaarne niet zoo ver in de toekomst willen zien, als
met de woorden «zouden kunnen komen" wordt uitgedrukt.
Mij dunkt, dat het voor de gemeente van het hoogste belang
is, dat zij zoo spoedig mogelijk een volkspark krijgt.
De Voorzitter. Ik geloof niet, dat het wenschelijk is, al
te ver in de toekomst te zien; het is eigenlijk alles nog
toekomst, maar de terreinen zijn aangewezen, om de moge
lijkheid open te laten, dat één daarvan wordt aangewezen
voor volksparkterreinen. Men zou bij een of andere begroo
ting daarop terug kunnen komen en dan een van die ter
reinen daarvoor aanwijzen.
De heer Reimeringer M. d. V. Zou dan naar aanleiding
van hetgeen thans is meegedeeld niet een begrooting kunnen
worden gemaakt van de kosten, om zoo een terrein in te
richten voor volkspark
De Voorzitter. U zou bij motie Burg. en Weth. kunnen
uitnoodigen een dergelijke begrooting in te dienen, maar om
daar thans al over te laten beslissen lijkt mij wel wat ure
matuur.
Het kan later bij de begrooting wel ter sprake komen.
De heer Reimeringer. Ik dank u zeer, mijnheer de Voor
zitter, en zal uw opmerking ter harte nemen.
De heer Stigter. M. d. V. Jk zou nog een enkele vraag
willen stellen
Ik bedoelde geenszins de bestaande hinderlijke industriën
uit het midden der gemeente te wijzenik dacht aan deze
quaestie zelfs niet; maar, heeft de Wethouder van fabricage
bij het uitbreidingsplan eenige plaatsen voor oogen gehad
waar zich later nieuwe industriën zullen kunnen vestigen,
in verband met water en spoorlijnen, en met het oog op de
verdeeling der straten?
Heeft hij eenig idee van de concentratie van industriën
naar eerie zijde van de stad in verband met het verkeer 1
De Voorzitter. Het leek ons juist voor een stad als Leiden,
die maar langzaam in bevolking toeneemt, niet noodzakelijk
de verschillende industriën te concentreeren.
De heer Korevaar. M. d. V. We hebben over die kwestie
wel degelijk nagedacht bij de voorbereiding van het ontwerp,
maar we zijn tot de conclusie gekomen, dat, waar de stad
Leiden zich slechts langzaam uitbreidt, het niet gewenscht
is, bepaalde wijken aan te wijzen voor fabrieken of voor
villa's. Wanneer een stad zich snel uitbreidt, dan is er meer
kans op welslagen, omdat de dwingende kracht in een be
paalde richting tot haar recht komt, vóór andere omstandig
heden en invloeden zich aanmerkelijk wijzigen of zich doen
gelden, terwijl bij eene langzame uitbreiding, eenig resultaat
niet wordt bereikt door snellere wisseling van de levens
omstandigheden en karakter van de bevolking.
Dat neemt niet weg, dat wij wel degelijk gelet hebben
op de richting, waarin de bebouwing in enkele wijken zich
reeds bewogen heeft. Zoo is de Waard als vanzelf aange
wezen voor fabriekswijk en is met de verdeeling der bouw
blokken daarop gerekend, en het terrein achter het Terwee-
park voor villawijk, de straten zijn dan ook daar meer gebogen
getraceerd.
De beraadslaging wordt gesloten.
Punt 12 en 3 van het praeadvies worden achtereenvol
gens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Dan is hiermede onze agenda afgehandeld.
Wenscht nog een van de heeren het woord?
De heer van der Elst. M. d. V. We hebben in een van
de laatste vergaderingen van den heer Juta een sombere
speech gehoord omtrent den financieelen toestand van de
gemeente; dat was naar aanleiding van de subsidie aan de
Pieterskerk, en nu wensch ik, nu we toch den tijd hebben,
even te wijzen op het belang, dat een goede werking van
den hoofdelijken omslag heeft. We weten dat een geheime
commissie bezig is, daarover te oordeelen, maar per slot van
rekening zal de Raad de verschillende voorstellen moeten
goedkeuren, en nu herinner ik mij nog zeer goed, dat de
Raad verleden jaar de verschillende voorloopige kohieren zoo
laat ontving; verleden jaar in Juni gebeurde het, dat op
denzelfden dag, dat het cijfer van den hoofdelijken omslag
moest worden vastgesteld, we op onze plaats nog eenige
voorstellen vonden ter vaststelling van het kohier.
Ik zou dan ook den heer Juta vriendelijk willen verzoeken
te willen zorgen dat wij die voorstellen wat vroeger in handen
krijgen, opdat wij deze behoorlijk vooraf kunnen nagaan,
en er zoodoende toe kunnen meewerken dat de hoofdelijke
.omslag zoo goed mogelijk tot zijn recht komt.
Ik breng dat nu reeds ter sprake, omdat ik van plan ben,
wanneer die stukken dit jaar weer zoo laat komenzoo noodig
een afzonderlijke vergadering aan te vragen tot behandeling
dezer laatst ingekomen voorstellen.
De heer Juta. M. d. V. Hetgeen de heer van der Eist daar
vraagt, is reeds in een anderen vorm gevraagd geworden
door den heer Fokker, en ik heb daar toen reeds op geantwoord,
dat de leden van den Raad tijd genoeg hebben, om de kohieren
in te zien, en alle mogelijke inlichtingen te verkrijgen die
zij wenschen.
Ik kan daar echter nog d i t aan toevoegen, dat de schuld
ï.iet bij Burg. en Weth. gezocht moet worden, maar het
hooren en nog eens hooren van de belastingschuldigen, die
dat wenschen, en het drukken zelf, niettegenstaande door
Burg. en Weth. bij den drukker vooitdurend op spoed wordt
aangedrongen, neemt nogal veel tijd in beslag. En wanneer het
kohier dan eindelijk gedrukt is, is het dikwijls niet wenschelijk
de goedkeuring van den Raad nog langer uit te stellen, met
het oog op het uitreiken der belastingbiljetten; de belasting
schuldigen betalen liever over een groot, dan over een gering
aantal termijnen.
Ik zal er echter voor zorgen, dat er zooveel mogelijk spoed
mee gemaakt wordt, maar een bepaalde belofte zal de heer
van der Eist toch van mij niet verlangen?
De heer van der Elst. Mijn opmerking heeft niet ten doel
gehad, om iets aan te merken op den spoed en ijver van de
commissiedie deze zaak behandeltmaar alleen om te wijzen
op de wenschelijkheid, dat de leden van den Raad de zaak
vooraf behoorlijk kunnen overdenken. Ik moet mij er tegen
verzettendat die kohieren ten slotte aan het eind eener
vergadering maar worden afgehamerd.
De heer Fockema Andrew. M. d. V. Wie verleden Maan
dag in de Gehoorzaal is geweestheeft kunnen ziendat het
gaslicht daar niet veel meer dan een schemerlicht verspreidde.
Wij hebben hier vroeger van den voorzitter der commissie
voor de gasfabriek gehoord dat in zoo'ri geval altijd de schuld
gezocht moet worden bij de binnenleiding. Nu zou ik Burg.
en Weth. in overweging willen geven, om die binnenleiding
dan eens te laten nazien.
De Voorzitter. We zullen dit gaarne in overweging nemen.
De heer Zwiers. M. d. V. In artikel 22 van de verordening
van 25 Maart 1902 op tiet pensioen van weduwen en weezen
van gemeenteambtenaren is vastgesteld, dat op 31 December
1906 de eerste wetenschappelijke balans omtrent het pensioen
fonds zou worden opgemaakt.
Nu zou ik u willen vragen, of u ons daaromtrent misschien
reeds eenige resultaten kunt mededeelen?
De Voorzitter. Deze zaak is op het oogenblik in bewer
king bij den wetenschappelijken adviseur, zoodat nog geen
resultaten kunnen worden medegedeeld.
Niemand meer het woord verlangend, wordt de vergadering
gesloten.