DONDERDAG
18 APRIL 1907.
•107
Xitting van Donderdag 18 April 1907.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van drie onderwijzers aan de school der 3e
klasse n°. 5. (87)
2° Benoeming van een assistent-geneesheer aan het Sanatorium
Rhijngeest". (84)
3° Voorstel tot bekrachtiging van de tijdelijke benoeming
van J. Clay tot leeraar in de Natuurkunde aan het
Gymnasium. (77)
4° Verzoek van H. H. Bolland om eervol ontslag als onder
wijzer aan de Jongensschool 2e klasse. (76)
5° Verzoek van M. J. H. van der Koog om eervol ontslag
als onderwijzer aan de Jongensschool 2° klasse. (76)
6° Verzoek van Mej. E. S. F. Servaas om eervol ontslag als
4e onderwijzeres in de handwerken aan de school in de
Heerenstraat. (79)
7° Verzoek van Dr. B. J. Goossens om eervol ontslag als
leeraar in de Natuurkunde aan het Gymnasium. (78)
8° Verzoek van C. A. Bader, leeraar in de Gymnastiek aan
de Hoogere Burgerschool voor Jongens, om 3 maanden
verlof tot herstel van gezondheid. (81)
9° Herstemming over het amendement van den heer Sijtsma
om de gewijzigde salarisregeling der gemeentewerklieden
te doen ingaan met 1 Januari 1907.
10° Voorstel tot verhooging van de begrooting, dienst 1907,
voor het verstrekken van een voorschot aan het hoofd
der school 3° klasse N°. 7. (85)
11° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden op de be
grooting, dienst 1907, voor de uitkeering van de aan de
Gemeente-Commissie van het Nederd. flerv. Kerkgenoot
schap toegekende subsidie in de restauratiekosten der
Pieterskerk. (86)
12° Verzoek van de afd. Leiden van de Nederlandsehe Weer-
baarheidsvereeniging om vrijstelling van de betaling van
vergoeding voor het gebruik van het gymnastieklokaal
der school 3° klasse N°. 4. (83)
13° Voorstel tot continuatie van de huur van het perceel
Oude Singel N°. 34. (88)
14° Verzoek van de Leidsche Katoenmaatschappij om ver
gunning tot oprichting van een kolentransporteur vóór
hare fabriek aan de Heerengracht. (89)
15° Verzoek van het Hoofdbestuur van den Algem. Nederl.
Politiebond om toekenning van een subsidie voor de
instandhouding (van het examen ter verkrijging van een
diploma van bekwaamheid als politiebeambte. (82)
16° Vaststelling van het plan van uitbreiding der gemeente. (80)
17° Voorstel tot uitvaardiging van een bouwverbod, als bedoeld
in art. 27 der Woningwet. (80)
Tegenwoordig zijn 27 leden, als de heeren: Sijtsma, Ver
gouwen, de Boer, Fockema Andreae, Driessen, Bots, Has-
selbach, Zaalberg, van Tol, Reimeringer, Bosch, Witmans,
Fokker, le Poole, Zwiers, deGoeje, P.J.Mulder, van Hamel,
van Gruting, de Vries, van der Lip, Stigter, Meuleman,
Juta, Korevaar, Paul, van der Eist, alsmede de Burgemeester
Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Aalberse, wegens vergadering der
Tweede Kamer, A. Mulder, wegens familieomstandigheden,
Timp en Kerstens, wegens verhindering.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 28 Maart worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen
1°. Mededeeling van Mej. W. J. Eijndhoven dat zij de be
noeming tot onderwijzeres met verplichte hoofdacte aan de
school der 4e klasse N°. 1 aanneemt.
2°. Mededeeling van den Minister van Binnenlandsche Zaken
dat ten behoeve van de Kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen over 1907 eene Rijksbijdrage is verleend
van 6560,50 en dat die bijdrage over 1906 nader is bepaald
op 6569,67.
3°. Dispositie van Gedeputeeerde Staten ten geleide van het
goedgekeurd raadsbesluit tot onderhandsche opdracht aan
C. Benard van de uitvoering van het werkomschreven in
perceel 2 van bestek XII, dienst 1907.
4°. Mededeeling van Gedep. Staten dat ingevolge de artt.
19 bis der Wet van 24 Mei 1897 over elk der eerste drie
kwartalen van 1907 aan de gemeente zal worden uitgekeerd
een bedrag van 30281,
5°. Dispotitie van Gedep. Staten ten geleide van het
goedgekeurd raadsbesluit tot verhuring van het perceel Aal
markt n°. 5 aan P. J. Verkoren.
6°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het
goedgekeurd raadsbesluit tot wijziging der begrooting, dienst
1906, ten behoeve van de kosten van het leggen van een
ondoordringbaren vloer op de Vette Varkensmarkt.
Al deze missives worden voor kennisgeving aangenomen.
7°. Mededeeling van Curatoren van het Gymnasium dat zij
zich vereenigen met het door hen overgelegd advies van den
Inspecteur der Gymnasia, tot toekenning van traktements-
verhooging aan den leeraar Dr. J. W. Bierma.
Wordt voor kennisgeving aangenomenterwijl tevens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten om
den pensioensgrondslag van den Heer Bierma vast te stellen
op f 2350,—.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van J. N. van der Mark om eervol ontslag als
opzichter bij Gemeentewerken.
2°. Verzoek van Mej. H. Blankenberg om eervol ontslag
als onderwijzeres aan de school der 3e kl. N°. 5.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Verslag van den toestand van het Middelbaar Onderwijs,
over 1906.
Zal worden opgenomen in het Gemeenteverslag.
4°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1906, van de Stads Bank van Leening.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
5°. Verzoek van J. Crama en J. Trouwee om alsnog tot
eene herkeuring voor den dienst bij Gemeentewerken te worden
toegelaten.
6°. Verzoek van den Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente
om vergunning tot het geven van godsdienstonderwijs op de
school 3e klasse N°. 7.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
7°. Missive van Gedep. Staten houdende o'pmerkingen 'naar
aanleiding van de ingezonden verordening op den handel in -
en den verkoop van melk.
Dit stuk luidt als volgt:
's Gravenhage, den 9/11 April 1907.
Wij hebben de eer U hierbij terug te zenden de verorde
ning op den handel in en den verkoop van melk in afschrift
ingezonden bij Uwe missive d.d. 23 Maart j.l. No. 12 26 en
noodigen U uit de opmerkingen, waartoe deze verordening
ons aanleiding geeft aan den Raad mede te deelen, met voor
stel om door wijziging der verordening aan de gemaakte be
denkingen tegemoet te komen.
Artikel 14. Dit artikel schijnt aan bedenking onderhevig.
Immers er wordt voor den invoer van melk door melkver-
koopers, buiten do gemeente gevestigd, een bewijs geëischt
dat hunne lokalen ten genoege der Gezondheidscommissie,
binnen welker gebied hunne woonplaats is gelegen, zijn in
gericht. Ondersteld wordt dus hiermede dat de betrekkelijke
Gezondheidscommissies dit onderzoek zullen verrichten en
het betrekkelijk bewijs zullen afgeven. Of dit echter geschieden
zal is zeer de vraag. Een wettelijke verplichting der bedoelde
Commissie bestaat geenszins, zoodat het enkel van den goeden
wil der Commissies zelve afhangt, of het den melkverkoopers
binnen hun gebied mogelijk zal zijn melk in Leiden in te
voeren. Slechts indien ons uit overgelegde bescheiden bleek,
dat alle in aanmerking komende Commissies op zich nemen
het noodige onderzoek te verrichten en de betrekkelijke be
wijzen af te geven, zouden wij tegen dit artikel geen bezwaar
hebben. Ook aan het tweede lid kan natuurlijkerwijs een
Gezondheidscommissie geenszins de bedoelde herroepingsbe
voegdheid ontleenen.
Art. 16 jo. art. 13. Ons is het verband van deze artikelen
niet gebleken. Is de bedoeling dat in art. 13 aan Burge
meester en Wethouders een ongebreidelde bevoegdheid tot
onderzoek en goedkeuring gegeven wordt, of is Uw College
hierbij aan de normen van art. 16 gebonden?
Mocht het eerste het geval zijn, dan moeten wij ons hier
ten sterkste tegen verzetten, te meer waar Uwe verordening
in art. 16 een uitgewerkte regeling der te stellen eischen
bezit. Mocht dit echter niet het geval zijn en Burgemeester
en Wethouders bij een toepassing van art. 13 gebonden zijn
aan art. 16, dan dringen wij er zeer op aan, dat, om alle
onzekerheid in dit opzicht te vermijden art. 13 na art. 16