GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
27
II«EKOHEX STUKKEN.
N°. 50. Leiden, 5 Maart 1907.
In de Raadsvergadering van 27 Dec. j. 1. werd de behan
deling van de door onze Commissie herziene en bij den Raad
aanhangig gemaakte verordening op den handel in en den
verkoop van melk uitgesteld ten einde nader het advies der
gezondheidscommissie zou worden ingewonnen Dit besluit
werd genomen op voorstel van den Heer van der Lip, die
het motief daartoe ontleende aan den inhoud van het toen
juist bij den Raad ingekomen adres der Melkverkoopers-ver-
eeniging «Eensgezindheid zij ons doel." Nadat het besluit tot
verzending naar de Gezondheidscommissie genomen was,
hebben Burg. en Weth. gemeend goed te doen met aan die
zelfde commissie, van welke immers het oorspronkelijk ontwerp
der verordening afkomstig is, ook om advies te verzenden
de verschillende door de Heeren Sijtsma, Fokker, Meuleman
en Stigter ingediende amendementen, terwijl het adres met
toelichting der Ned. Melkhygiënische Vereenigirig te Twello,
waarbij eveneens bezwaren tegen de verordening ontwikkeld
zijn, dienzelfden weg is opgegaan.
De Gez. C. heeft bereidwillig op uitvoerige wijze
omtrent al deze stukken van voorlichting willen dienen en
wel bij twee adviezen van 12 Februari j.l., welke, met de
overige stukken van het dossier, in den leeskamer zijn neer
gelegd.
Onze Commissie, in wier handen deze adviezen door Burg.
en Weth. zijn gesteld, acht het overbodig om na de breede
toelichting daarbij door de Gez. C. betreffende al de door
haar behandelde stukken gegeven, nog veel hieraan toe te
voegen. Genoeg zij het, voor zooveel den inhoud daarvan in
het algemeen betreft, hier aan te teekenen, dat de grieven
voor 't meerendeel ongegrond en wijziging der verordening,
wat 't technische gedeelte betreft, ongeraden geoordeeld worden,
terwijl, wat meer bepaald het bezwaar der Twello'sche Ver-
eeniging aangaat, op den voorgrond wordt gesteld dat aan
dit adres geen meerdere waarde is toe te kennen dan die
het, gelet op zijne wording, bezit, als zijnde dit door het
bestuur, gehoord de inlichtingen van enkele niet genoemde
heeren, samengesteld. En waar dan in dit adres als model
de melkverordening van Dr. Mouton aangeprezen wordt, daar
betwist de Gezondheidscommissie uitdrukkelijk de beweerde
superioriteit dezer proeve van wetgeving, als zijude veeleer
tegen de fraudes in de praktijk van den melkhandel niet be
stand en dies als wetgevend produkt onbruikbaar.
Het komt onze Commissie voor, dat, waar het bij uitstek
deskundig college zoodanig oordeel uitspreekt, er voor een op
zettelijk onderzoek van het gemeld ontwerp geen aanleiding
bestaat, te minder waar bij de behandeling van enkele artikelen
de gelegenheid niet zal ontbreken om wijzigingen in onze
verordening, door de M. H. V.2) bij haar adres aanbevolen,
nader te beschouwen.
Bij de respectieve artikelen zal ook kunnen behandeld
worden menig punt in het adres der M. V.3) aangevoerd.
Immers, al de in dit stuk ontwikkelde hoofdgrieven op
één na hadden, toen het inkwam, alreeds weerklank ge
vonden in amendementen en die ééne grief, waarmede dit
niet 't geval was, werd reeds wederlegd in onze toelichting
tot het ontwerp (zie blz. 117 lngek. St. 1906). Het betreft n I.
de door de vereeniging gewilde controle op de ingevoerde melk.
Wij toonden aan, dat voortdurend toezicht hierop te kost
baar wezen zoude en dat, volgens den directeur van den
keuringsdienstvan die zijde reeds van tijd tot tijd en met
goed gevolg inspectie bij de melkverkoopers plaats vond
Nu schrijft de vereeniging niet een geregelde controle
der veehouders, doch slechts eene op ongeregelde tijden te
wenschen; maar ook aldus uitgevoerd brengt die contrèle
niet onbelangrijke kosten mede wegens vermeerdering van
beambten als anderszins, gezwegen nog dat, waar de vee
houders meestal buiten deze gemeente woonachtig zijn, de
inspectie eerst bij aankomst alhier zal kunnen plaats vinden,
wat uitteraard een stelsel van uitgebreide surveillance
noodig maakt.
Wij blijven dan ook van gevoelen, dat de controle, zooals
die tot nog toe door den keuringsdienst van tijd tot tijd
geschiedt, doeltreffend werkt, terwijl de bepaling van art. 15,
waarop reeds vroeger door ons gewezen werd, zoo wij ver
trouwen onder medewerking van de besturen der omliggende
gemeenten, teweegbrengen zal, hetgeen ook adressanten wen-
schen, dat »ook de veehouders evenals de melkverkoopers
rekening houden met den keuringdienst."
Wij laten hieronder volgen enkele korte aanteekeningen be
treffende artikelen, waarbij wij ons in hoofdzaak bepalen tot die,
waarop amendementen door raadsleden zijn voorgesteld en
die waarin wij, naar aanleiding van opmerkingen in de
adressen, wijzigingen voorstellen.
Art. 2, le lid. Onderscheid te maken tusschen karnemelk
le en 2e soort, zooals de Heer Sijtsma en de M. V. willen,
wordt door de Gez. C. ontraden. De voedingswaarde die,
gelet op de beteekenis van dit product als voedsel, karne
melk behoort te bezitten, eischt dat een hoog gehalte aan
vetvrije stof gehandhaafd blijve. In strijd met adressanten
stelt de Commissie, dat zelfs al wordt in het kleinbedrijf
handkracht gebezigd bij het karnentoevoeging van water
kan gemist worden. Niettemin veroorlooft art. 6. die toe
voeging en, bij het overschrijden der hier gestelde grens,
kan het product nog als veevoeder dienen. De directie van
den keuringsdienst getuigt uit ervaring, dat onhygiënische
bereiding van karnemelk, vooral in den kleinhandel voor
komende. het toelaten van slechts ééne soort karnemelk
gebiedend eischt.
Art. 2, 3e lid. De lezing door den Heer Fokker voorgesteld
neemt Uwe Commissie over, zoodat het 3e lid alsnu luidt:
„Indien in het gebouw of op het erf van een melkverkooper
melk aanwezig wordt bevonden in eene grootere hoeveelheid
dan 3 Liter, zoo wordt de aanwezige mek geacht ten verkoop
aanwezig te zijn."
Art. 4, 2e lid. Het betreft een hier den melkverkooper aan
de hand gedaan middel tot redres, voor het geval deze, bij
ondeugdelijk bevinden zijner melk, die samenstelling toeschrijft
aan zijn leverancier. Hij kan dan het nemen van een controle-
monster tot onderzoek, van den keuringsdienst vorderen en
blijft van bekeuring vrij, voor het geval dit onderzoek bij den
leverancier in diens nadeel uitvalt Voorgelicht door den
keuringsdienst, vreest de Gezondheidscommissie dat voortaan
nu ieder melkverkooper het hier geboden middel zal aan
grijpen om zich voor vervolging te trachten te vrijwaren en
stelde daarom aanwending van dat middel afhankelijk van
een dépot door den melkverkooper van f 10.welk gestort
bedrag zou worden teruggegeven aan den in het gelijkgestelden
melkverkooper.
Uwe Commissie liet den eisch van het dépot vervallen,
maar in aansluiting met de Gezondheidscommissie, die de be
paling, zooals onze Commissie ze voorstelt «een achteruitgang
in den bestaanden toestand" rekent, stelt nu de Heer Fokker
voor het voorschrift in zijn geheel weg te laten. Wij kunnen
ons ten slotte hiermede vereenigen, zoodat de bestaande toe
stand, waarin de keuringsdienst beoordeelt of er termen be
staan om een controle-monster te nemen, blijft gehandhaafd.
Art. 6. In verband met zijn amendement op art. 2, stelt
de Heer Sytsma voor als karnemelk 2e soort toe te laten,
die welke een gehalte aan vetvrije stof van 5 en overigens
dezelfde eigenschappen als de 1ste soort bezit. Het amende
ment op art. 2 hebben wij reeds ontraden en vestigen dus
alleen terloops er de aandacht op, dat, blijkens de overgglegde
adviezen, dit amendement technisch niet bruikbaar is, omdat
voor de 2e soort karnemelk een ander soortelijk gewicht dan
voor de le soort zou dienen vastgesteld te worden.
Art 10. De M. V, wil voor perceelen, alwaar een nortonpomp
aanwezig is, den eisch, dat die bij de duinwaterleiding moeten
zijn aangesloten, doen vervallen.
De Gez C. merkt op, dat nortonwater, als zijnde praktisch
bacterieënvrij, wel als koelwater kan worden gebezigd maar
tot drinkwater ongeschikt is. Trouwens, art. 24 der Verordening
op bouwen en sloopen eischt in ieder bewoond perceel de aan
wezigheid van een middel van watervoorziening «in staat om
goed drinkwater en werk water in voldoende mate te leveren."
Art. 17. Het amendement van den heer Fokker om toe te
voegen het woord »room", wil de Gez. C., met het oog
op de melksalons, aangevuld zien met de woorden «cacao en
chocolade". Uwe commissie stelt alsnu voor, die drie woorden
in alinea 2 op te nemen.
Art. 20. De hier door de M. H. V. aanbevolen toevoeging
vindt eenige instemming bij de Gez. C. Uwe Commissie
stelt echter een gewijzigde redactie voor, luidende:
«Van dit verbod kan door Burg. en Weth., gehoord de
gezondheidscommissie, ontheffing worden verleend, zoo noodig
onder voorbehoud dat te stellen voorwaarden worden vervuld."
Art. 21 (nieuw) beoogt, naar de voorsteller de Heer Meule
man wil, den melkconsument te beveiligen tegen besmetting
Voor Gezondheidscommissie is gezet: Gez. C.
Voor Uederl. Melkhygiënische Vereeniging is gezet: M. H. V.
Voor Melkverkoopers-Vereeniging is gezet: M. V.