GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
23
INCEKONEN STUKKEN.
N°. 35. Leideti, 5 Februari 1907.
De Commissie van Financien heeft de eer IJ mede te deelen,
dat zij geen bezwaar heeft tegen den staat van af- en over
schrijving op de begrooting voor 1907, gevoegd bij de voor
dracht van Burg. en Weth. opgenomen onder no. 33 der Inge
komen stukken, tot vinding van de gelden benoodigd voor de
belooning van een tijdelijken klerk aan het Oud-Archief, indien
de Raad het daarvoor vereischte bedrag van ƒ300 beschikbaar
stelt.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien.
No. 36. Leiden, Li Februari 1907.
In het hierbij overgelegd adres van de afdeeling Leiden van
den »Bond van Nederlandsche onderwijzers" wordt op volledige
tegemoetkoming aan een zestal daarin ontwikkelde bezwaren
tegen de hier ter stede geldende salarisregeling van het on
derwijzend personeel aangedrongen.
Omtrent dat verzoek werd door ons het advies ingewonnen
van de Plaatselijke Schoolcommissie, dat in de Leeskamer
ter inzage is neergelegd
Kort en bondig wordt in dat advies de ongegrondheid van
de verschillende bezwaren in het licht gesteld. Met de klem
mende argumentatie van de commissie kunnen wij ons dan
ook ten volle vereenigen.
In de eerste plaats geeft de commissie blijk van hare ver
wondering over de indiening van dit adres, nadat betrekke
lijk nog zoo kort geleden, til. in Februari 1902, een nieuwe
salarisregeling zonder hoofdelijke stemming door den Raad
werd vastgesteld, welke regeling een hoogere uitgave voor
de gemeente van niet minder dan 15000.'sjaars ten ge
volge had. Dan wijst zij er op dat de toen vastgestelde rege
ling ook thans nog geacht kan worden aan billijke eischen
te voldoen. Immers waar een onderwijzer, die niets anders
dan zijn eerste acte behaald heeft, een maximum salaris van
900.— verkrijgen kan, welk bedrag voor een gehuwde nog
met 75.wordt verhoogd en waar daarnevens voor meer
aeten van bekwaamheid afzonderlijke verhoogingen worden toe
gekend, daar meent zij dat voldoende met de normale levens
behoeften van den onderwijzer hier ter stede wordt rekening
gehouden. Vergeleken met andere steden van ongeveer dezelfde
grootte, zoo merkt zij op, maakt Leiden dan ook volstrekt
geen slecht figuur.
Onder deze omstandigheden acht dus de commissie voor een
hernieuwde verhooging van de jaarwedden deronderwijzers geen
termen aanwezig, en dit te minder waar zulk een verhooging
der gemeente al weder op aanzienlijke offers zou te staan
komen. Zij wijst er op hoe b.v. alleen verhooging van het
minimum-salaris met f 50.en invoeging van één nieuwe
periodieke verhooging na 4 dienstjarenal weer een jaar-
lijksche hoogere uitgave van ongeveer 15000.zou mee
brengen. En indien nu mag worden aangenomen, dat de
bestaande salarisregeling aan billijke eischen voldoet, dan is
zulk een hoogere uitgave zeker allerminst gerechtvaardigd.
Ook de grief van adressante, dat vrouwelijke leerkrachten
niet even hoog bezoldigd worden als de mannelijke, komt ons
met de schoolcommissie ongegrond voor. Waar echter de
vraag, of ook aan de onderwijzeressen de laatste verhooging
van ƒ100.behoort te worden toegekend in Uwe Vergade
ring van den 27en Februari 1902 reeds van alle kanten is
bekeken, daar meenen wij, onder verwijzing naar het ver
slag dier raadszitting, bij dit punt thans niet langer te be
hoeven stil te staan.
Hetzelfde geldt ten aanzien van de tegemoetkoming in
woningbuur, welke adressante »zoowel aan ongehuwden als
aan gehuwden, zoowel aan mannelijke als aan vrouwelijke
leerkrachten" zou wenschen te zien toegekend. Ook daar
omtrent reeds deden wij van ons gevoelen in ons praeadvies,
opgenomen onder n°. 260 der Ingekomén Stukken van 1905,
blijken en aangezien bij de behandeling van het toen door
de afdeeling ingediend verzoek in de raadszitting van 9 No
vember 1905 geen der leden van Uwe Vergadering een
andere meening bleek te zijn toegedaan, meenen wij ook
dezen grief verder met stilzwijgen te mogen voorbijgaan.
Zoo blijft ten slotte nog het bezwaar van adressante over,
dat krachtens de hier geldende verordening, de periodieke
verhoogingen zouden worden toegekend als belooning voor of
erkenning van buitengewonen ijver en niet eenvoudig om den
ambtenaar, die zijn plicht doet, een behoorlijk salaris te ver
zekeren. De plaatselijke schoolcommissie wijst er op, hoe ook
deze bewering onjuist is. Immers nergens is in de verordening
van «buitengewonen ijver" sprake. Slechts van getrouwe plichts
betrachting. En hoe zou deze beter kunnen worden gecon
stateerd dan door een volkomen onpartijdige commissie van
tot oordeelen bevoegde personen, aan wie door Uwe Vergade
ring het plaatselijk schooltoezicht is opgedragen?
Alles te zamen genomen meent dan ook de Schoolcommissie dat
geen der in het adres aangevoerde bezwaren tot wijziging van de
bestaande salarisregeling behoort te leiden. Misschien echter,
merkt zij ten slotte nog op, zou wijziging gewenscht zijn ten
aanzien van de regeling van de gevallen, waarin verhoogingen
wegens bijacten worden toegekend. Op dit punt stelt zij zich
dan ook voor te zijner tijd terug te komen.
Waar nu ons college, gelijk wij boven reeds zeiden, zich
volkomen met het advies der Schoolcommissie kan ver
eenigen, geven wij U in overweging afwijzend op het verzoek
der afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche Onder
wijzers" te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Afdeeling
Leiden van den «Bond van Nederlandsche Onderwijzers",
(goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 22 Maart 1890, No. 28),
dat naar hare meening de salariëering der onderwijzers en
onderwijzeressen in Uwe gemeente, werkzaam bij het Openbaar
Lager Onderwijs, niet voldoende geregeld is, omdat:
ie. een minimum salaris van 500 beslist onvoldoende is;
2e. een maximum van /900 evenmin geacht kan worden
te voldoen aan wat een onderwijzer met een gezin noodzake
lijk behoeft;
3e. de opklimming van het salaris eveneens wijziging be
hoeft, zoowel wat den duur der perioden, als wat het bedrag
der verhoogingen betreft;
4e. er geen redenen zijn aan te voerenwaarom de vrouwe
lijke leerkrachten niet geheel en al dezelfde voorrechten zou
den genieten, als de mannelijke;
5e. de billijkheid medebrengt, dat de tegemoetkoming in
de woninghuur worde uitgekeerd zoowel aan ongehuwden
als gehuwden, zoowel aan mannelijke als vrouwelijke leer
krachten
6e. de beperkende bepalingen in de bestaande verordening
voor toekenning der verhoogingen in strijd zijn met het be
ginsel, dat die verhoogingen niet dienen mogen als belooning
voor, of erkenning Van buitengewonen ijver, maar slechts
het middel zijn om den ambtenaar, die zijn plicht doet, op
een bepaalden leeftijd een voldoend salaris te waarborgen;
redenen, waarom adressante, onder verwijzing naar de
bijgaande Memorie van Toelichting, Uw College verzoekt de
salarisverordening in deze gemeente zoodanig te herziendat
aan bovenbedoelde bezwaren volledig worde tegemoet gekomen.
Hetwelk doende enz.
Namens de Afdeeling Leiden van den
«Bond van Nederlandsche Onderwijzers".
J. M. VOS Jr., Voorzitter.
A. TUK, Secretaris.
Leiden, September 1906.
N°. 37. Leiden, 12 Februari 1907.
Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden het 2e suppletoir
kohier der plaatselijke directe belasting voor 1906, met 96
aanslagen, een belastbaar inkomen van 107722 en een
opbrengst van ƒ1594.60.
De proefdruk van dit kohier wordt aan de raadsleden toe
gezonden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 38 Leiden, 13 Februari 1907.
Den 30en April a.s. eindigt de pacht van het recht van
tolheffing van schepen, voertuigen en voetgangers aan de
Leiderdorpsche brug te Leiderdorp, waaraan verbonden de
huur van het koffiehuis met woning, stalling, wagenschuur
en verder getimmerte, gelegen in de Kerkbuurt aan het Schouw-
pad bij bovengenoemde brug, laatstelijk krachtens raadsbesluit
van 3 Maart 1904 voor den tijd van 3 jaren verhuurd aan
P. J. Ramaker, voor de som van 1800.'sjaars. Vóór
dien werd echter gedurende 20 achtereenvolgende jaren de
pacht telkens voor den tijd van 5 jaren aangegaan.
De pachter verzoekt ons thans andermaal voor den tijd van
5 jaren onder de bestaande condities in de pacht te worden
gecontinueerd.