DONDERDAG 10 JANUARI 1007. 1 Kitting van Donderdag 1© «Sanuarl 19Ö7. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van acht leden der commissie tot wering van schoolverzuim. (2) 2° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden op de be grooting, dienst 1906, ter voldoening van de verschuldigde rente van opgenomen kasgeld. (1) 3° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1907, ter voorziening in de behoefte aan kasgeld en betaling van de deswege verschuldigde rente. (1) 4° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1907, ter beschikbaarstelling van gelden voor de aan de afd. Leiden der Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde toegekende subsidie in de kosten van oprichting van een tuinteekencursus. (3) 5° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1907, ter beschikbaarstelling van gelden voor de aan de Vereeniging «Kennis is Macht" toegekende verhooging van subsidie. (3) 6° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1907, ter beschikbaarstelling van gelden voor de aan de R. K. ver eeniging tot wijkverpleging toegekende subsidie voor een op te richten 3e wijkgebouw. (3) 7° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1907, ter be schikbaarstelling van gelden voor de aan de Vereeniging tot bestrijding der tuberculose toegekende subsidie. (3) 8° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1907, ter beschikbaarstelling van gelden voor de subsidie aan het Muziekcorps der dienstdoende Schutterij. (3) 9° Verzoek van de «Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen" om te besluiten tot ont eigening, ten name der vereeniging van eenige perceelen in het stadsgedeelte, begrepen tusschen het Levendaal, de Geeregracht, de Kalverstraat en de Zijdgracht, en om haar een voorschot, benevens een bijdrage uit de gemeente kas te verleenen in de kosten dier onteigening en in de kosten van uitvoering van een plan tot verbetering van den woningstoestand in genoemd bouwblok. (315 van 19U6) 10° a. Verzoek van de Vereeniging van bezoldigde agenten van politie «Door Eendracht Saamgebracht," om herziening van de salarisregeling van de dienaren van politie. (280 van 1906, 4 en 5). b. Voorstel van de heeren Fokker c. s tot wijziging van art. 3 der verordening, houdende regeling van de be zoldiging der politiebeambten in de gemeente Leiden. 11° Behandeling van bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1906. (326 van 1906) Tegenwoordig zijn 29 leden, als de heerenEerstens, Stigter, Driessen, Timp, Bots, Fockema Andrese, Paul, de Boer, Bosch, Witmans, Le Poole, Zwiers. Zaalberg, Sytsma, van der Eist, de Vries, van der Lip, P. J. Mulder, van Gruting, Korevaar, de Goeje, Meuleman, Fokker, Reimeringer, Juta, Aalberse, Hasselbach, van Hamel en Vergouwen, alsmede de Burge meester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: van Tol, wegens familie-omstan digheden, en A. Mulder, wegens verhindering. De Voorzitter. Mijne heeren! Zooals te doen gebruikelijk is, heet ik U bij den aanvang van onze eerste bijeenkomst alhier in dit jaar, van harte welkom en breng U den gewonen heilgroet. Ik wensch daaraan toe te voegen, dat het mijn oprechte wensch is, dat het U en de Uwen in 1907 in elk opzicht voorspoedig moge gaan, en dat het ons gegeven worde, onder Gods onmisbaren zegen, onze werkzaamheden op deze plaats te verrichten in het belang en tot heil van deze stad en hare burgerij. Toejuiching De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van den 27sten December 1906 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Mededeeling van Mej. D. Gaastra, dat zij hare benoeming tot tijdelijk leerares in de Nederlandsche taal en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes aanneemt. 2°. Besluit van Gedeputeerde Staten, houdende vaststelling van de gemeenterekening, dienst 1905. 3°. Mededeeling van Gedeputeerde Staten, dat als 4e termijn 1906 van de uitkeering ingevolge de artt. 1 t/m 9 der Wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156), is betaalbaar gesteld een bedrag van f 31739.02. 4°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot verpachting van het grasgewas der plantsoenen aan J. Belt. 5°. Dankbetuiging van J. C. Geijp, kapelmeester en C. Dirkse, onderkapelmeester bij het muziekcorps der d.d. schutterij, mede namens het corps muzikanten, voor de gunstige be schikking ten opzichte van dat muziekcorps genomen in de Raadsvergadering van 27 December j.l. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbaren Heeren! Ondergeteekenden betuigen U, ook namens het Corps muzie kanten, hun welgemeende dank voor de voor hun zoo gunstige beschikking die U Edelachtbaren in de Raadszitting van 27 December 1906, over het muziekcorps wel hebt willen nemen. Met de meeste hoogachting hebben zij de eer te zijn Uw Edelachtbaren Dw. Dienaren Joh. C. Geijp, Kapelmeester d.d. Schutterij. C. Dirkse, Onder-kapelmeester. Leiden, Jan. '07. 6°. Missive van de heeren Dr. J. J. Salverda de Grave, B. J. H. Haitink, R. Horst, Aug. L. Reimeringer en H. L. Drucker, houdende mededeeling dat zij hunne ontslagaanvrage als leden der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs intrekken. Dit stuk luidt als volgt: Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Naar aanleiding van Uw schrijven van 8 December, No. 10 a/31, hebben wij gemeend te moeten terugkomen op ons besluit om het mandaat als lid van de Plaatselijke Com missie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs neer te leggen. De verzekering, ons door U namens de Raad gegeven, dat de raadsbesluiten die tot onze eerste stap gevoerd hadden, niet moeten worden opgevat als een uiting van gebrek aan vertrouwen, heeft de reden tot ons ontslag doen vervallen. Wij hebben de eer U te verzoeken dit ons schrijven ter kennis van den Raad te willen brengen. Gaarne voegen wij hieraan toe dat wij de vriendelike ge zindheid van Uw College, die uit Uw schrijven blijkt, op prijs stellen, en dat wij van onze kant gaarne zullen voortgaan een goede samenwerking tusschen de Commissie van Toezicht en het Dageliks Bestuur te bevorderen. J. J. Salverda de Grave. B. J. H. Haitink. R. Horst. Aug. L. Reimeringer. H. L. Drucker. Leiden, 5 Januari 1907. 7". Missive van Mr. H. M. A. Coebergh, houdende mede deeling dat hij zijn verzoek om ontslag als Secretaris der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs intrekt. Dit stuk luidt als volgt Leiden 9 Januari 1907. Ik betuig U mijn dank voor Uw schrijven van 29 December 1.1. en heb de eer U naar aanleiding daarvan beleefd te verzoeken aan den Raad te willen mededeelen dat ik aan zijn uitge- drukten wensch heb voldaan en mijn verzoek tot ontslag als Secretaris der Commissie van Toezicht op het middelbaar onderwijs heb ingetrokken. Hoogachtend uw dw. dr. H. M. A. Coebergh. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: Verzoek van de Leidsche Bouwmaatschappij om wijziging van het ter visie liggend plan van uitbreiding der gemeente of toekenning eener schadeloosstelling Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigde eerbied te kennen, de onder geteekenden namens het bestuur der Leidsche Bouwmaat schappij gevestigd te Leiden, dat zij kennis genomen hebben van het op nieuw ter inzage liggende plan van uitbreiding der gemeente Leiden, dat zij gezien hebben dat over het aan de Maatschappij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 1