13 worden toegegeven. Immers de gemeente archivaris zegt aan I gesticht een jaarlijksche subsidie te geven van 30 per het slot van zijn aan ons uitgebracht rapport het volgende: kind, dat ingevolge verzoek van ons college in het gesticht »L)oor H. II. regenten wordt in hun adres van 11 Juli 1.1. wordt opgenomen; er op gewezen, dat kinderen, eenmaal als houkinderen opge- 2°. te besluiten aan het H. G. of Arme Wees- en Kinder- nomen, niet meer ten hunnen laste zouden zijn, zoodra de huis een jaarlijksche subsidie te geven van 50.— per kind verblijfplaats der ouders bekend is voor ieder kind dat, zonder dat Regenten daartoe verplicht Dit is volkomen juist voor den toestand van het Weeshuis I zijn, ingevolge ons verzoek in het weeshuis ter verpleging voor 1774, doch voor het tegenwoordige acht ik dit zeer wordt opgenomen. betwistbaar, daar wel het Weeshuis door het bekend worden a„n Hon Pomoonfo^oH n w +r, r -a der verblijfplaats niet meer tot onderhoud is verplicht, doch Aa" den Gemeenteraad- üurg. en Weth. van Leiden. het vervallen van den onderhoudsplicht voor het hiermede verbonden houhuis op goede gronden mag worden betwijfeld." Regenten van het Heilige Geest of Armen Wees-en Kinder- Waar dus, en door Regenten werd dit dan ook ten slotte huis zien zich genoodzaakt zich tot Uwen Raad te wenden niet ontkend, bij de beantwoording van de vraag of wij al met het beleefde doch tevens dringende verzoek in het vervolg dan niet met houkinderen te doen hebben, alles af hangt van aan hun gesticht eene jaarlijksche subsidie toe te kennen. Ter het tijdstip waarop die kinderen in het weeshuis werden ondersteuning van dit verzoek nemen zij de vrijheid het vol- opgenomendaar werd ten slotte overeengekomen, dat Re- geilde onder uwen aandacht te brengen: genten een onderzoek zouden instellen 1o. naar de omstan- Ge rekeningen over de jaren 1903'en 1904 sloten met een digheden waaronder de in het gesticht verpleegden, voor nadeelig saldo resp. van 152.59s en 251555. zoover geen weezen, destijds waren opgenomen en 2o. van Oorzaken van dezen finantieelen achteruitgang zijn voor- welke der in het gesticht als houkinderen opgenomen kin- namelijk de meerdere uitgaven ten gevolge van: deren thans de verblijfplaats der ouders bekend was en voorts 1°. het steeds toenemend aantal verpleegden, dat zij aan ons college een opgave zouden verstrekken van de 2°. de betere voeding, kleeding en ligging, die door het kinderendie naar hunne meening niet als houkinderen kon- tegenwoordige bestuur dringend noodzakelijk geacht werd. den worden aangemerkt, opdat daaruit zou blijken welke 3°. verbeteringen van het gebouw, die uit een hygiënisch steun aan het gesticht zou worden verleend, indien over- oogpunt noodzakelijk waren. Volgens onzen geneesheer zijn eenkomstig ons voorstel mocht worden besloten. Tevens echter nog veel meer verbeteringen noodig, maar uit gebrek aan de zou door Regenten nader worden overwogen of de gevoerde noodige middelen hebben wij ons tot dusverre alleen tot het besprekingen hen alsnog tot wijziging van het ingediende hoog noodige bepaald. verzoek zouden kunnen leiden. 4°. verhooging der salarissen van het personeel, overeen- Wij ontvingen daarop den 2öen Mei een opgave van Regenten komstig de eischen des tijds. van de verblijfplaats van verschillende inmiddels opgespoorde Het behoeft zeker geen betoog, dat Regenten, inziende dat ouders. Deze opgave bracht echter de zaak niet verder. Immers het te kort hierboven genoemd niet wordt veroorzaakt door van de omstandigheden, waaronder die kinderen werden op- uitgaven van tijdelijken aard, maar een gevolg zijn zoowel genomen, werd ons geen mededeeling gedaan. Intusschen van aangebrachte zeer noodige verbeteringen, die voortdurend lieten wij door de buurtcommissarissen een onderzoek doen meerdere uitgaven vereischen als van het vermeerderde aantal naar de geldelijke omstandighedenwaarin de inmiddels opge- verpleegden, er groot bezwaar in zien pogingen in het werk spoorde ouders verkeerdenten einde tot de wetenschap te te stellen om het te kort, waarvoor zij staan, te dekken door geraken of wellicht verscheidene kinderen thans weer zonder het kapitaal aan te spreken. Immers het is te voorzien dat bezwaar aan hun ouders konden worden teruggegeven, zoodat waar de meerdere uitgaven voor verreweg het grootste gedeelte het weeshuis op die wijze niet onbelangrijk zou kunnen wor- van blijvenden aard zijn, dan ieder jaar het kapitaal zou moeten den ontlast. Maar ook dat onderzoek leverde niet veel op. worden aangesproken, wat ten gevolge zou hebben dat dit Wèl bleek, dat de meeste dier ouders in zoo behoeftige om- langzamerhand zou inteeren en dus tegenover de vermeerde- standigheden verkeerden dat zij niet behoorlijk voor de op- ring van uitgaven jaarlijks een vermindering van inkomsten voeding hunner kinderen zouden kunnen zorgen; althans dat zou komen te staan, daargelaten nog dat Regenten voor een het zeker niet in het belang dier kinderen zou zijn, indien zij dergelijke afschrijving zeer zeker de vereischte goedkeuring van weder aan dezen werden overgelaten. de daarvoor aangewezen autoriteiten niet zouden verkrijgen. Eindelijk in September van het vorige jaar besloten wij, Het is om deze reden dat Regenten het hun plicht achten ten einde deze zaak eindelijk tot klaarheid te brengen, zelf pogingen in het werk te stellen om hun inkomsten te zien in de archieven van het Raadhuis een onderzoek in te stellen, vermeerderen en de meest voor de hand liggende weg om hoeveel kinderen in de laatstverloopen 18 jaren (immers de daartoe te geraken kwam hun voor om aan het Gemeente- verpleging in het weeshuis duurt tot het 19e jaar voort) op bestuur een jaarlijksche subsidie te verzoeken, ons verzoek waren opgenomen zonder dat verplichting tot Wat toch is het geval? In ons gesticht worden op het oogen opneming bestond, en welke van die kinderen thans nog in blik verpleegd 183 kinderen. Hieronder zijn 87 zoogenaamde het weeshuis werden verpleegd. En nu bleek uit een zeer houkinderen, dat zijn door hunne ouders verlaten kinderen, moeielijk en langdurig onderzoek, waarbij de over ieder kind die door ons op verzoek van Burgemeester en Wethouders zijn gewisselde correspondentie stuk voor stuk moest worden opgenomen en voor de verzorging van welke verpleegden ons nagegaan, dat in den loop dier 18 jaren 42 kinderen, die niet door het Gemeentebestuur hoegenaamd niets vergoed wordt, als houkinderen konden worden beschouwd, op verzoek van Het is dan ook geen wonder dat in vroegere jaren ons gesticht ons college in het weeshuis zijn opgenomen en dat van die 42 van de gemeente een belangrijke jaarlijksche subsidie heeft kinderen 14 thans nog in het weeshuis worden verpleegd. genoten. Hoewel niet met besliste zekerheid te zeggen, meenen Het komt ons nu voor, dat het alleszins op den weg der wij toch voldoenden grond te hebben om aan te nemen dat gemeente ligt om voor die 14 kinderen een geldelijke tege- die subsidie f 10.000 per jaar heeft bedragen, waarbij wij moetkoming te verleenen. Immers van een verplichting tot het van belang achten er op te wijzen dat toen ter tijde het opname was te hunnen aanzien geen sprake: louter uit wel- aantal houkinderen ongeveer de helft bedroeg van het tegen- willendheid tegenover ons college en in het belang dier ver- woordige. waarloosde kinderen werd door Regenten tot hunne opneming Het is zeker niet ondienstig hierbij de vraag te stellen en overgegaan. in het kort te beantwoorden waarom aan deze subsidieering Wèl zijn er behalve deze 14 kinderen nog vijf anderen, die een einde is gekomen, evenmin onder de houkinderen te rekenen zijn, maar aangezien In het jaar 1873 is aan het Weeshuis ten deel gevallen een deze krachtens bijzondere overeenkomst werden opgenomen gedeelte der nalatenschap van den Heer M. Wijnaendts te en voor deze door de gemeente reeds een geldelijke bijdrage Maarsseveen, welk aandeel bedroeg ruim 100.009. In October wordt verleend, kunnen deze uit den aard der zaak niet van dit jaar hebben Burgemeester en Wethouders aan Regenten andermaal voor een subsidie in aanmerking komen. een opgave verzocht van het juiste bedrag van hetgeen het Het bedrag van de vergoeding voor de bovenbedoelde kinderen, Gesticht uit genoemde nalatenschap had ontvangen. Eerst in die, zonder verplichting, op verzoek van ons college door het Augustus 1874 kon het juiste bedrag aan Burgemeester en weeshuis worden opgenomen, zou nu naar wij meenen, Wethouders worden opgegeven en tegelijk daarmede berichtten in billijkheid kunnen worden bepaald op j 50.— per kind. Regenten aan Burgemeester en Wethouders dat zij meenden Dan zou dus de geheele subsidie op het oogenblik bedragen den Raad te moeten voorstellen nu het gemeentelijk subsidie f 700.'sjaars (behalve de f 150.die reeds voor de vijf te brengen op 5000 en het voor het vervolg telken jare met andere kinderen gegeven wordt), een bijdrage in de huis- 10 °/o van de hoofdsom te verminderen. Nu zou men naar onze houding van het gesticht, die naar het ons voorkomt niet meening een verkeerde gevolgtrekking maken wanneer men behoeft te worden versmaad. Die bijdrage zal echter uit den hieruit zou willen afleiden, dat Regenten van oordeel waren aard der zaak stijgen of dalen, al naar het aantal op ons dat zij na ontvangst van het legaat-Wijnaendts geen subsidie verzoek onverplicht opgenomen kinderen toe- of afneemt. meer noodig hadden. Wij steunen deze meening niet alleen Op grond van al het bovenstaande geven wij u dus ten hierop dat het bedrag van het subsidie veel grooter was dan slotte in overweging: de rente die het geërfde kapitaal zou afwerpen, maar voorname- 1° afwijzend te beschikken op het verzoek van Regenten lijk op het volgende belangrijke feit: van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis om aan het I Ten zelfden tijde dat het legaat-Wijnaendts aan het Wees-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 9