WOENSDAG 31 OCTOBER 1906. De heer Sijtsma. M. d. V. Naar aanleiding van de vraag door mij in de sectie gedaan over de invoering van het drie- ploegenstelsel bij de gasfabriekwensch ik hier nog iets te vragen. Tot op zekere hoogte kan ik tevreden zijn met het antwoord, dat ik nu ontvangen heb. Waar ik vroeger telkens wanneer ik eene dergelijke vraag deed, van den heer Juta ten antwoord ontving, dat Burg. en Weth. aan mijn verzoek geen gevolg konden of wilden geven, of dat het niet in het belang der werklieden was en dat deze het zelf niet wilden, wordt nu gezegd dat een grondig onderzoek zal wor den ingesteld. Het komt mij voor, dat echter dit onderzoek al eerder had behooren ingesteld tQ zijn. Thans zou ik nog willen vragen, of het nog lang zal duren voor de resultaten van het onderzoek ons bekend worden. Ik ben het verder niet eens met hetgeen verder wordt gezegd in de memorie van antwoordnl. dat de werktijden bij het drieploegenstelsel zich minder goed aansluiten aan den gewonen gang van het huis houden der werklieden, de schooltijden, enz. Verschillende werklieden, die ik heb gesproken, beweren, dat het veel beter zou aansluiten aan de huishouding. Dan toch werkt men van 6—2 uur, men komt dan tehuis en kan tehuis het middageten gebruiken en gaat dan weder naar de fabriek. De werktijden zullen afwisselend zijn van 6—12 uur, van 2-10 uur en van 10—6 uur. Moet de man nacht werken, dat is van 106 uur, dan kan hij den geheelen dag mee leven met zijn huisgezin. Werkt hij van 210 uur, dan eet hij met zijn gezin mee en werkt hij van 62, dan kan hij ook thuis het middagmaal gebruiken. Die regeling sluit zich dus in alles beter bij het huisgezin aan, dunkt mij. Burg. en Weth. zeggen ook, dat de menschen dan meer intens moeten werken; maar het komt mij voor, dat dit juist een voordeel is, waar de arbeidstijd wordt verkort. En eindelijk wordt nog gezegd, dat in de laatste vijf jaren zeker geen enkele gasfabriek is overgegaan om het drieploegenstelsel toe te passen. Nu heb ik dezer dagen nog juist gelezen, dat Nijmegen het heeft ingevoerd of zal invoeren. En wat betreft dat het niet zou meevallen in een niet al te groote fabriek, in een plaats, waar ik heb geïnformeerd, Leeuwarden, die kleiner is dan Leiden, bevalt de regeling uitnemend. Omdat nu de stokers de invoering gaarne willen en Burg. en Weth. niet opzien tegen de kostenzou ik gaarne willen vernemen, of inderdaad spoedig een onderzoek worde inge steld en het resulaat daarvan ons spoedig zal bereiken. Ik zeg dit ook, omdat mij bekend is, dat het Bestuur van den Bond, waarbij [de Leidsche gasbewerkers aangesloten zijn, voornemens is een agitatie voor 't drieploegenstelsel op het getouw te zettenhetgeen ik heb afgeraden. Hoe spoediger dus daarmede voortgang wordt gemaakt, hoe meer zal wor den gehandeld in den geest der werklieden en met hoe min der aandrang van buiten uit het zal geschieden. De heer Juta. Het is moeilijk eene bepaalde toezegging te geven, wanneer iemand vraagt, of een onderzoek spoedig zal zijn afgeloopen. Ik hoop van ja, en waar ik mijnerzijds iets daarvoor kan doen, zal ik het onderzoek bespoedigen en het resultaat daarvan meedeelen. Een beslist antwoord geven is echter wat moeilijk, dus zal men zich met deze toezegging tevreden moeten stellen. Wat de zaak zelf aangaat, zal men mij ten goede houden, dat ik daarop niet inga; zoolang de zaak in onderzoek is, waarin de Directeur van de gasfabriek een zeer werkzaam aandeel zal nemen, kan ik daarop niet vooruit loopen. Men zal dus wat geduld moeten oefenen en vertrouwen stellen in de Commissie voor de gasfabriek. Wanneer blijkt, dat die zaak wenschelijk is en met goed gevolg zal kunnen wor den toegepast, daar geloof ik, dat de Commissie er niet tegen op zal zien, wanneer die zaak geldelijke offers zal eischen. Maar meer kunnen wij niet zeggen. De heer Aalberse. Tot geruststelling van den heer Sytsma kan ik bij wat door den heer Juta is gezegd nog meedeelen, dat een gedeelte van het onderzoek reeds is afgeloopen. Ik heb namelijk persoonlijk, niet in kwaliteit van lid der Commissie voor de gasfabriekbij andere gasfabriekenwaar het drie ploegenstelsel bestaat en het twee-ploegenstelsel bestaan heeft, bij de werklieden geïnformeerd, wat de resultaten waren en hoe zij zelf over de zaak dachtenof die verandering al dan niet in hun belang was. Den uitslag van dat onderzoek heb ik eenigen tijd geleden in handen gesteld van den Directeur van de gasfabriek, die daarmede rekening zou houden bij zijn verder onderzoek. Het onderzoek bij de werklieden zelf is dus al ingesteldzoodat de zaak van beide kanten bekeken zal worden. De beraadslaging wordt gesloten. Het geheele volgn. wordt zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. De volgnrs. 1113 worden achtereenvolgens zonder ber. en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over volgn. 14, luidende: y>Leges ter Secretarie gehevenƒ2500. De heer Fokker. M. d V. Ik wensch hierbij even te wijzen op de vele drukfouten in de kiezerslijst. Mij is gebleken, dat het origineel van de lijst niet wordt bewaardmaar dat het gedrukte exemplaar het origineele is. En nu is mij in mijne hoedanigheid als lid van een stembureau gebleken, dat in de kiezerslijst zoodanige fouten voorkomen, dat iemand gevaar zou loopen daardoor, door een simpele drukfout dus, zijn kiesrecht te verliezen. Ik zou daarom Burg. en Weth. be leefd willen verzoeken het volgende jaar bij de samenstelling van de kiezerslijst, den daarmede belasten ambtenaar op het hart te drukken, vooral te zorgen, dat dergelijke drukfouten zooveel mogelijk worden vermeden. Het zou toch al te erg zijn wanneer iemand zijn kiesrecht verloor door eene fout van een ambtenaar of van den drukker. En ik zou nog willen vragen, of het geen overweging zou verdienen het origineele exemplaar, den legger, na het afdrukken te bewaren. De Voorzitter. De gewone correctie op het Stadhuis zou in dit euvel niet hebben voorzien; het is toch gebleken, dat er daarna eenige letters zijn uitgevallen op de drukkerij, nadat de laatste proef reeds was gezien. Toen de laatste proef was gecorrigeerd, was de Secretarie daarmede gede chargeerd, zoodat de fout geheel bij den drukker lag. Het bezwaar kan echter worden ondervangen, door de exemplaren nogmaals, wanneer zij van de drukkerij terugkomen, op de Secretarie aan eene revisie te onderwerpen. Overigens moet ik doen opmerken, dat een gebrek in de kiezerslijst eigenlijk door de kiezers zeiven moet worden gecontroleerd. Ieder kiezer kan en behoort ook zelf op de lijst na te zien, ook of een kolom achter zijn naam niet is ingevuld. De heer Fokker. Jawel, mijnheer de Voorzitter, maar hoeveel van de zesduizend en zooveel kiezers doen dat? Aan het bezwaar ware wellicht nog beter tegemoet te komen, door den legger volgens welken wordt gedrukt, te corrigeeren en als kiezerslijst te beschouwen. Ik vertrouw echter op uwe toezegging, dat voortaan dergelijke fouten zooveel mogelijk zullen worden voorkomen. De heer de Goeje. M. d. V. Het is niet de eerste maal, dat er klachten komen over fouten in de kiezerslijsten. Ik heb die zelf ook meermalen opgemerkt en zelfs eens of tweemaal een lijstje op het Stadhuis gegeven van de fouten, die ik erin had opgemerkt. Het ware wellicht wenschelijk den leden van de stembureaux te verzoeken om al de fouten, die zij in de lijsten opmerkente noteeren en die op het Stadhuis in te leveren. De Voorzitter. Uwe opmerking zal gaarne ter harte worden genomen. Overigens geloof ik, dat de eenig zekere weg is, om wanneer de stukken van de drukkerij terugkomen, deze nog eens wat de hoofdpunten betreft aan eene herzie ning te onderwerpen. Volgnr. 14 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De volgnrs. 15—24 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgn. 25 wordt, verhoogd met 1648, zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De volgnrs. 25—31 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgnr. 32 wordt, verminderd met ƒ3000.zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. Volgnrs. 33—35 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgn. 36 wordt aangehouden. Volgnrs 37—38 worden achtereenvolgens zonder beraadsla ging zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgn. 39, verhoogd met 474.—, wordt zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgnrs. 40—44 worden achtereenvolgens zonder beraadsla ging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgn. 45 wordt, verminderd met ƒ222zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgnrs. 46—54 worden achtereenvolgens zonder beraadsla ging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over volgn. 55, luidende: Andere ontvang sten ƒ11200 'De heer Fockema Andrew. M. d. V. A.an dit volgnummer zou ik even willen vasthaken eene vraag, die er misschien niet bij behoort. Om ze bij dit artikel ter sprake te kunnen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 23