WOENSDAG 31 OCTOBER 1906. 149 Zitting van Woensdag 31 October 1906» Geopend des namiddags te één uur. Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school in de Heerenstraat. (251) 2° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 2e klasse voor Jongens en Meisjes. (252) 3° Benoeming van eene tweede onderwijzeres in de hand werken aan de school der 4e klasse N°. 2. (254) 4° Voorstel tot verhuring van het perceel Aalmarkt N°. 6, aan de Wed. G. KargDoornaar. (253) 5° Begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1907. (234 en 243) Tegenwoordig zijn 30 ledenals de heerenBots. Bosch, Driessen, Le Poole, de Goeje, Fockema Andrese, Timp, Sijtsma, van der Lip, Paul, van der Eist, P. J. Mulder, Witmans, Vergouwen, van Tol, de Boer. Reimeringer, Zwiers, Aalberse, Juta, Eerstens, Korevaar, A. Mulder, Fokker, Zaalberg, van Hamel, van Gruting, Hasselbach, Meuleman, de Vries, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig is de heer van der Vlugt. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van den 18en October worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Mededeeling van Mr. C. H. Beekhuis, dat hij de be noeming tot lid der Commissie voor de Bewaarscholen aan neemt. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van H. W. Blote om continuatie in debetrek king van Stadsgeneeskundige. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Verzoek van P. A. de Gooyer, om Leidsche ingezetenen, agenten van Assurantie-maatschappijen, in de gelegenheid te stellenopgave van premiën te verstrekken voor de ver zekering van gemeente-eigendommen tegen brandgevaar. Dit stuk luidt als volgt: Leiden 22 October 1906. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Mijne Heeren, Hiermede bedoel ik alleen mijne adhaesie te betuigen aan het adres van den Heer J. J. de Cler, alhier, om "de ver zekering der Gemeente-gebouwen op te dragen aan een Leidscb burger, vertrouwende dat de Raad, daar waar het mogelijk is, den Gemeentenaren mede zal laten profiteeren van de uitgaven der Gemeenteopdat die niet door elders wonenden behoeven te worden genoten. Mocht U in beginsel hiertoe besluitendan verzoekt onder- geteekende zeer beleefd elk Leidsch burgerAgent van prima solide assurantie Maatschappijenin de gelegenheid te stellen, zijn premie op te geven, terwijl dan tevens de Gemeente absoluut zeker kan zijn, de goedkoopst mogelijke premie te betalen. Ik heb de eer te zijn Met de meeste hoogachting UEd. dw. dr, P. A. de Gooyer. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 3°. Verzoek van de vereeniging «Schoolkindervoeding" om voor het jaar 1907 een subsidie te mogen ontvangen van f 750.—. De Voorzitter. Ik stel voor, dit verzoek te stellen in handen van Burg. en Weth. De heer Fokker. U stelt voor, mijnheer de Voorzitter, dit adres te stellen in handen van Burg. en Weth. om praeadvies, maar zou het niet bij de begrooting kunnen worden behandeld? De Voorzitter. Wij hebben juist het adres gesteld in handen van de Schoolcommissie om daaromtrent te advisee- ren, dus is het op dit oogenblik niet vatbaar voor behandeling. De heer Fokker. Dank U, mijnheer de Voorzitter. Het verzoek wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 4°. Verzoek van Mej. Th. G. Huet, om het gebruik van het Gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor meisjes. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. De ondergeteekende The G. Huet, candidate in de rechten aan de Hoogeschool te Leidenheeft de eer aan Uw college te berichten, dat door haar en een aantal vrouwelijke stu denten aan de Hoogeschool is opgericht eene gymnastiek- vereeniging, waarvan zij met de dames G. R. J. Helfrich en A. C ter Spill het bestuur uitmaakt; dat deze vereeniging behoefte heeft aan een geschikt lokaal en gaarne voor de oefeningen gebruik zou willen maken van de gymnastiekzaal en de aanwezige hulpmiddelen in het gebouw der gemeente lijke Hoogere Burgerschool voor meisjes op de Garenmarkt alhier, en wel elke week des Dinsdags van 46 uur des namiddags; dat zij genegen is eenen billijken huurprijs hier voor, alsmede voor het noodige vuur en licht, te betalen, en aanvankelijk tot 15 Juli aanstaande wilde huren, met bevoegdheid harerzijds tot verlenging telkens met een jaar, mits zich voor 15 October van elk jaar deswege tot Uw college wendende; dat zij de kosten der daartoe op te maken akte wil dragen en wil treden in de voorwaarden, die Uw collége in 't belang der Gemeente en der school wil maken, waarom adressante verzoekt daartoe te willen besluiten. Leiden den 26en October 1906. The G. Huet. Jan van Goyenkade 11 De Voorzitter. Ik stel voor, op dit adres dadélijk te be schikken, en wel om deze reden. De betrokken schoolautoriteit heeft gunstig op het adres geadviseerd en bericht, dat het gymnastieklokaal van de Hoogere Burgerschool voor meisjes des Dinsdags tusschen 4 en 6 uur beschikbaar is. Op dien grond is bij ons tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar en stellen wij voor, daarop dadelijk te beschikkenomdat wij een schrijven hebben ontvangen van adressante, met verzoek om op het adres zoo spoedig mogelijk eene beschikking te krijgen, daar men gaarne Dinsdag 6 November met de oefeningen wil aanvangen. Aangezien daartegen onzerzijds geen bezwaar bestaat, stel ik voor, deze zaak aanstonds te behandelen. Tot dadelijke behandeling wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten, waarna eveneens zonder be raadslaging of hoofdelijke stemming op voorstel van Burg. en Weth. besloten wordt het verzoek onder de gewone voor waarden in te willigen. 5°. Verzoek van G. Japikse om eervol ontslag als Hoofd der Jongensschool le klasse. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. Verzoek van de afd. Leiden der Nederl. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde en van de Tuiniers- en Bloemisten vereeniging: »Door eendracht verbonden" om een subsidie van f 100,— per jaar te mogen ontvangen ten be hoeve van een op te richten tuinbouw-teekencursus. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 25 October 1906 Aan den Raad van de Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge- teekenden E. Th. Witte, Voorzitter en F. van Romburgh, Secretaris van de Afdeeling Leiden en Omstreken der Neder- landsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, alsmede B. van der Lelie, Voorzitter en A. Zwart, Secretaris van de Leidsche Tuiniers en Bloemisten-Vereeniging «Door Eendracht Verbonden", dat het hen op grond van de hierbij gevoegde Memorie van Toelichting gewenscht voorkomt, nogmaals te trachten hier ter stede een cursus in het Tuinteekenenhet aanleggen en onderhouden van tuinen in het leven te roepen; dat zich bereids een voldoend aantal leerlingen (een en twintig) daartoe hebben aangemeld; dat door den Heer Inspecteur van het Landbouwonderwijs een Rijkssubsidie voor dezen cursus in het vooruitzicht is gesteld dat de kosten aan dezen cursus verbonden op in de Memorie van Toelichting ontwikkelde gronden zeer hoog zijn en daar door de toegezegde inkomsten overschrijden; reden waarom zijonder overlegging van het leerplanhet reglementde begrooting en de lijst der leerlingen Uw College eerbiedig verzoeken, tot nader opzegging toe, ten behoeve van dezen cursus hen in het genot te stellen van een jaarlijksche subsidie ten bedrage van: Een honderd Gulden. 't Welk doende namens het Bestuur van de Afdeeling Leiden en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde E. Th. Witte, Voorzitter F. van Romburgh, Secretaris namens het Bestuur van de Leidsche Tuiniers en Bloemisten-Vereeniging «Door Eendracht Verbonden" B. v. d. Lelie, Voorzitter. A. Zwart, Secretaris. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 1