WOENSDAG 31 OCTOBER 1906, 165 in deze een belangrijk aandeel, dat het aantal kinderen zoo groot is; maar daarbij moet ook niet worden vergeten, dat de hoofden in overleg met de klasse-onderwijzers de zaak exact behandelen en er zeer veel werk van maken. Uit de opgaven die wij krijgen, blijkt dit Van elk aangewezen kind blijkt ook, waar het woont enz., en verbaasd heb ik gestaan, dat er in Leiden zooveel armsten van de armen zijn. Het zijn geen kinderen van werklieden in hoofdzaak, die van kinder voeding gebruik maken, het zijn allen z.g. vierden-en vijfden- standers. Voordat onze Vereeniging bestond, wist ik niet, dat in Leiden toestanden heerschen, als er blijken te heerschen. Overal uit poorten, sloppen enz. komen de kinderen vandaan het schreit ten hemel, dat dergelijke dingen bestaan, zooals zij bestaan. Wat betreft de verdeeling van het aantal kinderen over de verschillende scholen, zijn er 268 van de bijzondere scholen en 346 van de openbare. Dat is het geval geweest in den af- geloopen winter, en zooals ik tot heden voor zeker heb ge hoord, heeft zich ongeveer nu weer hetzelfde aantal kinderen opgegeven. In verband met den finantieelen toestand van de vereeniging Schoolkindervoeding zou ik dus gaarne wen- schen, dat wij kregen een subsidie van f 750.Mocht dat niet gebeuren, dan zullen wij inderdaad verplicht zijn de zoogenaamde verdeelingsdagen in te korten Wanneer nu op den voorgrond staat, dat schoolkindervoeding nuttig is, dan moeten wij zeggen, dat de voeding eigenlijk eiken dag- moest plaats hebben; maar nu dat niet het geval is, omdat er geene finantiën zijnzouden wij die voeding in ieder geval om den anderen dag willen blijven geven. Wanneer wij nu f 250.meer krijgen boven de gewone subsidie, dan zullen wij het een heel eind sturenook in verband met de bijzondere collecte, die werklieden en andere vereenigingen voor ons houden. Wanneer de kinderen driemaal in de week te eten krijgen, dit wil ik nog even zeggen, dan vereischt dat eene uitgaaf van f 2285.— De Voorzitter. U is eigenlijk bezig aan de verdediging van het adres van de vereeniging, om meer subsidie te krijgen, terwijl eenige bestrijding van het door ons voorge steld subsidie nog van niemand is vernomen. De heer Witmans. Ik dank U zeer, mijnheer de Voorzitter, ik ben bijna aan het eind van wat ik had te zeggen. Alleen dit wil ik nog doen uitkomen, dat wij totaal noodig hebben /'2300.om de allerarmste schoolkinderen uit Leiden om den anderen dag behoorlijk te voeden. Nu spreek ik nog niet van kleeding en schoeisel, want met het oog op den finantieelen toestand onzer kas is dat niet mogelijk. De A^oorzitter. Ik zal mij bij mijn antwoord alleen be palen tot de bestrijding, welke die post in de Afdeelingen heeft gevonden en in het antwoord van Burg. en Weth. In de eerste plaats kom ik dan op de opmerking van den heer Fokker, dat Burg. en Weth. in hun antwoord generaliseeren en zeggen, hoe gebleken was, dat de kinderen veelal van de verstrekte gaven misbruik maken. De Fokker leest daarin iets wat er niet staat, althans niet is bedoeld, want de kinderen, van wie hier sprake is, zijn de kinderen, van wie in de secties is gesproken. Verschillende leden meenen, dat niet altijd de gaven door de kinderen op prijs worden ge steld en dat dikwijls op willekeurige wijze met het aanwijzen van kinderen werd gehandeld. Dat is het verband, waarin die zinsnede moet worden gelezen. Daaromtrent nu wensch ik dit op te merken, dat de heer Witmans ondanks zijn verdediging der zaak, toch heeft verklaard, dat ook hem klachten waren ter oore gekomen. En mij is van meer dan één zijde medegedeeld, dat de gaven dikwijls allesbehalve werden gewaardeerd, en niet door slechts enkele kinderen, maar door vrij velen, die hiervan profiteerden. Wel een bewijs, dat men met vermeerderen van het subsidie eenigs- zins voorzichtig moet zijn. Daar komt nog bij en ik weet dit uit een andere Gemeentewaar ik vroeger gewoond heb dat ontzettend veel afhangt, van de wijze, waarop de hoofden van scholen die zaak introduceerenof zich veel of weinig kinderen aanmelden. De een doet het veel meer consciëntieus dan de ander. Wanneer b.v. in de school wordt medegedeeld, dat degeen, die het hebben wil, gratis voedsel kan krijgen, dan worden natuurlijk alle handjes in de hoogte gestoken. Gaat men echter meer te rade met den toestand van de gezinnen, er zijn hoofden, die daarvoor huisbezoek afleggen dan komt men tot gansch andere resultaten. Vandaar dat van gelijksoortige scholen, voor de eene school een groot aantal kinderen wordt opgegevenen aan de andere zeer weinig. Dat is het, geloof ik, wat door sommige leden in de sectie is bedoeld, dat namelijk dikwijls door enkele hoofden minder oordeelkundig wordt gehandelddan noodig schijnt. De heer Witmans. M. d. V. Ik zou nog even willen zeggen, dat ik er bij blijf, dat het enkele geval, dat mijter oore is gekomen, geen reden kan zijn, om de subsidie niet te verhoogen. Dat is een zaak van later zorg; daar kom ik dus zoo noodig later op terug. U spreekt ervan, dat sommige hoofden van scholen niet zoo consciëntieus te werk zijn gegaanen dat de kinderenals zij de handjes maar opsteken, tot den disch worden toegelaten. Dat is de kwestie niet, zoo is het ook niet. Het hoofd van de school, met de klasse onderwijzers, stellen wel degelijk eerst een onderzoek in, vóór ons de lijsten worden gezonden. Nu is het toch van het bestuur van Kindervoeding niet te vergendat men elk jaar persoonlijk ook nog onderzoek doet. Dat huisbezoek heeft een enkele keer plaats gehad ik heb er ook aan mede gedaan en men is toen tot de conclusie gekomen, dat een schoolhoofd met één gezin wat te ver was gegaan. Dat betrof een gezinwaar de vader voldoende verdiendemaar dronk, en de moeder met de kinderen honger leed. Ik stond toen op het standpunt, en nog, dat zoo'n kind toch tot den disch moest worden toegelatenen dat geschiedde ook. Ik zal er verder niet over spreken, maar hoop, dat wij f 250.— subsidie méér zullen krijgen. De heer Fokker. M. d. V. Ik ben dankbaar voor de inlichtingen, die ik heb gekregen. Maar wij hebben nu in de vorige vergadering van U vernomen, dat wij eene wet moesten verklaren naar de letter en niet naar de toelichting. En ditzelfde zal toch wel gelden, van de uitlegging van het antwoord van Burg. en Weth. En nu houd ik mij aan de lettei- enU verwijst naar de toelichting, die U hier in de vergadering mondeling geeftNu weet ik heelemaal niet meer hoe ik 't heb. Maar bovendien, waar in het sectieverslag staat, dat »dekinderen veelal misbruik maken, daar meen ik wel te mogen zeggendat ook dat een veel te algemeene term was evenals die in het antwoord van Burg. en Weth. gebruikt. Voor de toelichting in uw antwoord blijf ik U echter ten zeerste dankbaar! De Voorzitter. Ik wil naar aanleiding van wat de heer Witmans gezegd heeft even opmerken om alle misverstand te voorkomen dat ik het woord »conscientieus" later ver anderd heb in «onoordeelkundig". Ik heb ook gedoeld op de door mij vroeger bewoonde gemeente. Maar vast staat, dat op gelijksoortige scholen het aantal kinderendat voor school- voeding in aanmerking komt, dikwijls zeer uiteen loopt. Burg. en Weth. stellen voor. den post op f500.uit te trekken, in afwachting, dat die later door Gedeputeerde Staten zal zijn goedgekeurd. Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten Volgn. 154 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over volgn. 155, luidende iiKosten voor de middelbare scholenf 65221. De Voorzitter. Deze post moet worden verhoogd met f 775, voor twee tijdelijke leeraressen in het Duitsch. De heer Witmans. M. d. V. Mag ik hierbij eene enkele vraag doen? Ik heb gezien, dat Burg. en Weth. mijne op merking, dat de hoogere burgerschool voor meisjes eigenlijk is eene luxe-instelling, hebben gemeend met stilzwijgen te kunnen voorbijgaan. Ik ben 'een van hen geweest, die hebben gevraagd, of niet een hooger schoolgeld kon worden gegeven waarop wij ten antwoord krijgendat vele ouders van leer lingen, die deze school bezoeken, die verhooging niet zouden kunnen dragen. Ik zou nu willen vragen, of het dan niet mogelijk zou zijn, dat wij onder de oogen kregen de namen van de ouders wier kinderen daar school gaan, om met het kohier van de inkomstenbelasting te kunnen nagaan, of de meesten van hen inderdaad niet in staat zijn hooger schoolgeld te be talen. Ik ben van gevoelen, dat die ouders meer kunnen betalenen wanneer vaststaaten m. i. is dit zoodat het is eene luxe-inrichting en waarvoor geen Rijkssubsidie wordt gegeven, dan kan ik dit niet met stilzwijgen voorbijgaan. Het komt mij voor, dat ouders die hun kinderen kunnen laten profiteeren van het onderwijs aan de H. B. S. voor meisjes, veel grooter draagkracht hebben en meer schoolgeld kunnen betalen. De heer van Hamel. Er is geen bezwaar, om eene lijst met de namen van de ouders dier leerlingen in de Lees kamer neer te leggen; het is toch zeker niet de bedoeling om die lijst in druk te geven. Of dat evenwel zal leiden tot verhooging van het schoolgeld, moet ik betwijfelen. Mijne persoonlijke meening daarover kan ik wel geven, ik ben er niet vóór, en het verbaast mij zeer, dat de heer Witmans ook het beginsel aanhangt, om dit schoolgeld zoo hoog moge lijk te stellen. Het is altijd de lof geweest van de gemeente Leiden, dat hier niet zijn te hooge schoolgelden en dat wij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 17