102
aangenomen, blijkbaar met het oog op de uitkomsten, die
men er mee verkreeg. Men heeft n.l. destijds gemeend aan
geen vergunningslocaliteit een lagere huurwaarde te moeten
toekennen dan van f 50 per jaar en schatte de localiteit
waarvoor het meeste vergunningsrecht diende te worden
betaald op eene huurwaarde van 400De huurwaarde
der andere localiteiten moest dus daartusschen vallen
waartoe men. aanvangende met f 50 en eindigende met
f 400.— 36 klassen, onderling met f 10.— opklimmende,
vaststelde. Het geringste verbruik van sterken drank dat
men aannam, was 60 liter en de grootste bekende in
slag van dat jaar (1882) 5720 liter. Men paste ook hier
dezelfde verdeeling in 36 klassen toe, aanvangende bij 60en
telkens opklimmende met 160 liter en ging nu als volgt te
werk60 (liter) maal 100 (gulden huurwaarde buiten verband
met den omzet) 6000: (maakt de eerste klasse uit, dus
huurwaarde voor de berekening van het vergunningsrecht)
f 50. 220 (liter) maal 100 (gulden als voren) 22000 (tweede
klassedus huurwaarde) f 60.en zoo vervolgens. Hierdoor
ontstond het volgende staatjedat nu al 25 jaar bij de schat
tingen dienst doet en onder de vergunninghouders, die het
slechts op een afstand zieneen zekere beruchtheid heeft
verkregen
60 X 100 6000f 50.
220 X 100 22000: 60.
380 X 1°° 38000: 70.
540 X 100 54000: 80.
700 X 100 7000090-
860 X 100 8000010°-
1020 X 100 1Ö2000: 110.
1180 X 100 ll8000120.
1340 X 100 134000: 130.
1500 X 100 150000: 140.
1660 X 1°° 166000: 150.
1820 X 1°° 182000: 160.
1980 X 1°° 198000: 170.
2140 X 1°° 214000: 180.
2300 X 1°° 2300 0: 190.
2460 X 1°° 246000: 200.
2620 X 1°° 262000: 210.
2780 X 1°° 278000: 220.
51940 X 1°° 294000: 230.
3100 X 1°° 310000: 240.
3260 X 1°° 326000: 250.
3420 X 1°° 342000: 260.
3580 X 10° 358000: 270.
3740 X 1°° 374000: 280.
3900 X 1°° 390000: 290.
4060 X 1°° 406000: 300.
4220 X 1°° 422000: 310.
4380 X 1°° 438000: 320.
4540 X 1°° 454000: 330.
4700 X 1°° 470000: 340.
4860 X 1°° 486000: 350.
5020 X 1°° 502000: 360.
5180 X 1°° 518000: 370.
5340 X 1°° 534000: 380.
5500 X 1°° 550000: 390.
5660 X 1°° 566000: 400.
en zoo voort
Heeft nu b.v. een tapper, wiens localiteit buiten verband
met den omzet wordt getaxeerd op eene huurwaarde van
75, in het afgeloopen jaar 4000 liter drank ingeslagendan
is de berekening 4000 X 75 300000dit cijfer valttusschen
de 294000 en 310000, zoodat de huurwaarde zal worden
bepaald op een bedrag tusschen 230 en /"240. Was de fac
tor huurwaarde niet 75 maar b.v. f 110, dan krijgt men
4000 X 11° 440000 en dus een huurwaarde varieerende
tusschen f 320 en f 330. Zoo zal een aangenomen huurwaarde
van ƒ140 bij een verbruik van 8600 liter een huurwaarde
»in verband met den omvang van het bedrijf" geven van rond
f 800 (8600 X 140 1204000, en de 76e klasse is 12080
(liters) maal 100 1208000 met 800 huurwaarde.
Men ziet, dat op vrij eenvoudige wijze de huurwaarde met
den omzet in verband gebracht wordt en dat hier inderdaad
zooals de wet beveelt, «als grondslag voor de berekening van
het vergunningsrecht wordt aangenomen de jaarlijks te schat
ten huurwaarde, die de localiteit, in verband met den omvang
van het bedrijf, waarvoor de vergunning strekt, kan geacht
worden te bezitten'' (art. 20, 2e lid der Drankwet).
Nog eenvoudiger echter is het stelsel van den heer Hillenaar.
Hij neemt als basis van berekening aan de winst die gemaakt
wordt. Als deskundige in het tappersbedrijf weet hij hoeveel
verdiend wordt op een liter sterkendrank, wanneer die wordt
uitgeschonken tegen een prijs van b.v. 5, 6, 10 of 15 cent
per glas. Wordt bij een verkoopprijs van 6 cent per glas een
winst gemaakt van 30 cent per liter en wijst de opgave van
den Inspecteur der Directe belastingen een inslag aan van
6000 liter, dan is de berekening eenvoudig 6000 X 30 cent
f 1800 winst. Van dat bedrag mag de tapper om te kunnen
leven niet meer dan een vierde gedeelte aan huur verschuldigd
zijn. De huurwaarde van zijn localiteit mag dus niet hooger
gesteld worden dan f 450.—. Stel, dat een caféhouder zijn
sterkendrank verkoopt tegen 15 cent per glas en daarbij per
liter f 2 verdient, dan heeft hij bij een inslag van b. v. 1200
liter per jaar een winst van ƒ2400 en kan de huurwaarde
worden geschat op ƒ600.
Dit stelsel is voor wie met de koffiehuiszaken in Leiden
bekend is en dus weet tegen welken prijs in elke inrichting
verkocht wordt, het toppunt van eenvoud. Het biedt een zoo
uiterst gemakkelijke gelegenheid tot controle, dat, wordt het
gevolgd, onjuiste aanslagen schier uitgesloten zijn. Intusschen,
moge de billijkheid er misschien voor pleiten de winst als
basis aan te nemen bij de schattingen, de wet spreekt van
geen winst, maar eischt als grondslag de huurwaarde in
verband met den omvang van het bedrijf.
Waar de heer Hillenaar bij zijne schattingen eenvoudig
van de winst uitgaat beroept hij zich dan ook niet op de
wetmaar op de toelichting, die indertijd door den Minister
Modderman is gegeven.
Beide methoden hebben hunne eigenaardige verdienste en
schaduwzijde. Zoo goed als men bij het eerste stelsel kan
vragen, waarom bij de classificatie juist die cijfers en geen
andere zijn aangenomen, moet bij het tweede stelsel de vraag
rijzen, waarom de huurwaarde bepaald wordt op een vierde
gedeelte van de winst en niet b.v. op een derde, vijfde of
zesde gedeelte.
Intusschen, leiden deze verschillende wijzen van berekening
waarvan iedere deskundige voor zich geen duimbreed afwijkt,
dikwijls tot zeer uiteenloopende schattingen, er zijn nog andere
factoren, die aan eene verbetering der heerschende stemming
niet zeer bevorderlijk zijn. Zoo is de staat van den Inspecteur
der Directe belastingen, houdende opgave van het ingeslagen
gedistilleerd, niet altijd een juiste maatstaf ter berekening
van het verbruik. Zelfs al neemt men aan, dat de cijfers,
ook wat het percentage alcohol betreft, aan nauwkeurigheid
niets te wenschen overlaten, dan blijft nog altijd over, dat de
Inspecteur zelf geen betrouwbare gegevens ontvangt, aange
zien herhaaldelijk door vergunninghouders op naam van
anderen drank wordt in- en uitgeslagen. In hoeverre in de
juistheid der opgave verbetering is te brengen kan de Com
missie moeilijk beoordeelen, maar het schijnt haar dringend
noodig, dat daartoe althans pogingen worden gedaan
Met de mindere betrouwbaarheid der genoemde opgave staat
in nauw verband de omstandigheid, dat, wanneer ten aanzien
van een vergunninghouder het aangegeven cijfer van inslag
veel verschilt met dat van een vorig jaar, door de heeren
ChristiaanseCohen en van Lith het gemiddelde van de laatste
5 jaren wordt aangenomen. Niet alleen, dat daardoor fraude
niet zoo gemakkelijk het gewenschte resultaat heeft, maar
belangrijke in- of uitslagen op het einde, of bij den aanvang
van het jaar, die anders licht ongewenschte schommelingen
in het bedrag van den aanslag zouden veroorzaken, hebben
nu dat gevolg niet. Ofschoon de maatregel dus op zichzelf te
verdedigen is, geeft zij aanleiding tot krakeel zoo dikwijls
een vergunninghouder het in zijn belang acht, te wijzen op
het verbruik in een vorig jaar.
Voorts is thans aan de prudentie der deskundigen overgelaten
in hoeverre zij rekening wenschen te houden met verkoop
van sterkendrank per flesch en bij hoeveelheden van eenige
liters. Voor een deel kunnen de vergunninghouders met
accijnsdocumenten aantoonen hoeveel drank zij hebben uitge
slagen, maar het debiet per glas in verhouding tot dat per
grootere hoeveelheden verschilt toch dikwijls aanmerkelijk en
het zal dus meermalen tot onbillijke aanslagen leiden als
in dat opzicht allen over één kam geschoren worden, hetzij,
doordat men aanneemt (zooals de heer Hillenaar doet) dat in
den regel het 2/3 gedeelte wordt uitgetapt en x/s gedeelte bij
grootere hoeveelheid verkocht wordt, hetzij doordat men
(zooals de andere heeren) alle verkoop, uitgezonderd dien bij
hoeveelheden van '10 liter en daarboven op één lijn stelt.
Misschien is een van de oorzaken der heerschende onte
vredenheid gelegen in de omstandigheid, dat in de beide
laatste jaren verschillende schattingen zijn verhoogd, omdat
sedert de groote wijziging der Drankwet in 1904 de «verkoop
in het klein" zich uitstrekt tot verkoop bij hoeveelheden van
minder dan tien liter, terwijl vroeger elke verkoop bij een
hoeveelheid van twee liter of meer buiten beschouwing moest
worden gelaten. Intusschenis door dit meerdere in rekening te
brengen de huurwaarde verhoogd, dan heeft de vergunning
houder het aan den wetgever en aan niemand anders te
wijten, als hij de gevolgen daarvan op zijn aanslagbiljet
terug vindt.
liuurw. in
verband
Liters. huurwaarde. met omzet.