GEMEENTERAAD VAN LEDEN. 95 I \4. lCIt OM l'\ STEKKEN. N°. 224. Leiden, 17 September 1906. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden eene suppletoire begrooting, dienst 1906, strekkende: a. tot regeling op die begrooting van de bezoldiging van den Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwater-Maat schappij, door verhooging van volgn. 134, vKosten der water leiding" met 396.de bezoldiging is bij raadsbesluit van 21 Juni 1906 vastgesteld op 750.per jaar. b. tot verhooging van den begrootingspost volgn. 190, Rente van tijdelijk ter voorziening in kasgeld opgenomen gelden" met f 6800.ten einde de gelden beschikbaar te hebben om, zoo noodig, tot verlenging der thans loopende accepten tot 31 December van dit jaar te kunnen overgaan. Mocht vóór dat tijdstip een vaste leening zijn geplaatst, dan kan het te veel geraamde op dezen post strekken tot verhooging van volgn. 188, «Renten van geldleeningen." Tot dekking van deze hoogere uitgaven, te zamen f 7196. stellen wij U voor: 1°. Volgn. 11, Renten van kapitalen", sub b, te verhoogen metf 1250. voor de door de Gasfabriek verschuldigde rente van 5 van f 50000haar krachtens raadsbesluit van 7 Juni 1906 verstrekt tot versterking van haar bedrijfskapitaal; 2°. Volgn. 31, Ontvang sten ter zake van de waterleiding" te verhoogen met4500. Aangezien het aandeel der gemeente in de winst der Duinwater-Maatschappij over 1905 heeft be dragen 36000.— en voor 1907 een gelijk bedrag op de begrooting is uitgetrokken, kan de raming der winst over 1906 ad ƒ31500.gevoegelijk even eens tot f 36000.worden verhoogd. 3°. Volgn. 33. Ontvangsten ter zake van het krankzinnigengesticht Endegeest en het Sanatorium Rhijngeest" te verhoogen met1000. Het batig slot der exploitatie bedroeg over 1905 f26853 80 en is voor 1907 geraamd op ƒ27564.— terwijl over 1906 is geraamd f 26039.Eene hoogere ontvangst van ƒ1000.— kan mitsdien zonder bezwaar worden verwacht 4°. Volgn. 39, Opbrengst van het vergunnings recht wegens den verkoop van sterken drank in het klein" te verhoogen met446. De opbrengst heeft tot dusverre de raming met méér dan dit bedrag overtroffen. f 7196.— Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 225. Leiden, 21 September 1906. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van Dr. W. Stuurman geven wij u, overeenkomstig het advies der Com missie voor het Openbaar Slachthuis, in overweging aan Dr. W. Stuurman op zijn verzoek met ingang van 1 Januari 1907, eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van keurings veearts, tevens adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 1 September 1906. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekende Dr. W. Stuurman, Keunngs-veearts, tevens adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis, dat hij in verband met zijn benoeming tot directeur van bet Gemeente-Slachthuis te Alkmaar, eervol ontslag verzoekt uit zijn tegenwoordige betrekking, met ingang van 1 Januari 1907. 't Welk doende enz. W. Stuurman. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 226. Leiden, 21 September 1906. Ingevolge art. 7 van de verordening van 18 September 1902 (Gem. BI. n°. 13) moet voor de benoeming van een keurings veearts, tevens adjunct-directeur van het openbaar slachthuis, een voordracht van twee personen bij Uwe Vergadering worden ingediend. Aan dit voorschrift kan evenwel, bij de vervulling der vacature, welke zal ontstaan door het aan Dr. Stuurman te verleenen ontslag, tot ons leedwezen niet voldaan wordenaangezien zich slechts één sollicitant heeft aan gemeld en van een hernieuwde oproeping de opkomst van meer sollicitanten niet te verwachten is. En waar nu, naar de commissie voor het slachthuis ons mededeelde, deze solli citant, de heer F. C. Keyser, veearts te den Burg op Texel, voor de betrekking alleszins geschikt mag worden geacht, daar geven wij u met die commissie in overweging ditmaal met de voordracht van één persoon genoegen te nemen en tot de benoeming over te gaan. Mitsdien stellen wij u voor den heer F. C. Keyser te be noemen tot keuringsveearts, tevens adjunct-directeur van het openbaar slachthuis Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 227. Leiden 21 September, 1906. In overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na ingewonnen bericht van het Hoofd der School hebben wij de eer U de volgende voordracht aan te bieden ter vervulling der vacature, ontstaan door het aan den heer P. C. G. A. Wijkmans verleend eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare School der 3e klasse N°. 3. 1°. P. C. G. A. WIJKMANS, adjunct-inspecteur van politie, vroeger onderwijzer aan de school der 3e klasse N°. 3, 2°. J. F. VAN HES, onderwijzer aan de openbare School II te Gastricum. 3°. C. VROLIJK, tijdelijk onderwijzer aan de school Bad huiskade te Scheveningen. Onder mededeeling dat de stukken in de Leeskamer ter lezing zijn neergelegd, verzoeken wij U thans tot eene benoe ming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N° 228. Leiden, 21 September 1906. Ter vervulling der vacature, ontstaan door het aan den heer J. de Groot verleend eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare school der 3e klasse N°. 6, hebben wij de eer Uwe Vergadering hiernevens de volgende voordracht aan te bieden 1°. J. F. VAN HES, onderwijzer aan de openbare school II te Castricum 2°. C. VROLIJK, tijdelijk onderwijzer aan de school Bad huiskade te Scheveningen; 30. L. DE KONING, tijdelijk onderwijzer aan de school der 3e klasse N°. 6. Onder mededeeling dat deze voordracht is gemaakt in over leg met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school, en dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter lezing zijn nedergelegd, verzoe ken wij U tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 1