DINSDAG 4 SEPTEMBER 1906.
125
Zitting Tan Dinsdag 4 September 1906,
Geopend des namiddags le twee uur.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen
1° Bekrachtiging van de Algemeene Voorschriften van politie
door den Burgemeester uitgevaardigd. (201)
2° Benoeming van leden in de vaste Commissiënals
a. drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen
van den Voorzitter, (aftredende leden de H.H. A. I.
Witmans Mzn, Voorzitter, Mr. A. J. Fokker en A. L.
Reimeringer, leden);
b. twee leden van de Commissie voor de Strafverordenin
gen. (aftredende leden de H.H. Mr. S. J. Fockema
Andreae en Mr. E. de Vries);
c. drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke
verordeningen en uit dezen van den Voorzitter,
(aftredende leden de H.H. Mr. S. J. Fockema Andreae,
Voorzitter, Mr. J. C. van der Lip en H. Paul, leden);
d. twee leden van de Commissie van Fabricage, (aftredende
leden de H.H. J. J. Hasselbach en S. J. Le Poole);
e. twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief,
(aftredende leden de H.H. Mr. S. J. Fockema Andrese
en Dr. M. J. de Goeje);
f. twee leden van de Commissie voor het Openbaar
Slachthuis, (aftredende leden de H.H. D. van Gruting
en K. Sijtsma);
g. twee leden van de Commissie voor het Marktwezen,
(aftredende leden de H.H. A. 1. Witmans Mzn. en
D. van Gruting).
3° Benoeming van een Commissaris der Stedelijke Gasfabriek,
(aftredend lid de Heer S. J. Le Poole). (205)
4° Benoeming van een lid der Commissie van Beheer van het
Krankzinnigengesticht »Endegeest", en het Sanatorium
voor zenuwlijders »Rhijngeest". (aftredend lid Mr. E. de
Vries). (186)
5° Benoeming van een lid en een plaatsvervangend lid van de
Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het
Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente
Leiden, (aftredende leden de H.H. Mr. A. van der Eist
en Mr. J. C. van der Lip.
6° Benoeming van drie leden van de Commissie voor het
Stedelijk Museum »de Lakenhal". (207)
7° Benoeming van een lid der Commissie van toezicht op
het Middelbaar Onderwijs. (206)
8° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der
3e klasse n°. 5. (202)
9° Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting. (210)
10° Verzoek van J. Th. Rinkema om eervol ontslag als
onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de Jongens
school 2e klasse. (208)
11° Voorstel tot onderhandsche verhuring van het lokaal
boven het Waaggebouw. (203)
12° Voorstel om Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te
machtigen om de perceelen, gelegen aan den Rijksstraat
weg van 's-Gravenhage naar Haarlem tusschen het Sana
torium Rhijngeest en den Rijnsburgerweg aan de gas
leiding aan te sluiten. (204)
13° Verdeeling van den Raad in Sectiën.
Tegenwoordig zijn 29 leden, als de heeren: Aalberse, van
der Eist, Le Poole, Bots, Paul, Zwiers, de Goeje, Witmans,
Hasselbach, A. Mulder, Reimeringer, van der Lip, Fokker,
Driessen, Bosch, de Boer, van Tol, Sijtstma, P. J. Mulder,
v. Gruting, Timp, Zaalberg, Eerstens, de Vries, Vergouwen,
Meuleman, van Hamel, Korevaar, Juta, alsmede de Burge
meester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Fockema Andreae en van der
Vlugt, wegens uitstedigheid.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering
van 16 Augustus worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1#. Mededeeling van Mej. C. J. v. Timmeren, dat zij de
benoeming tot onderwijzeres met verplichte hoofdakte aan de
Meisjesschool 2e klasse aanneemt.
2°. Dankbetuiging van Mej. M. J. Sparnaay voor het haar
in de vergadering van 16 Augustus j.l. toegezegd pensioen.
3°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
goedgekeurde raadsbesluiten
a. tot aankoop van het perceel Prinsensteeg no. 2;
b. tot verhooging der begrooting, dienst 1906, met de voor
dien aankoop benoodigde gelden;
c. tot verhooging der begrooting, dienst 1906, voor de kosten
van verbouwing van het Raadhuis;
d. tot overbrenging van het dienstjaar 1905 op dat van
1906 van de benoodigde gelden voor de voldoening
van eenige onbetaald gebleven vorderingen; en
e. tot voldoening van die gelden uit den post voor on
voorziene uitgaven van 1906.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over
1°. Verzoek van de Vereeniging van bezoldigde agenten van
politie »Door Eendracht Saamgebracht", om herziening van
de salarisregeling der agenten van politie.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan
den Edelachtbaren Raad der Gemeente Leiden.
Geven eerbiedig te kennen, ondergeteekenden GERRIT
VAN PUTTEN en HENDRIK DORST, respectievelijk Presi
dent en len Secretaris der Vereeniging van bezoldigde agenten
van Politie: „Door Eendracht Saamgebrachtgevestigd te
Leiden, erkend bij K. B. dd. 13 Mei 1901;
dat zij, in opdracht van de op Maandag 6 Augustus ge
houden vergadering hunner Vereeniging hiermede de eer
hebben, het volgende onder de aandacht van Uw Edelacht
baar College te brengen;
dat met ingang van het jaar 1902 eene nieuwe salarisrege
ling voor de dienaren van politie is in werking getreden
waardoor hunne positie eenigermate werd verbeterd;
dat zij de meerdere inkomsten welke zij alstoen deelachtig
werden, weldra weer zagen verminderen door de invoering
van het Weduwen- en Kinderenfonds
dat weliswaar, onder meer ambtenaren, ook de agenten
2de en 3de klasse daarvoor eene tegemoetkoming kregen van
f 15.60 per jaar, doch dat daar tegenover staat, dat hunne
jaarwedden, ten behoeve van het Weduwen- en Kinderen-
fonds met 5 ten honderd werden verminderd;
dat zij dankbaar erkennendat hunne toekomst en die van
hunne eventueel na te laten Weduwen en Kinderen aanmer
kelijk is verbeterd, doch dat de ontvangste® per week nage
noeg dezelfde zijn gebleven;
dat zij zich toch in de eerste plaats dienen te bepalen bij
het heden en eerst in de tweede plaats rekening kunnen
houden met eene eventueele pensioneering;
dat de positie van een politiebeambte, meer nog dan die
van eenig ambtenaar vereischt algeheele zelfstandigheid.
dat de aard van zijne betrekking zeer dikwijls gevaar voor
eigen veiligheid oplevertterwijl hun dienstverband van dien
aard is, dat zij zoowel nachtdienst als Zondagsdienst moeten
verrichten en hun dienstverband een urencijfer aanwijst boven
eenig ander gemeenteambtenaar,
dat in de laatste jaren de meeste plaatsen, de positie van
de dienaren van politie aanmerkelijk hebben verbeterd en er
zelfs plaatsen zijn met een kleiner zielental, waar de tracte-
menten aanmerkelijk hooger zijn dan in deze Gemeente;
dat de levensbehoeften aanmerkelijk zijn gestegen en hun
salaris daarmede niet in overeenstemming is te brengen;
redenen, waarom requestranten namens bovengenoemde
vereeniging zich tot Uw Edelachtbaar College wenden met
het eerbiedig verzoekde salarisregeling van de dienaren van
politie ter dezer stede wel te willen herzien en deze meer in
overeenstemming te brengen met hunne levensbehoeften
terwijl zij tot toelichting van dit verzoek beleefd verwijzen
naar nevensgaande Memorie van Toelichting met Bijlagen.
't Welk doende,
G. van Putten, President.
H. Dorst, lste Secretaris.
Leiden, 14 Augustus 1906.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Yerzoek van H. J. Jesse om niet over te gaan tot ver
huring van het lokaal boven het Waaggebouw.
Dit stuk luidt als volgt
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen de onderge-
teekende HENDRIK JOHANNES JESSE, Architect, wonende
te Leiden,
dat hij met leedwezen heeft kennis genomen van de voor
dracht van B en W. om de vertrekken boven het Waag
gebouw te verhuren voor een atelier van kostuumnaaien.
Daargelaten dat zulks geheel in strijd is met het waardig
uitterlijk van het gebouw, komt het ondergeteekende zeer
bedenkelijk voor met 't oog op brandgevaar zulk een zeldzaam