94 redenen waarom zij Uwen Raad eerbiedig verzoekt te besluiten a. haar toe te staan op het ongebruikte stukje grond nabij de Artillerie kazerne in het Noordeinde een gebouw voor wachtkamer en goederenlokaal op te richten, b. in te trekken het bepaalde sub. 2 en sub. 3 van het Besluit dd. 20 November voornoemd. 'tWelk doende enz., Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen J. Vas Visser. Voorburg, 6 Juli 1906. N°. 223. Leiden, 15 September 1906. Tegen de inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van C. J. A. N. van de Gent, om vergunning tot het dempen van een gedeelte der sloot langs den Heerensingel, zijn bij hunne in de Leeskamer ter inzage liggende brieven bezwaren ingebracht door de bloemisten Gebrs Kors en G. F. Hemerik, op grond dat zij na de demping van dat slootgedeelte hunne kweekerijen niet meer per schuit zullen kunnen bereiken en dientengevolge groot nadeel en ongerief in hun bedrijf zouden ondervinden. Waar nu eenerzijds de gegrondheid dier bezwaren door ons college moest worden erkend, anderzijds evenwel het dempen der singelsloten zooveel mogelijk behoort te worden bevorderd, hebben wij gezocht naar een middel om de be zwaren van Gebrs Kors en Hemerik uit den weg te ruimen En nu bleek ons, dat dit zou kunnen geschieden door de ringsloot van den Stadspolder, door het verwijderen van den daarin aan het einde der Gasthuislaan voorkomenden dam, voor vaarsloot geschikt te maken. Dan toch kunnen zoowel Gebrs Kors als Hemerikde sloot langs de Lusthoflaan in varende en de ringsloot volgende, met hunne schuiten vlak bij hunne tuinen komen. Alleen zal dan de zooevengenoemde dam door een houten bruggetje moeten worden vervangen, waartegen evenwel bij de drie daarbij betrokken eigenaren geen bezwaar bestaat. De kosten aan dat werk verbonden worden geraamd op f450. en kunnen vermoedelijk uit de loopende begrooting worden bestreden. En waar nu overigens tegen de inwilliging van het verzoek noch bij de commissie van fabricage noch bij ons college bezwaar bestaat, zou de vergunning onder de gebruikelijke voorwaar den kunnen worden verleend. Mitsdien geven wij U in overweging aan C. J. A. N. van de Gent voornoemd, behoudens rechten van derden, ver gunning te verleenen tot het dempen van het gedeelte sloot langs den Heerensingel, gelegen vóór de perceelen, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie K n°. 292 en 293, ter lengte van ongeveer 18 Monder voorwaarde 1°. dat uit het gedeelte sloot de schoeiing en de landhoofden der bestaande brug worden weggeruimd en het ontdaan worde van bodem- en drijfvuil en daarna worde aangevuld met zuiver zand tot nader door Burgemeester en Wethouders aan te geven hoogte; 2°. dat over de geheele lengte van het gedeelte sloot een riool, inw. wijd 40 bij 60 cM. van cementen bodem- en kruin stukken van voldoende sterkte, op doorgaande grondplank van voldoende zwaarte worde gelegd, met den bodem binnen werks op 1.15 M. N.A P. 3°. dat aan elk uiteinde van het gedeelte sloot geplaatst worde een schoeiing, met ijzeren hek, waarvan teekening en constructie vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten zijn goedgekeurd; 4°. dat op nader door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen plaats, 1 gegoten ijzeren straatkolk, van het door de gemeente gebruikt wordende model, worde geplaatst, die door middel van verglaasd Engelsch aarden buizen, inw. wijd 20 cM. met het riool wordt verbonden. Het gemetselde putje achter de kolk, zoowel als dat op het riool, af te dek ken met ijzeren platen, groot resp. 50 X 50 en 60 X 60 cM. en dik 1 cM.; 5°. dat door adressant zal worden aangelegd een verhoogd voetpad, van bij de uitvoering op te geven breedte, van klinkers, afgezet met een hardsteenen band, ten genoegen van Burg. en Weth., zullende het gedempt gedeelte sloot tot aan den rand van dit voetpad van gemeentewege worden verhard 6°. dat het riool alsmede de straatkolk met de Engelsch aarden buizen eigendom worden van de gemeente; 7°. dat daags voordat met de werkzaamheden een aanvang zal worden gemaakthiervan keunis worde gegeven op het bureau van gemeentewerken; 8°. dat de uitvoering van alle voorgeschreven werken en het onderhoud van die, welke niet het eigendom van de gemeente worden, geschieden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 9°. dat de vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór den 1en Januari 1907 geen gebruik is gemaakt; 10°. dat geen begin met de uitvoering dezer werkzaamheden mag worden gemaakt, alvorens door adressant een waarborg som van f 180.ten kantore van den Gemeente-ontvanger zal zijn gestort, welke som geheel of gedeeltelijk kan worden ingehouden, indien de uitvoering niet geschiedt volgens de bovengestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden. Aan Edel achtbaare Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeenten Leiden. Geef met eerbied te kennen C. J. A. N. van de Gent woonende te Leiden dat hij aan U Ed. Colege vergunning vraagt om de sloot te dempen voor het perceel aan de Heerensingel N°. 5 en het daar naast gelegen nieuw gebouwd perceel op den hoek van de Gast huislaan. En zoo dit gewijgerd wordt om dan een brug over de sloot te leggen voor het nieuw boven genoemd perceel. Tevens vraagt hij welk straat nummer dit perceel moet hebben aan gezien hij N°. 5 heeft en 3 huizen verder 5a is. 't Welk doende C. J. A. N. van de Gent. Leiden 3 Augustus 1906. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 6